Ds. Marieke Sillevis Smitt: “Juist buiten de kerk is het geloof relevant en levend” 

  • werkt sinds 2012 als pastor voor en met ongedocumenteerde vluchtelingen in Utrecht. Daarvoor was ze buurtpastor in de Utrechtse wijk Kanaleneiland, deed kerk- en buurtwerk in Rotterdam Lombardijen en werkte in het onderwijs.  
  • studie theologie aan de Universiteit Utrecht, gevolgd door de kerkelijke opleiding aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna een opleiding provocatief coachen, contextueel pastoraat en contextuele therapie bij Leren Overleven. 
  • voelt zich thuis in de oecumenische en protestantse stroming in de kerk. 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Ik ging theologie studeren met het voornemen om gemeentepredikant te worden. Tijdens een stage in Ethiopië sprak het praktische werk voor mensen in nood me erg aan. Ik kwam erachter dat geloof niet alleen voor in de kerk is, maar vooral om te delen in het leven van alledag. Juist buiten de kerk is het geloof relevant en levend. Dat ervaar ik nog altijd in het werk voor mensen die er in de maatschappij niet bij horen. Christus komt je als het ware tegemoet in al die mensen, en daardoor voel ik me dicht bij God. De kerk heeft soms niet door hoe relevant ze is als ze zich openstelt voor deze mensen. We kunnen veel van hen leren.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?  

“Iedere dag dicht bij mensen en bij God blijven.Ik werk namens de kerk en niet namens mezelf. Daarom heb ik mensen om me heen nodig die me steunen, zodat ik me gedragen en gezonden voel.”  

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?  

“Door alle nood die ik om me heen zie heb ik een enorm gebedsleven ontwikkeld. Daarnaast houd ik iedere dag een stiltemoment en lees ik een bijbeltekst. Dat heb ik nodig om deze baan vol te houden. Het werk onder ongedocumenteerden is nooit af, er zijn altijd weer nieuwe problemen. In gebed kan ik alles bij God brengen. ‘Heer, dit is uw kind, niet mijn kind. Wilt U voor uw kind zorgen?’, bid ik dan. Ik weet dat ik de verantwoordelijkheid niet zelf hoef te dragen, maar bij God kan neerleggen. Daarnaast sport ik, geniet ik van het leven en ben ik lief voor mezelf door af en toe echt rust te nemen.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?  

“Eigenlijk vind ik alles leuk, als er maar verbinding is. Of het nu groepswerk is, een vergadering of de gesprekken met mensen, ik geniet van de dynamiek van dit vak. Een keer in de maand ga ik voor bij gemeenten die me uitnodigen. Ook daar zoek ik steeds de verbinding met het werk van alledag. Zo heb ik wel eens een vrijwilliger geworven voor Villa Vrede, omdat ik enthousiast vertelde over het werk.” 

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Connect Mirror Neuron Focus Therapy (CMFT), een cursus in traumatherapie die goed aansluit bij het pastoraat. Het is gericht op een liefdevolle en veilige verbinding in relaties met mensen. Je leert hoe je laat zien dat je iemand ziet, en dat diegene er met alles mag zijn. Op aanvraag geef ik de therapie ook zelf.” 

Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor onze medemens en voor de schepping? 

“Enerzijds marginaliseert de kerk, anderszijds is ze nog steeds een speler van formaat. Ik denk dat de kerk soms wat moediger Christus kan volgen, tegen de tijdgeest in. Met humor en liefde, maar wel standvastig. Het is goed om als kerk kritisch te volgen wat er gezegd wordt over mensen en bepaalde groepen in de samenleving, en niet meegaat in de labels die de wereld op hen plakt.” 

Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je je collega’s aan?  

Provocatief pastoraat, een boek dat ik zelf heb geschreven. Het is bedoeld voor collega’s. Uit ervaring weet ik dat mensen soms met moeilijke zaken bij je komen, maar ook die kun je met lichtheid, humor en uitdaging benaderen. Dat is ook heel bijbels. Ook raad ik het boek De tijger ontwaakt van Peter Levine aan. Het gaat over traumabehandeling met lichaamsgerichte therapie. De samenleving van nu kan niet zo goed omgaan met lijden, verdriet en rouw. Ik denk dat de kerk een enorme rol kan spelen bij de verzachting van de effecten van trauma, als ze de kennis heeft hoe het lichaam op trauma reageert. In dit boek is heel mooi beschreven hoe het lichaam juist ook helpt om van trauma te genezen.”  

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Dit is geen makkelijke tijd, er is van alles aan de hand. Daarom gaat momenteel Filippenzen 4:13 met me mee: ‘Ik kan alle dingen door Christus die mij kracht geeft.’ Deze tekst helpt me om de focus op Christus te houden. Dan weet ik dat alles goedkomt. Ook de tekst ‘Kies voor het leven’ uit Deuteronomium 30:19 is erg belangrijk voor me. God, de Levende, vraagt ons altijd voor het leven te kiezen. Je kunt erop aan dat Hij in alle omstandigheden van dat leven voor ons zorgt.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Ik hoop dat de kerk zich meer verbindt met andere christenen die in Nederland zijn komen wonen. We vormen samen het lichaam van Christus. In Hem zijn we één, maar in de praktijk blijkt dat vaak niet eenvoudig. Ik hoop dat christenen bereid zijn om het gesprek met elkaar te blijven aangaan, ook al ga je niet naar dezelfde kerk. Als er onderling meer begrip is, straalt dat iets positiefs uit naar de buitenwereld.”   

>> Kerk in Actie ondersteunt kerkelijke initiatieven in Nederland die hulp bieden aan mensen zonder papieren. Lees meer

Lees meer in de serie over voorgangers in de Protestantse Kerk:

Ds. Pim Brouwer: ‘De kerk is Gods reddingsplan voor deze aarde’ 

 lees verder
 
Hoe krijgt de collecte de aandacht die ze verdient?

Volwaardig onderdeel van de eredienst 

Het inzamelen van de diaconale en kerkelijke gavenVerder lezenDe inzameling van de gaven: gehoor geven aan de noodroep van de wereld  is een volwaardig onderdeel van de eredienst. In de kerk van de eerste eeuwen werden de meegebrachte gaven in natura samengebracht en vervolgens uitgedeeld aan wie het nodig had. Zo werd ook de maaltijd van de Heer gevierd met door de gemeente meegebrachte gaven. 

Precies om die reden zijn de geldelijke gaven en de gaven van brood en wijn altijd met elkaar verbonden. Het zijn als het ware de eerstelingen van het veld, of de tienden: van alles wat wij ontvangen in ons leven geven we een klein deel terug aan God door het met elkaar te delen. Daarom is het woord ‘offer’ hier ook echt op zijn plaats. We geven iets op van onszelf voor een groter geheel. 

Op welke plek? 

Eigenlijk is het voorspel van het slotlied niet een fraaie plek om de collecte te houden. Het voorspel bereidt voor op het laatste gezamenlijk gezongen lied, dat de overgang markeert van de kerkdienst naar de dienst in de wereld. Dat vraagt een geestelijke concentratie en zou niet moeten worden afgeleid door de collecte. Omgekeerd wekt de collecte onder het slotvoorspel de indruk alsof dat ‘ook nog even moet gebeuren’ en er eerder geen plek voor was. Een collecte is echter geen geldelijke verplichting die aan het eind nog moet worden voldaan. Ze verdient een eigen plek in de dienst van gebeden en gaven. 

In de avondmaalsdienstVerder lezenHet sacrament van het Heilig Avondmaal hoort de collecte dus eigenlijk vóór de maaltijdviering thuis, op het moment dat ook de gaven van brood en wijn worden samengebracht (of wanneer de bedekking van brood en wijn op de tafel wordt weggenomen). Als in een dienst de maaltijd niet gevierd wordt, hoeft de plek van de collecte niet te verschuiven. Zij kan goed na het lied (of de muziek) na de preek en vóór de gebeden. 

Gebed over de gaven 

Het ‘gebed over de gaven’ kennen we vooral van de avondmaalsliturgie (zie Dienstboek I, p. 809-920). God wordt gedankt voor de gaven die worden samengebracht en vervolgens worden gedeeld. Voor het samengebrachte geld is dat niet anders. Daarom is het mooi om na de inzameling van de gaven in een kort dankgebed God te danken voor het bijeengebrachte geld dat binnen de eigen gemeente, in de eigen samenleving of elders in de wereld wordt aangewend om zijn koninkrijk mee te bouwen. De voorganger of juist de diaken kan dat uitspreken. Het kan een korte dankzegging zijn waarin ook altijd het grotere perspectief van het koninkrijk van God een plek krijgt. Dank- en voorbeden volgen daarna. 

Collecte met toelichting 

Hoe kun je de collecte nog meer een zelfstandige plek geven zodat ze de aandacht krijgt die ze verdient? Onze diaconale taak is immers direct verbonden met de opzet van de eredienst: dienst aan God en dienst aan de mensen horen bij elkaar. We geven het geld voor God en de naaste, om het met oude woorden te zeggen (deo et proximo). 

De diaken zou een (korte – uitgebreidere informatie kan op scherm of in de zondagsbrief verschijnen) toelichting kunnen geven op het doel van de collecte. Het liefst wel een beetje concreet. ‘De eerste collecte is voor de diaconie en de tweede voor de kerkrentmeesters’ is te algemeen en motiveert mensen niet om hun gaven te delen met de ander. De collectezakken kunnen in een schaal worden verzameld en op de avondmaalstafel worden gezet. 

Combineren met muziek 

Een andere mogelijkheid is om het te combineren met muziek. In het buitenland spreekt men soms van een ‘muzikaal offer’. Want ook de musici ‘offeren’ hun talenten voor God en de naaste. Muziek is dan niet opvulling van stilte in de dienst of vermaak van de gemeente, maar gaat samen op met de collecte, zelfstandig en parallel eraan. Het mag gerust ruimte hebben, ook als de collectanten eerder klaar zijn met collecteren. Er ontstaat een rustmoment in de dienst als de musici gewoon kunnen uitspelen. De organist hoeft niet stante pede op ‘het lampje’ te reageren. Omgekeerd is ook waar: is de muziek eerder klaar, collecteer dan gerust in stilte even door. Niet alles hoeft opgevuld te worden. In beide gevallen is de gemeente dan in de juiste gemoedstoestand voor de gebeden die volgen. 

Digitaal collecteren 

Samgevat krijg je dan de volgende volgorde na de dienst van het Woord: (korte) toelichting bij de gaven; inzameling van de gaven met muzikaal offer; samenbrengen van de gaven op de avondmaalstafel; gebed over de gaven. 

Maar wat doe je nu als er alleen nog digitaal wordt gecollecteerdVerder lezenDe kerkapp: vier voordelen, vier overwegingen en vier tips? In sommige kerken zit er een sensor in de collectezak die verbinding kan maken met de smartphone. Dan wordt er digitaal maar alsnog op een fysieke manier gecollecteerd. Collecteert men alleen via een QR-code, dan kan alsnog bovenstaande volgorde gehanteerd worden: toelichting – muzikaal moment – gebed over de (digitaal ingezamelde of nog in te zamelen) gaven. Alleen het fysiek samenbrengen vervalt dan. 

Soms is de collecte een ondergeschoven kindje geworden in de liturgie. Dat is jammer, want ze biedt kansen. Het maakt het werkveld van de diakenen en kerkrentmeesters zichtbaar in de eredienst. Daarmee wordt bovendien hun inzet voor gemeente en samenleving meer recht gedaan. 

Uit de praktijk

Guus Luchtenberg, diaken van de Protestantse Gemeente Enschede:

“Er is in onze gemeente een grote participatie van gemeenteleden. Een ouderling doet de opening, en draagt de dienst vervolgens over aan de predikant. Een lector verzorgt de lezingen. De diaken, in het hart van de dienst, doet de collecteaankondiging en de gebeden die direct op de preek aansluiten. De preek bemoedigt en inspireert, daaruit halen we de diaconale opdracht die de kern is van de dienst. Om kinderen meer te laten participeren in de dienst, spreekt tegenwoordig een kind van de kindernevendienst het gebed over de gaven uit, namens de diaconie. Dat gebed, kort en eenvoudig, wordt door de leiding van de kindernevendienst geschreven. Met het kind wordt kort besproken waar de collecte over gaat. De diakenen hebben de taak om vervolgens het gebed over de gaven in het diaconale gebed dat daarop volgt concreet te maken. Dat slaat een brug naar de voorbeden door de predikant. Kind, diaken en predikant staan met z’n drieën op het liturgisch centrum.” 

Leneke Marchand, predikant van de Oude Kerk in Voorburg: 

“We zochten in onze gemeente naar een manier om het moment van de collecte meer te markeren. Je deelt daarmee in de dienst van de barmhartigheid van God, waar Hij ons in betrekt. Daar is een bepaalde vorm voor nodig. We hebben het gebruik van het zingen van een collectelied en het opheffen van een schaal of mand met de ingezamelde gaven ingevoerd. Als de collecteopbrengst ingezameld is, komen de diakenen en de collectanten gezamenlijk naar voren, het orgel speelt, de gemeente zingt Lied 364:1, ‘Wij heffen onze handen’, en de mand met de gaven wordt voor in de kerk opgeheven. De mand is een geschenk van een koor uit Oeganda dat bij ons op bezoek was. De collectemanden die de koorleden bij zich hadden, hebben we in de dienst waar zij zongen gebruikt. Zij droegen die toen dansend naar voren, dat zegt iets over de vreugde van het mogen geven. Het ritueel is eenvoudig in te voegen in de liturgie, en bij ons helemaal ingeburgerd.” 

Lees meer in de serie 'De eredienst - kan en mag het anders?':

Laat ons bidden …

 lees verder
 
Diaconieën, meld ouderen aan voor een gratis vakantiemidweek

De midweek 'Ouderen in het zonnetje' is bedoeld voor (mobiele) senioren die vanwege een klein sociaal netwerk en een smalle beurs al jaren niet meer op vakantie zijn geweest. Mensen die het juist zó verdienen er eens lekker onbezorgd tussenuit te gaan en de eenzaamheid even te vergeten. Zij kunnen kosteloos genieten van een heerlijke midweek inclusief ontbijt, lunch, diner en diverse leuke activiteiten. De vakanties vinden plaats op De Noordster in Dwingeloo (Drenthe), Het Grote Bos in Doorn (Utrecht) en Toppershoedje in Ouddorp (Zuid-Holland). 

Fijne week

Het worden gezellige dagen waarbij senioren onbezorgd kunnen genieten van een gevarieerd programma. Omdat de bungalows op de parken niet zijn aangepast, is het van belang dat de vakantiegasten goed ter been zijn. "Ik heb hier zo'n fijne week gehad. De begeleiders waren fantastisch, ze vlógen voor je", vertelt mevrouw Winkel (80). Ze ging in 2022 mee met de seniorenmidweek

Voorwaarden voor aanmelding

Om in aanmerking te komen voor de gratis ouderenmidweek gelden vijf voorwaarden:

  • Deelnemers zijn minimaal 70 jaar oud;
  • Deelnemers hebben een klein sociaal netwerk en/of een smalle beurs;
  • Deelnemers zijn in de afgelopen jaren niet op vakantie geweest;
  • Deelnemers hebben niet deelgenomen aan de eerder georganiseerde ouderenmidweken;
  • Alleen aanmeldingen met een motivatie (per persoon) worden in behandeling genomen.

De deelnemers kunnen door een diaconie, een andere maatschappelijke organisatie of door iemand uit hun netwerk worden aangemeld. Dat kan tot uiterlijk 18 oktober 2024 via hetvakantiebureau.nl/ouderenmidweek.

Lees meer over de diaconale vakanties van Het vakantiebureau:

Diaconale vakanties: vakantiepret voor duizenden mensen met zorgvraag

Pijl naar rechts
 lees verder
 
“Met afschaffen van bed-bad-broodregeling zakken we als samenleving door een morele ondergrens” 

René de Reuver, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland: “Wanneer zelfs de meest minimale middelen om mensen te helpen al niet meer mogen, blijft er van de medemenselijkheid weinig over. Een overheid moet een schild voor de zwakken zijn, maar juist deze kwetsbaren laten we nu als een baksteen vallen.” 

Niet op straat

De bed-bad-broodregeling kwam in 2014 tot stand, naar aanleiding van een klacht van de Protestantse Kerk in Nederland. Het Europees Comité voor Sociale Rechten stelde toen dat de Nederlandse overheid ervoor moet zorgen dat niemand in het land verstoken blijft van voedsel, kleding en onderdak: bed, bad en brood. Dat geldt ook voor afgewezen asielzoekers; zij moeten worden opgevangen en niet op straat gezet. De Reuver: “Het is onbegrijpelijk dat we zulke uitspraken tien jaar later niet meer serieus nemen.” 

De mens als mens zien

Jurjen de Groot, directeur van Kerk in Actie, zegt dat de kerk altijd hulp zal blijven bieden aan de mensen die dit het hardste nodig hebben: “De rol van de kerk in de samenleving wordt noodzakelijkerwijs steeds groter, doordat de overheid zich steeds meer terugtrekt. Deze terugtrekkende beweging werkt bovendien averechts. Bij werkbezoeken is mij opgevallen dat nabijheid en persoonlijke aandacht voor mensen veel meer oplevert dan grote, harde woorden. De mens echt als mens zien, daar staan we als kerk voor."

Lees ook:

‘De kerk zal blijven opstaan voor alle mensen in nood’

24 jun 2024

Ds. Marieke Sillevis Smitt is pastor voor en met ongedocumenteerde vluchtelingen in Utrecht. Lees meer over haar roeping:

Ds. Marieke Sillevis Smitt: “Juist buiten de kerk is het geloof relevant en levend” 

 

 lees verder
 
Doe mee aan de actieweek voor de Voedselbank!

Actieweek in januari

Veel kerkelijke gemeenten zamelen het hele jaar spullen voor de voedselbank in. Toch wil de Protestantse Kerk in de tweede week van januari een extra actieweek houden, omdat in de maand januari normaal gesproken minder binnenkomt dan in andere maanden. Terwijl januari juist vaak een dure maand voor veel mensen is.

Hoe gaat de actie in zijn werk?

  1. Vul in de actieweek dozen voor de Voedselbank
  2. Lever ze na de actieweek in bij een Voedselbank bij jou in de buurt
  3. Eventueel kun je dozen van Kerk in Actie bestellen voor deze actie. Zie formulier.

Suggesties producten

Producten waar de klanten van de Voedselbank behoefte aan hebben, zijn:

  • Zonnebloemolie of olijfolie
  • Groenteconserven 
  • Soep in blik of zak 
  • Zilvervliesrijst 
  • Volkorenpasta 
  • Houdbare halfvolle melk 
  • Vis in blik 
  • Koffie of thee 
  • Couscous 
  • Havermout 

Inleverpunt voedselbank worden

Wil je als gemeente niet alleen in januari de Voedselbank ondersteunen? Word dan inleverpunt voor de Voedselbank en zet je deur minimaal 1 keer per week open voor iedereen die in actie wil komen tegen armoede in Nederland. Lees meer hierover!

Aanmelden Actieweek 2025

Laat via onderstaand formulier weten dat je meedoet aan de actieweek. Eventuele Kerk in Actie dozen zijn per 25 stuks te bestellen. De dozen worden in de laatste weken van december 2024 verstuurd.

Formulier

Actieweek 2025  lees verder
 
Vier tips voor nieuwe ambtsdragers!

1. Frisse start als ambtsdrager

Gestart als nieuwe ambtsdrager? Hoe doe je dat? Meld je aan voor informatie en inspiratie over jouw taak in de kerk. Je ontvangt drie mails die van toepassing zijn op jouw ambt en je kunt ook een welkomstpakket aanvragen. 

Maak een frisse start

2. Taakomschrijving per ambt

In deze serie artikelen worden de taken per ambt en taak toegelicht. Per taak worden ook valkuilen en kansen benoemd. Bekijk de serie en lees meer over jouw ambt:

Wat is mijn taak?

Pijl naar rechts

 

3. Cursussen per ambt

Leer over de verantwoordelijkheden die bij jouw ambt en/of taak horen en ontmoet ambtsdragers uit het hele land. Deze korte online trainingen worden iedere maand gegeven.

Voorzitter kerkenraad | Scriba | Diaken | KerkrentmeesterOuderling | Jeugdouderling en jeugddiaken

4. Een 'startpagina' per ambt

Voor ieder ambt is er een overzichtelijke startpagina te vinden op deze site. Alles waar je in jouw ambt mee te maken kunt krijgen, staat overzichtelijk bij elkaar. Sla hem op in je favorieten, zodat je de pagina makkelijk kunt terugvinden.

 

 lees verder
 
René de Reuver stopt volgend jaar als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland

De Reuver bekleedt de functie van scriba sinds 2016 en zijn herbenoeming vond plaats op 12 juni 2021. De vastgestelde ambtstermijn voor deze functie is vijf jaar. De Reuver: “Een ambtsperiode van tien jaar is erg lang. Dat is té lang en daarom heb ik besloten om een jaar eerder te stoppen. Wat mij betreft is het goed om binnen de Generale Synode na te denken of de ambtsperiode ook verkort moet worden naar twee keer vier jaar. Een goede doorstroming in de kerk is belangrijk, ook voor de positie van scriba.”

De Reuver zegt de komende jaren actief te blijven: “Tot mijn emeritaat hoop ik de kerk en de samenleving op andere manieren te kunnen dienen.”  

De procedure voor de opvolging van René de Reuver staat in november op de agenda van de synodevergadering. 

 lees verder
 
Wie was Beyers Naudé? 

Wanneer hoorden we voor het eerst van hem? 

Christiaan Frederik Beyers Naudé (1915-2004), 'oom Bey' voor bekenden, werd geboren in een witte Afrikaner familie en vernoemd naar een generaal uit de Zuid-Afrikaanse oorlog rond 1900. Calvinistische vroomheid en Afrikaner nationalisme waren in Beyers Naudés jeugd onafscheidelijk met elkaar verbonden. Eenmaal predikant nam hij al snel een vooraanstaande plaats in de Nederduitse Gereformeerde Kerk (NGK) in. Maar de nauwe band tussen deze kerk en het apartheidsregime gaf zijn leven een radicaal andere wending. 

Waarmee is hij bekend geworden? 

Door contacten met christenen uit andere landen en confrontaties met het leven van zwarte Zuid-Afrikanen, verwijderde Beyers Naudé zich steeds meer van de apartheidsideologie en de theologische rechtvaardiging ervan door zijn kerk. Na het bloedbad in Sharpeville in 1960, waar 69 vreedzame demonstranten door politiekogels stierven, keerde hij zich steeds openlijker tegen de apartheid. Hij richtte in 1963 het Christelijk Instituut op, dat zich inzette voor verzoening tussen zwarte en witte christenen. Na een hevige kerkstrijd rond dit instituut werd Beyers Naudé datzelfde jaar afgezet als predikant van de NGK. Hij werd gezien als een verrader van de Afrikaners. 

De Nederlandse kerken raakten betrokken in het conflict tussen het Christelijk Instituut en de NGK. Ze kozen de kant van Beyers Naudé, waardoor de relaties met Zuid-Afrika veranderden: de Afrikaner dissidenten werden steeds belangrijker, de contacten met hun kerken steeds moeizamer. Naarmate het Christelijk Instituut de Zuid-Afrikaanse werkelijkheid meer met zwarte ogen ging zien, drong dit perspectief ook in Nederland steeds meer door. Aan het eind van de jaren 60 kwamen, dankzij bemiddeling van Beyers Naudé, de eerste officiële contacten met de zwarte NG-kerken in Zuid-Afrika tot stand. Zo werd Beyers Naudé, juist omdat hij een witte Afrikaner was, voor de protestantse kerken een baken in de omgang met de apartheid. Als dank hiervoor ontving Beyers Naudé in 1972 een eredoctoraat van de VU. Al in 1969 was de werkgroep Kairos opgericht om zijn werk te steunen. Deze werkgroep zou zich tot ver na het einde van de apartheid blijven inzetten voor gerechtigheid in Zuid-Afrika.  

Toen Beyers Naudé in de loop van de jaren 70 de hoop verloor dat de witte gemeenschap zich van de apartheid zou afkeren en de repressie door het regime toenam, koos hij steeds duidelijker voor het zwarte verzet. Ook verdedigde hij zwarte theologie als een theologie van het kruis waarin het gaat om de bevrijding van de zwarte mens uit armoede en vernedering. Niet iedereen in de Nederlandse kerken kon hem hierin volgen, en zo zorgde zijn keuze opnieuw voor veel discussie over de juiste omgang met apartheid en racismeVerder lezenProtestantse Kerk over racisme & slavernij. Naudé betaalde zijn inzet met een ‘banning order’ (een maatregel van het apartheidsregime die iemand publiek monddood maakte). Ook het Christelijk Instituut werd in 1977 verboden. Beyers Naudé bleef zich desondanks waar mogelijk inzetten voor verzoening en gerechtigheid.

Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed? 

Beyers Naudé heeft laten zien dat het evangelie kerken de weg wijst in een verdeelde samenleving. Hij liet zich raken door mensen buiten zijn vertrouwde wereld, verdiepte zich in hun ervaringen en durfde van hen te leren. Deze houding is ook vandaag cruciaal in de omgang met racisme en uitsluiting. De combinatie van scherp verzet tegen onrecht en een zachtmoedige menselijke houding (hij kende iedereen bij naam, ook jaren later wist hij nog wie je was) die Beyers Naudé kenmerkte, maakt hem ook vandaag nog tot een voorbeeld voor kerk en theologie. 

Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug? 

Beyers Naudé was een man van relaties, en zijn erfenis is daarom niet zozeer te vinden in een vernieuwing van het denken als wel in zijn kracht mensen te verbinden en zijn persoonlijke invloed op velen. Omdat Naudé met zijn levenswijze instond voor zijn geloof dat in Christus allen één zijn, heeft hij velen overtuigd dat de theologische rechtvaardiging van apartheid en racisme ketterij is. Mede dankzij hem vonden zij de moed net als hij op te staan voor vrede en gerechtigheid. Deze persoonlijke doorwerking in de levens van velen in kerk, politiek en media heeft de wereld blijvend veranderd. 

Meer lezen? Verzet en verzoening (autobiografie Beyers Naudé), Baarn 1997  

Beyers Naudé en de in Nederland wonende Zuid-Afrikaanse predikant dr. L.R.L. Ntoane bij een manifestatie tegen apartheid in Utrecht op 9 juni 1985 (bron: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Fotocollectie Werkgroep Kairos).  

Lees meer in de serie theologische profielen:

Wie was Johan Herman Bavinck?

 lees verder
 
Voordelen van het opstellen van een meerjarenraming in FRIS 

Bij een predikantsvacature doet een gemeente een solvabiliteitsaanvraag bij het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB). Deze gaat vergezeld van een meerjarenraming in FRIS. En ook bij het opstellen van een nieuw beleidsplan is het handig om financieel vooruit te kijken.  

 Een paar voordelen van een meerjarenbegroting:  

  • Elke gemeente heeft een beleidsplan waarin een financiële paragraaf is opgenomen. De meerjarenraming in FRIS kan gebruikt worden om deze te maken. Dit laat zien welke uitwerking het beleidsplan heeft op de kerkelijke financiële situatie in de komende acht jaar.  
  • Een meerjarenraming in FRIS geeft direct alle uitkomsten, een eigen raming in Excel geeft deze niet. Open de meerjarenraming dus in FRIS voor de uitkomsten bij ongewijzigd beleid. Bij een ongewijzigde situatie in het komend jaar hoeft er dan geen actie meer ondernomen te worden.  
  • Je krijgt inzicht in de financiële situatie van de komende jaren. 
  • Aan de hand van een meerjarenraming kun je het beleid aanpassen of andere maatregelen nemen die effect hebben op de continuïteit van de gemeente.  
  • Je kunt de meerjarenraming in FRIS kopiëren naar de begroting voor het komende jaar.   

Een voorbeeld ter verduidelijking  

Gemeente X heeft de jaarrekening 2023 ingediend. Vanaf dat moment kan de meerjarenraming 2024 worden geopend. Daarin staan de balanscijfers van minimaal de laatste drie jaren (dus tot en met 2023), de begroting 2024, het voorstel voor 2025 en een kolom begroting 2025. In het scherm ‘totaal’ staan de exploitatiecijfers en de gevolgen voor buffer en liquiditeit.  

Deze cijfers gaan uit van ongewijzigd beleid, maar wel gecorrigeerd met de gevolgen van inflatie via de indexcijfers die op het scherm ’variabelen’ staan. Omdat er soms eenmalige bijzonderheden zijn, moeten de cijfers wel beoordeeld worden. De begroting 2024 en de begroting 2025 kunnen nog naar eigen inzicht worden aangepast. Dat werkt als volgt:  

  1. Scherm Variabelen: Controleer of de predikantsbezetting en de index onder D juist zijn. Pas ze eventueel aan. 
  2. Scherm Baten: Corrigeer per scherm eventuele eenmalige bijzonderheden en vermeld alleen de mutatie. Door het knopje ‘raming’ naar rechts te schuiven, is te zien of de cijfers voldoen aan de eigen verwachting. 
  3. Scherm Lasten: Hier geldt hetzelfde als bij het scherm baten. 
  4. Scherm Balans: Mutaties op dit scherm doen zich alleen voor als er activa worden gekocht of verkocht, aflossingen op uitstaande leningen worden ontvangen of betaald, en als er onttrekkingen/betalingen worden gedaan uit de voorzieningen. Al deze mutaties werken door op de liquiditeiten. 
  5. Eventueel kun je herwaarderingen toepassen op de activa. Zowel voor herwaardering als voor (des)investeringen zijn per rekening aparte regels beschikbaar.  
  6. Ga tot slot naar het scherm Analyse en bekijk de cijfers. Kijk ook naar het verloop van de voorzieningen: zijn die voldoende gebleken of is er te veel onttrokken zodat een extra dotatie nodig is? 
  7. Tot slot: noteer nooit eindtotalen, altijd mutaties. 

Een bijzonder punt van aandacht is de verkoop van activa (punt 4). Bij verkoop zullen over het algemeen de volgende mutaties moeten worden uitgevoerd:  

  • Bedrag afboeken van de boekwaarde. 
  • Bepaling van het resultaat (netto-opbrengst minus boekwaarde) en dat boeken als incidentele bate of last. 
  • Vrijval van de herwaardering boeken in rubriek 00 en rubriek 21.  
  • Eventueel vrij laten vallen van een voorziening die op het verkochte actief betrekking heeft. 

In de handleiding en onder de vraagtekentjes op de schermen staan andere voorbeelden.  

Als alles beoordeeld is en er akkoord is gegeven, volgt het scherm Afronden en kopiëren. Daar kunnen de gegevens gekopieerd worden naar de begroting 2025.  

>> Op 24 september 2024 is er van 19.30-21.00 uur een webinar van VKB Academy, waarin het opstellen van de meerjarenraming en begroting in FRIS worden toegelicht. Meer informatie en aanmelden

 lees verder
 
Duurzaamheid: explosief of verbindend thema? 

‘We zetten mensen, middelen en vermogen zo in, dat dit de toekomst van kerk en wereld ten goede komt. ’ Zo verwoordt de Protestantse Kerk haar missie met duurzaamheidVerder lezenProtestantse Kerk en duurzaamheid. Aan Lydia van Maurik de taak om dit binnen de organisatie en in de dienstverlening naar plaatselijke gemeenten uit te rollen. De kerk spreekt overigens liever van ecologische gerechtigheid dan van “het containerbegrip” duurzaamheid, zegt Van Maurik. “De term ecologisch geeft aan dat het niet alleen over mensen gaat, maar over de hele schepping: dieren, planten, bodem, lucht, water, alles wat leeft. We denken, vooral hier in het Westen, vaak automatisch dat de aarde er voor de mens is, maar dat is maar de vraag. God schiep de héle aarde, niet alleen de mensen. Na de zondvloed wordt gesproken van een verbond met héél de schepping, daar lezen we soms overheen. Ook in de bekende tekst Johannes 3 vers 16 gaat het over héél de wereld.” 

Recht doen 

De tweede term in het begrip ecologische gerechtigheid geeft aan dat er iets niet goed zit, dat we iets recht te zetten hebben, ligt Van Maurik toe: “Duurzaamheid is een neutrale term In de term gerechtigheid zit impliciet ook de erkenning van onrecht. Het betekent: recht doen aan alles wat leeft. Dat doen we nu niet, sterker: we maken ons schuldig aan onrecht. Ons gedrag komt vaak niet overeen met wat God wil, namelijk dat we leven op een manier die onze omgeving tot bloei laat komen. Neem een simpel kopje koffie. God wil dat we daar van genieten, maar wil ook dat de koffieboer goed wordt betaald, de bodem niet wordt uitgeput en het oerwoud niet wordt vernietigd. Fairtrade koffie dus.” 

Lydia van Maurik is er voorstander van om het thema duurzaamheid positief aan te vliegen. “Het gaat heel vaak over wat je níet moet doen. Je krijgt soms bijna het idee dat je er als mens maar beter niet had kunnen zijn. Dat is niet motiverend, en past niet bij het christelijk geloof. Veel positiever is de vraag: Hoe kun jij tot zegen zijn voor alles wat leeft? Deze vraag gaat over hoe jijzelf, anderen en de wereld om je heen tot bloei komen. Je ontdekt dan vanzelf wanneer dat niet gebeurt, wanneer je roofbouw pleegt, ook op jezelf. Door je af te vragen hoe je tot zegen kunt zijn, creëer je ademruimte in plaats van beperking. In de praktijk betekent dit natuurlijk alsnog iets voor de keuzes die je maakt, maar het voelt heel anders dan alleen maar spreken over wat er niet mag.” 

Onderdeel van geloven 

Van Maurik ziet het in kerken gebeuren, dit ‘tot zegen zijn voor anderen’. “Je ziet steeds meer kerktuinen. Dit vergroot niet alleen de biodiversiteit, vaak hebben ze ook een link naar de buurt. In die tuinen wordt dan bijvoorbeeld groente gekweekt voor de Voedselbank. Er komen ook meer deeleconomie-initiatieven: kringloopwinkels, repaircafés. Zorg voor de schepping wordt zo verbonden met diaconaat. In kerken is er ook meer aandacht voor bezinning op leefstijl. Duurzaamheid is niet langer iets van een klein groepje mensen, het is steeds meer een integraal onderdeel van geloven. Kerkrentmeesters denken na waarin ze beleggen, jeugdwerkers thematiseren klimaatstress onder jongeren, in de opleiding voor predikanten krijgt ecotheologie een plek.” 

De tijdgeest werkt mee. Toch blijft duurzaamheid een precair onderwerp, ook in de kerk, zegt Lydia van Maurik: “Het is helder dat ecologische gerechtigheid een zeer urgent onderwerp is. Maar het gaat mis als je elkaar de maat gaat nemen. Of als je er te veel urgentie in legt, zo van: als we niet nú…, dan… Dat werkt averechts. Het is de kunst om dit ondewerp uit de sfeer van schuld en oordeel te halen en te beginnen bij: wat kunnen we wél, hoe komen we van hier naar daar en wat zou een eerste stap kunnen zijn?” Van Maurik moedigt diakenen, vaak toch de aanjagers van het gesprek over duurzaamheid, niet te klein te denken van simpele stappen. Bijvoorbeeld: stel gratis vergaderruimte beschikbaar voor een club die met duurzaamheid bezig is. Of schenk biologische wijn bij het avondmaal en leg uit waarom. Of zet een egelhuisje in de kerktuin en houd de gemeente op de hoogte van wat er gebeurt. We moeten de impact van open en eerlijke gesprekken tussen mensen, die door dit soort dingen op gang komen, niet onderschatten. Die hebben misschien meer impact dan megaprojecten. Niemand wil dat een egeltje verhongert. Iedereen wil de wereld zien bloeien.” 

Lees meer in de serie diaconale dilemma's:

Diaconaat: taak van diakenen of van de hele gemeente?

 

 

 lees verder
 
Ds. Karel Bogerd: “God zorgt voor zijn kerk, het is slechts mijn taak om trouw te blijven”

  • begonnen als (deeltijd) pastoraal werker in Wouterswoude, daarnaast werkte hij achtereenvolgens in Kootwijk-Kootwijkerbroek, Driezum, Noordhorn-Saaksum, Drachten, Twijzelerheide, Genemuiden, opnieuw Driezum, opnieuw Noordhorn-Saaksum en Vriezenveen. Sinds 2016 predikant in Wouterswoude. In de herfstvakantie van 2024 hoopt de familie Bogerd te verhuizen naar Jaarsveld, vanwege het aannemen van het beroep van de hervormde gemeente aldaar.
  • studie theologie in Utrecht en Amsterdam
  • voelt zich verwant aan de hervormde stroming, maar houdt vooral van de breedte van de kerk
  • initiator van de jaarlijkse Preektocht

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken, en hoe zorg je dat je niet indut?

“Met de vreugde in mijn werk zit het wel goed. Ik heb een enorme studiezin en doe niets liever dan preken en preken maken, catechiseren en door ons dorp trekken. Natuurlijk zijn er wel eens teleurstellingen of krijg je ongezouten kritiek. In één zin kan iemand al jouw bloed, zweet en tranen afbreken. Maar het mooie van dit werk overheerst! God vuurt me altijd op het goede moment aan, juist wanneer je het zelf niet in de gaten hebt. Hij is getrouw.

Door steeds nieuwe uitdagingen te zoeken zorg ik ervoor dat ik niet indut. Ik organiseer wel eens een preektocht, zing thuis of elders als men me vraagt, organiseer zomeravonden met bijbellezingen en spring weleens zelf achter het orgel als we samen gaan zingen.”

Wat doe je het liefst van je kerkenwerk?

“Preken en alles wat daarbij behoort. Het Woord van God verrast me iedere keer weer. Ik probeer daarna mensen mee te nemen in nieuwe ontdekkingen in de Schrift, in de hoop dat de Heilige Geest het gebruikt. Natuurlijk zijn er ook momenten bij van ontmoediging, maar dan ervaar ik altijd op het juiste moment weer een glimlach van de Heere Jezus. Hij geeft me steeds voldoende wind in de zeilen om vooruit te komen.” 

Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?

“Dan zou ik het liefst terug gaan in de tijd en met Johannes Chrysostomus, de vroegere kerkvader van Antiochië en Constantinopel, sparren over hoe de kerk van nu weer net zoveel betekenis kan krijgen als ze had in zijn tijd. Deze beroemde prediker zou me vast adviezen kunnen geven over waar kansen liggen en hoe je de kerk weer op de kaart krijgt in Nederland.”

Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving en jouw rol daarin?

“De kerk moet weer zichtbaar worden op straat. Wat zou het mooi zijn als we alleen als predikanten herkenbaar zijn voor een ieder die ons pad kruist, alleen al aan onze kleding. Op deze manier konden mensen vroeger gemakkelijk de hulp van majoor Bosshardt inroepen, ze kwamen letterlijk, vanwege haar ‘pakkie’, aan haar arm hangen. Ik wil er als predikant niet alleen zijn voor mensen in de kerk, maar voor iedereen in de samenleving. Iedere christen wordt geroepen om op zijn of haar plaats een lichtje te zijn, in woord en daad.” 

Welk boek, welke serie, film of podcast raad je je collega’s aan?

“Afgelopen zomer heb ik het boek De dwaasheid van de prediking van dr. Henk van der Meulen gelezen. De schrijver bespreekt de positie van de voorganger als wijze dwaas (nar) bij het preken. Daar legt hij de brief van Paulus aan de Korintiërs naast. Volgens mij moeten wij als kerk dagelijks belijden: ‘Wij zijn maar dwazen, maar juist daardoor wordt de wijsheid van God in Christus zichtbaar’.”

Is er een bijbeltekst die al een leven met je meegaat?

“Psalm 50:15 draag ik al jaren bij me in mijn portemonnee. Deze tekst is me uit het hart gegrepen. ‘Roep Mij aan in de dag van benauwdheid, Ik zal er u uithelpen en gij zult Mij eren.’ Toen ik nog studeerde en het financieel moeilijk had, hoorde ik deze woorden in een kerkdienst. Het gaf mij de bevestiging dat alles goed zou komen. In dit bijbelvers wordt de Bijbel kernachtig samengevat, het gaat om ellende, verlossing en dankbaarheid in één.”  

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?

“De toekomst van de kerk is Jezus die op ons toekomt. Dat geeft ontspannenheid, ondanks alle zorgen die we kunnen hebben over hoe het met de kerk zal gaan. Regeren is vooruitzien, maar God is er ook nog. Hij houdt door zijn Geest zijn kerk in stand. Het is slechts onze taak om trouw te blijven, aan de Heere, de Bijbel, de kerk en elkaar.” 

Dit artikel is voor het eerst gepubliceerd in september 2022.

>> Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk: 

Ds. Wilma Hartogsveld: "Ik hoop dat de kerk een plek is waar mensen de liefde van God ervaren"

Pijl naar rechts
 lees verder
 
Kerk in Actie start noodhulp voor Soedan

Afgelopen zondag bezweek in het Afrikaanse land een dam als gevolg van hevige regenval. Tientallen mensen zijn als gevolg van deze dambreuk omgekomen, complete dorpen zijn weggevaagd en de drinkwatervoorziening voor meer dan een half miljoen mensen loopt gevaar. 

Deze noodsituatie volgt op veel andere rampen die in Soedan en omringende landen plaatsvinden. Zo wordt het Afrikaanse land al anderhalf jaar geteisterd door een burgeroorlog met tienduizenden doden en nog veel meer vluchtelingen tot gevolg. Er is honger en nu dreigt er tot overmaat van ramp een gigantisch watertekort. 

Via haar noodhulpprogramma helpt Kerk in Actie wereldwijd op plekken van ontreddering en wanhoop, zoals in Soedan, door te zorgen voor water en middelen waarmee gezinnen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Kerk in Actie trekt hierin samen op met een internationaal netwerk van kerken en organisaties.

Geef ook voor Soedan 

 lees verder
 
Pas op: protestantse gemeenten melden e-mailfraude

Ook de Hervormde Gemeente IJsselstein werd het slachtoffer van e-mailfraude. De ouderling die het verzoek ontving is hierdoor 450 euro verloren. Er is aangifte gedaan bij de politie en de zaak wordt verder uitgezocht.

Waarschuwen

Ds. Jelle van Holten, tot de zomer van 2023 predikant van de Hervormde Gemeente IJsselstein, verzocht de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk dit breder bekend te maken om herhaling in andere gemeenten te voorkomen. “Iemand heeft namens mij - vanaf een e-mailadres dat verdacht veel op mijn predikanten-email leek - een mail gestuurd aan ten minste drie ouderlingen van onze kerkenraad. De tekst van de e-mail was als volgt: “Ik kan nu niet praten of sms-en. Ik zit midden in een zoom-meeting. Ik mail je met mijn laptop. Ik heb hulp nodig bij het online kopen van cadeaubonnen. Het is de bedoeling dat ik geschenken naar drie mensen stuur. Laat me weten of het mogelijk is om ze nu te krijgen, zodat ik je kan vertellen wat nodig is. Ik zal je vergoeden. Bedankt.”

Omdat de mail zo echt leek bestelde een van de ouderlingen 3 cadeaubonnen van 150 euro. Het verzoek bleek nep en de 450 euro was hij kwijt. “Omdat dit zo specifiek gebeurde in een kerkelijke setting, lijkt het mij nuttig hiervoor andere gemeenten en kerkenraden te waarschuwen”, zegt ds. Van Holten.

Alert zijn

Identiteitsfraude is een veelvoorkomend probleem in Nederland. Criminelen maken gebruik van valse of gestolen identiteitsgegevens om anderen op te lichten. Wees alert op deze en andere vormen van fraude, zie ook:

Pas op: ‘Oplichterij van diaconieën’

19 apr 2022

Dit bericht is voor het eerst gepubliceerd in 2022 en wordt regelmatig opnieuw onder de aandacht gebracht.

 lees verder
 
Hoe denken protestanten over de komst van Gods koninkrijk?

Vrede, gerechtigheid en liefde 

Bij het koninkrijk van God denken de deelnemers aan dit onderzoek vooral aan de volgende woorden: vrede (48%), gerechtigheid (46%) en liefde (39%). Daarnaast wordt door veel mensen ‘de nieuwe hemel en een nieuwe aarde/wereld’ genoemd.  

Ongeduldig en vol vertrouwen wachten 

Daarnaast roept de komst of de aanwezigheid van het koninkrijk van God vooral vertrouwen (62%), perspectief (53%) en verlangen (51%) op. Slechts 5% geeft aan ongeduldig te wachten op de komst van het koninkrijk. Toch vraagt 24% regelmatig in gebed of Gods koninkrijk snel mag komen. En als de zin ‘Uw koninkrijk kome’ in het Onze Vader klinkt, hoopt 81% daar ook echt op. 

Hier en nu 

Of het koninkrijk iets van het ‘hier en nu’ is of ‘van straks en later’ zijn de meningen verdeeld. Een kleine meerderheid denkt bij het koninkrijk van God aan ‘straks en later’, de andere helft vindt het koninkrijk van God iets van het ‘hier en nu’. Dit komt aardig overeen met de 54% van de respondenten die aangeeft dat ze het belangrijk vinden om nu al gestalte te geven aan het koninkrijk van God door het goede te doen.  

Visienota ‘Van U is het Koninkrijk’ 

Dit onderzoek is gedaan in aanloop naar het jaarthema ‘Als nieuw! Leven in het licht van Gods Koninkrijk’. Dit jaarthema loopt van september 2024 tot september 2025 en is inhoudelijk gebaseerd op het hoofdstuk ‘Van U is het Koninkrijk’ uit de visienota van de Protestantse Kerk. Scriba René de Reuver zegt daarover: “We bidden om de komst van het koninkrijk van God. Tegelijkertijd weten we door het woord van Jezus dat het koninkrijk nabij is, onder ons, hier en nu. Het is overal waar Jezus zich laat vinden en wij ons door Hem laten vinden. Dit vraagt om de levenskunst van scherp zien en onderscheiden waar het op aankomt. Zoals Paulus zegt: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Deze levenshouding daagt ons uit om ‘als nieuw’ te leven. Door te bidden, te zingen, te vieren en het goede te doen voeden we deze hoopvolle levenshouding.Om die reden zijn er in dit onderzoek ook wat vragen gesteld over bidden.  

Bidden 

De deelnemers aan dit onderzoek geven aan vooral te bidden uit dankbaarheid (76%) en vragen God om te zorgen voor hun naasten en henzelf (73%). Het minst wordt er in gebeden gevraagd waarom er zoveel ellende in de wereld is (52%) en gevraagd of Gods koninkrijk mag komen (36%).  

Eerder werden er in het kader van het jaarthema onderzoeken gedaan naar 'Hoe denken leden Protestantse Kerk over eenheid onder christenen?' en 'Hoe denken leden van de Protestantse Kerk over het avondmaal?'.   

 lees verder
 
Het koninkrijk van God in het Joodse gedachtegoed

Het koninkrijk/koningschap van God is door de eeuwen heen een terugkerend thema in het Joodse gedachtegoed. Dit overzicht geeft een deel van het gedachtegoed uit de diverse perioden weer. De hoofdlijnen uit de geselecteerde teksten worden beknopt samengevat, de teksten worden niet geanalyseerd. Mystieke denkers zijn hier buiten beschouwing gelaten, daar kan dit beperkte overzicht geen recht aan doen.  

In de Tweede Tempelperiode 

De term ‘koningschap/koninkrijk van God’ komt weinig voor in de Joodse literatuur van deze periode. Wanneer echter in overweging wordt genomen dat de woorden βασιλεια en ​מלכת​ vooral verwijzen naar ‘soevereiniteit’ en ‘heerschappij’, naar het ‘koning zijn’ van God, dan lees je wel geregeld dat God de macht en het gezag heeft op te treden als koning. We zien dit vooral in de vele koninklijke titels die Hij krijgt in met name gebeden en hymnen. In het boek Tobit vinden we veel van dit soort aanspreektitels voor God: Koning van de hemelen, Koning van de eeuwen, Grote Koning. God oefent soevereiniteit uit over de volken door prinsen en koningen macht te verlenen en de aardse machthebbers die onrechtvaardig heersen te veroordelen (Wis 6:4-11; Sir 10:14-17; Pss. Sol. 17:3; 1QM 6:60).  

Met dit oordeel komen we bij een ander aspect van Gods koningschap: zijn handelen in de eindtijd. Het oordeel over de aardse heersers wordt vaak geplaatst in een eschatologisch schema waarin de koninkrijken zijn verdeeld over afgebakende tijdvakken en het oordeel van God over de aardse heerser wordt gesitueerd aan het einde van die tijdvakken (denk aan Daniël 2: 31-45; maar ook 4Q552-3 gebruikt eenzelfde type tijdsindeling). In de meer eschatologisch gerichte literatuur van deze periode wordt deze tijd van oordeel beschreven als de tijd waarin ‘Gods koninkrijk zal verschijnen in heel de schepping’ (T.Mos. 10.1). Andere teksten voorzien een tussenpersoon die in naam van God zal handelen. In sommige teksten is dit een menselijke koning uit de lijn van David (Pss.Sol. 17), een hemelse messiasfiguur die ‘de Rechtvaardige’, ‘de Uitverkorene’, ‘de Gezalfde’, ‘de Zoon van de Mensen’ genoemd wordt, (1 En. 37-41) en in sommige teksten uit Qumran wordt gesproken over een koninklijke en een priesterlijke messias (1QS 9:11). Het koninkrijk van God wordt in dergelijke teksten vaak gekarakteriseerd door het herstel van Jeruzalem/Israël of van de hele wereld, waardoor een soort paradijs ontstaat. Dat paradijs kan aards zijn, hemels of beide. De mensheid deelt in de goddelijke heerschappij in de toestand waarin de mens ooit geschapen is (Sir 17:1-4; Wijsh 9:1-3, 10:1-2), een toestand die verloren is gegaan door de zonde maar hersteld is/wordt in het koninkrijk van God. 

Rabbijnse periode

In de vroege rabbijnse literatuur wordt door de tanna’im vaak de term ‘koninkrijk van de hemel’ (​מלכת​ ​שמים​) gebruikt wanneer gesproken wordt over koninkrijk/koningschap van God. ‘Hemel’ duidt in dit gedachtegoed niet op een plaats, maar fungeert als een van de namen van God. In de pre-messiaanse tijd is het koninkrijk van God onzichtbaar, en de realiteit ervan in het heden een geloofszaak. Het formeel ‘aanvaarden van het juk van Gods koningschap/koninkrijk' is een belangrijk thema in de rabbijnse literatuur. Het eerste deel van het Shema dat dagelijks gebeden dient te worden, wordt door hen gezien als de formele aanvaarding van het juk van Gods koningschap/koninkrijk (mBer 2:2). De toewijding aan dit onzichtbare koninkrijk leidde niet per definitie tot een negatieve houding ten opzichte van aardse machthebbers. Met name in de midrasj wordt beargumenteerd dat het bij tijd en wijle mogelijk is dat menselijke machthebbers bijdragen aan gerechtigheid (BerR 9:13). Er zijn echter ook midrasjiem die het ’koninkrijk van de hemel’ geheel in de messiaanse periode situeren. Politieke onafhankelijkheid maakt daar deel van uit en ‘het koninkrijk van verdorvenheid’ zal vervangen worden door het koninkrijk van de hemel. 

Middeleeuwen 

Ook in de Middeleeuwen zien we dat het koninkrijk van God binnen het Joodse gedachtegoed twee onderscheiden maar wel verwante betekenissen heeft: het gaat aan de ene kant om een letterlijk koninkrijk, een politieke zaak, en aan de andere kant om een meer metaforische en metafysische werkelijkheid. Het letterlijke en politieke aspect legt de nadruk op de heerschappij die God ook over aardse gemeenschappen heeft. Ook het aspect van de eindtijd zien we terug: aan het einde der tijden zal de Messias Israël als staat herstellen en daarmee de politieke situatie in de geschiedenis veranderen. In metafysische zin verwijst het koninkrijk van God naar de heerschappij die God over de totaliteit van het bestaan heeft. Iedere zegening (beracha) begint met deze vaste formulering: ‘Gezegend zijt Gij, Heer onze God, koning van de wereld.’ Hier wordt de relatie benadrukt tussen Schepper en schepsel/schepping. Belangrijke middeleeuwse Joodse denkers als Maimonides (1138-1204) en Isaac Abarbanel (1437-1508) spreken ook over beide aspecten. Maimonides legt het rabbijnse concept ‘het aanvaarden van het juk van het koninkrijk van God’ (mBer 2.2) als volgt uit: door het reciteren van het Shema erken je Gods koningschap over het hele bestaan en leg je jezelf erop toe om de geboden van de koning te vervullen. Hij kiest voor  een tamelijk rationele lijn. Hij maakt dit kiezen voor het vervullen van de geboden als het ware los van het messiaanse koninkrijk dat ooit op een zeker punt in de geschiedenis zal komen - dat zijn voor hem twee verschillende zaken. Isaac Abarbanel schrijft uitgebreider over de messiaanse tijd. Hij maakt daarbij veel gebruik van het bijbelboek Jesaja. Voor Abarbanel zal de komst van de Messias niet alleen de terugkeer van de ballingen naar Israël inluiden en het herstel van het Davidische koningshuis, maar de verlossing van de hele mensheid en alle dieren. Voor hem bestaat deze universele verlossing uit de universele erkenning van de waarheid van de Thora, en als gevolg van deze erkenning zal er voor eeuwig vrede zijn. (Universele verlossing is voor hem niet de verlossing van zonde in de wereld gebracht door Eva en Adam).  

Moderne tijd 

De drie eeuwen die tot de moderne tijd worden gerekend, omspannen een periode waarin de positie van de Joodse gemeenschap meerdere keren radicaal verandert. Van de Haskala, revoluties, oorlogen, de opkomst van de democratie en het verkrijgen van burgerrechten tot de Shoah en de stichting van de staat Israël. Deze politieke context heeft duidelijk invloed op het denken over het koninkrijk/koningschap van God. 

In de 19e eeuw wordt ook door Joodse denkers kritisch gekeken naar monarchie als staatsvorm. Het gebod uit Deuteronomium om een koning aan te stellen is optioneel volgens de Litouwse talmoedist Naftali Tsevi Juda Berlin (1816-1893); autoritaire regimes vormen een grote bedreiging voor de gemeenschap. Gods koningschap over de wereld wordt volgens hem beter weerspiegeld in een regeringsvorm waarin mensen gelijke rechten hebben en gelijke inspraak. In de VS benoemt Mordechai Kaplan (1881-1983) dat het beeld van God als koning heel vreemd is voor 20e eeuwse Joods-Amerikaanse mensen. Gods koningschap over de wereld moet worden bewerkstelligd door de daden van mensen. Het messiaanse tijdperk raakt wat uit beeld bij deze denkers wanneer zij schrijven over koninkrijk/koningschap van God. 

Tijdens en na de Shoah werd het beeld van God als koning over heel de wereld intens problematisch voor veel Joodse denkers. Toch verdwijnt het beeld niet: mensen als Greenberg, Rubenstein, Wiesl en Weiss Halivni worstelen om de verbondsrelatie tussen God als koning en het Joodse volk te herinterpreteren in het licht van de ongeëvenaarde wreedheid en de vernietiging van het Joodse volk door het naziregime. Volgens sommigen moet de band tussen de mens en God opnieuw gesmeed worden, en het verbond wordt een keuze en niet langer een overgeleverde verplichting.  

Abraham Joshua Heschl (1907-1972) schrijft dat de theologie van koningschap van God zorgvuldig moet worden geïnterpreteerd in de schaduw van het fascisme en de Shoah, maar zeker niet terzijde geschoven hoeft te worden. Alleen God is de heilige koning die de mensen oproept een hogere morele standaard na te streven. God is weliswaar een absolute realiteit in zichzelf, maar zijn soevereiniteit kan alleen bestaan in een relatie. Het gaat voor hem niet per definitie om gehoorzaamheid aan geboden: zorg en liefde voor andere mensen en respect voor menselijke waardigheid brengen volgens hem het koninkrijk van God tot stand op aarde.  

 lees verder
 
Ds. Arjan Plaisier: “Christus is actueel, in elke tijd en voor elk mens’  

  • in 2023 ging Arjan Plaisier met emeritaat, daarvoor was hij gemeentepredikant in De Brug in Amersfoort en pionier in Apeldoorn
  • tussen 2008 en 2016 scriba van de generale synode 

De Protestantse Kerk bestaat 20 jaar. Reden voor een feestje? 

“Ik maakte het tienjarig jubileum mee als scriba van de generale synode. We hielden toen een kerkdienst in Nijkerk, waar de koning en koningin bij waren. Het was mooi om dat zo te markeren. Dat hoeft tien jaar later niet nog een keer. Ik ben dankbaar voor het twintigjarig bestaan van onze verenigde kerk. Ooit zei men dat kerkvereniging het einde is van een huishoudelijke twist. Een twist die in toenemende mate niet over de grondslag van de kerk ging. Gelukkig zijn we bij elkaar gekomen, en dat werd hard tijd. Dat ook de Lutherse traditie erbij kwam heeft het samengaan alleen maar mooier gemaakt. Hoewel het jammer en treurig is dat de kerkvereniging ook breuken heeft opgeleverd, neemt dat niet weg dat het samengaan een verheugende zaak is die is gedaan in gehoorzaamheid aan wat Christus zelf heeft gedaan. We gaven gestalte aan die ene kudde onder de ene Heer.” 

Hoe keek je zelf aan tegen de eenwording 20 jaar geleden?  

“Ik ben blij dat de kerkvereniging toen eindelijk zijn beslag kreeg. Het viel niet meer uit te leggen dat we aparte kerkgenootschappen hadden. Wat niet meer uit te leggen valt, heeft geen reden van bestaan meer. We zijn er om samen de scheuren te helen, te naaien en het ene kleed weer boven water te krijgen.” 

We zijn 20 jaar verder. De Protestantse Kerk verliest jaarlijks tienduizenden leden en kerksluiting is bijna aan de orde van de dag. Waarom zou een mens nog lid worden van de kerk? 

“In veel gevallen ben je al lid, bijvoorbeeld omdat je geboren bent in een christelijk gezin en als kind bent gedoopt. Sommige zaken hangen niet van onze individuele beslissing af, daar zijn we al in opgenomen. Gelukkig worden er - soms tot onze eigen verbazing - nog steeds nieuwe mensen lid van de kerk. Ik zie de kerk niet als een succesformule, maar als het lichaam van Christus. Het is een groot verband, een vorm van eenheid van Christus zelf. Je wordt ingelijfd in zijn lichaam. Dat is ook nu nog een werkelijkheid, en niet alleen iets van vroeger. In de kerk word ik iedere keer weer betrokken op God, en ingewijd in het leven met God. Waar vind ik dat anders? Ik kan me geen leven voorstellen zonder die inlijving in het lichaam en de gemeenschap met de heilige dingen.” 

Veel kerken willen met hun tijd meegaan en proberen allerlei nieuwe vormen uit om mensen te binden, maar het lijkt vechten tegen de bierkaai. Moeten kerken ophouden met experimenteren? 

 “Ik denk dat de heilige Geest verder gaat met de kerk, en daarin ook van experimenteren houdt. Ook van trouw en traditie. De Geest heeft verschillende ijzers in het vuur. Hij geeft ons ook de motivatie om kerk-zijn ook beschikbaar te stellen voor mensen met een andere achtergrond, en voor een nieuwe generatie. Experimenteren gaat met vallen en opstaan, dat hoort erbij. Als wij in afhankelijkheid en nederigheid ons werk blijven doen, wordt dat zeker gezegend. We moeten niet bang zijn dat we met ‘het verkeerde product’ zitten. Christus is actueel en werkelijk, in elke tijd en voor elk mens. We zijn getuige van iets wat ons ook in de greep gekregen heeft en wat voor elke tijd van betekenis is. En wonderlijk genoeg staat de kerk soms uit het niets weer op."

Hoe kijk je aan tegen de komende 20 jaar Protestantse Kerk? Wat verwacht je en wat hoop je? 

“Ik hoop dat we een kerk zijn die elke keer weer de vreugde van het evangelie hervindt. Een gastvrije, open kerk die niet vaag blijft, maar een duidelijke identiteit heeft. Dat we de vrijmoedigheid hebben om te zeggen ‘dit zijn wij, hier lopen we niet voor weg’. Ga staan waar je voor staat, en leef die gemeenschap uit, zou ik tegen de kerk willen zeggen. Durf over grenzen heen te gaan, ook met nieuwe vormen van kerk-zijn. Dan zal God ook met ons meegaan. 

Twintig jaar is voor mij een soort lichtkring, een open ruimte waar we binnengaan. Hoe we eruit komen weten we niet, maar laten we met goede moed de nieuwe periode ingaan. Zodat de kerkvereniging niet een eindstation is maar een startpunt. We komen in een tijd waarin de kerk zich in de marge bevindt. Wat zou er een kracht van uitgaan als we de verdere breuken in het lichaam van Christus te boven komen. Door ons te concentreren op God, door te bidden en samen te geloven in die ene kerk van Christus. Ik hoop dat de komende 20 jaar ons daar dichterbij brengt.”  

in 2023 ging Arjan Plaisier met emeritaat, daarvoor was hij gemeentepredikant in De Brug in Amersfoort en pionier in Apeldoorn tussen 2008 en 2016 scriba van de generale synode 

Lees meer in de serie over 20 jaar Protestantse Kerk:

Piet Vergunst: ‘God zorgt er zelf voor dat zijn werk doorgaat’

 lees verder
 
Veiligheid van noodhulpverleners moet dringend verbeteren

Veel rampplekken zijn onveilig. Zo is het bijna onmogelijk om in Gaza hulp te verlenen, terwijl dat daar nu hard nodig is. Helaas zijn er zo veel meer voorbeelden te noemen.  

Volgens de Verenigde Naties was 2023 het dodelijkste jaar ooit voor noodhulpverleners. Dat is een triest dieptepunt. De organisatie meldt dat ook dit jaar al meerdere aanvallen plaatsvonden op humanitaire werkers. Dat moet stoppen. 

Kerk in Actie werkt in andere landen samen met lokale kerken en organisaties die hun leven op het spel zetten. Wij proberen hen te steunen in het bereiken van slachtoffers van rampen. Dat geldt ook voor gebieden waar gewapende conflicten zijn.  

Het is van levensbelang dat de veiligheid van hulpverleners en de toegang tot slachtoffers in rampgebieden verbetert. We moeten daarom samen in actie komen voor de mensheid, oftewel: #ActForHumanity. 

 lees verder
 
Catechese en anti-judaïsme 

Catechese wordt op vele manieren vormgegeven in de Protestantse KerkVerder lezenCatechisatie. Hoe doe je dat?. In sommige gemeenten volgen jongeren wekelijks catechisatie, er zijn gemeenten die alleen een vorm van catechese kennen die voorbereidt op de openbare geloofsbelijdenis en gemeenten die enkele malen per jaar een thematische bijeenkomst organiseren. Ondanks alle verschillen in context en frequentie gaat het om het vormen en toerusten van gelovigen.  

Stilstaan bij anti-judaïsme 

Anti-judaïsme is een thema dat niet snel aan de orde komt. Toch kan het goed zijn wanneer we eens stilstaan bij dit thema, omdat we wellicht onbewust en onbedoeld stereotiepe beelden van het jodendom hebben. Als we proberen te zoeken naar de kern van ons geloof, daarover leren en samen willen groeien, moet het jodendom in dat proces dan wel of niet aan de orde komen? En als erover gesproken wordt, op welke manier? 

Jodendom en joden: waar denk je aan? 

Laten we beginnen met enkele vragen om je eigen (on)bewuste opvattingen te schetsen. Waar denk je aan bij ‘het’ jodendom en joden? Hoe denk je over de relatie tussen het Oude en Nieuwe Testament, hoe denk je over Jezus’ verhouding tot zijn tijdgenoten, over het nieuwe verbond waarover gesproken wordt bij doop en belijdenis? Heeft het Oude Testament alleen waardeVerder lezenHet jodendom bekijkt het Oude Testament anders dan het christendom omdat het de weg baant voor het Nieuwe Testament, gelezen vanuit christologisch perspectief? Wanneer er bij doopVerder lezenDe doop in plaats van de besnijdenis en avondmaal wordt gesproken over het nieuwe verbond, wat is dan het ‘oude’ verbond en welke status hoort daarbij?  

Al deze vragen mag je ook stellen aan het materiaal waarmee je werkt: hoe wordt daar over het jodendom gesproken, is dat fair en (historisch) correct? Hoe worden de concepten oud en nieuw verbond uitgelegd wanneer over doop en avondmaal wordt gesproken? Hoe worden verhalen uit het Oude Testament gebruikt: als verhaal op zichzelf of alleen in relatie tot het Nieuwe Testament? Hoe is vervolgens die relatie? Wordt het oudtestamentische gedeelte uitsluitend gebruikt als tekst die de komst van Christus aankondigt? Of illustreert de oudtestamentische passage wat je niet moet doen en staat deze tegenover een nieuwtestamentische passage die weergeeft hoe het wel moet? 

Vervangingstheologie 

Het onderliggende thema van al deze vragen is de vervangingstheologie – een theologie die expliciet wordt afgewezen door de Protetantse KerkVerder lezenIsraël & Palestina . Heel kort door de bocht wordt vervangingstheologie gedefinieerd als het geloof dat de kerk Israëls plaats heeft ingenomen als het uitverkozen volk van God. De theologie kent drie kernelementen: 

  1.  Het jodendom zou een achterhaald en star geloof zijn. 
  2. De kerk zou het spirituele verlangen dat leefde bij het volk Israël nu volledig vervullen doordat zij via de persoon van Christus een complete relatie met God kan onderhouden. Een ‘bijwerking’ van deze opvatting is het idee dat het volk Israël en het Oude Testament niet langer noodzakelijk zijn in Gods plan om de mens te verlossen.  
  3. God zou het verbond met het volk Israël hebben beëindigd omdat de joden niet erken(n)(d)en dat Jezus de Messias is.  

Farizese praktijk 

Dit alles leidt vaak tot bepaalde opvattingen over het jodendom en de Schriften die schadelijk en historisch onjuist zijn. Elementen hiervan kom je – helaas – nog geregeld tegen in de liturgie, verkondiging en ook in de catechese. Bekende valkuilen gaan over Farizeeën, en over Jezus en vrouwen. Je hoort nog weleens dat de omgang van Jezus met vrouwen aanstootgevend zou zijn volgens contemporaine joodse maatstaven. Het gedrag van Jezus past echter binnen de sociaal gebruikelijke patronen van die tijd en is dus in dat opzicht niet revolutionair. Over de Farizeeën hoor je vaak: ‘hun strikte interpretatie van de geboden belast en onderdrukt de mensen’. Teksten als Mattheüs 23 kunnen dit soort ideeën aanwakkeren. Er is niet veel bekend over wat de Farizese praktijk precies inhield, maar niets uit de bronnen ondersteunt deze generalisatie. In tegendeel zelfs, daar wordt juist de mildheid van de Farizeeën genoemd (en bekritiseerd!), zeker als gaat over de strafmaat die toegepast zou moeten worden volgens joodse regels. 

Ongefilterde informatie 

Mocht je met dit onderwerp aan de slag willen binnen de catechese, dan is het volgende nog goed om in het achterhoofd te houden. Veel gelovigen (waaronder de tieners en twintigers) zijn zich niet (meer) bewust van het onderscheid tussen het theologische begrip ‘het volk Israël’ en de staat Israël. Zeker na 7 oktober 2023 is het goed om je hiervan bewust te zijn en bijvoorbeeld niet te onderschatten hoeveel ongefilterde informatie jongeren tegenkomen in hun digitale leven. Digitale informatie is vaak niet geverifieerd, maar kan jongeren wel bepaalde opvattingen laten geloven. 

Lees meer in de serie over anti-judaïsme in de kerk:

 

We zingen en bidden de psalmen mee met Israël

 

 lees verder
 
Sabine Hiebsch: “Ik hoop dat de Protestantse Kerk kritisch naar zichzelf blijft kijken” 

  • sinds 31 oktober 2017 bijzonder hoogleraar op de Kooiman-Boendermaker Leerstoel voor Luther en de geschiedenis van het (Nederlandse) lutheranisme aan de Theologische Universiteit Utrecht 

De Protestantse Kerk bestaat 20 jaar. Reden voor een feestje? 

“Gezien in het licht van het hele toenaderingsproces, dat in 1961 startte, is 20 jaar geen lange periode. Ik ben blij dat de Protestantse Kerk in Nederland bestaat en dat voor fusie is gekozen. Maar een feestje? Ik denk vooral aan het gegeven dat de gemeenten van de Protestantse Kerk in vrijheid en in het openbaar kunnen vieren rond Woord en sacramenten, in tegenstelling tot de vele christenen die bedreigd en achtervolgd worden. Dat is helemaal niet vanzelfsprekend en stemt tot dankbaarheid. Als ik zelf in diensten voorga, sta ik hier in de gebeden vaak bij stil.”  

Hoe keek je zelf aan tegen de eenwording 20 jaar geleden?  

“Ik werd zelf in 2001 lid van de lutherse synode en daarmee van de triosynode, de Samen op Weg-synode. Ik maakte de spannende jaren voor de fusie mee. Ik was toen en ben er nu nog steeds van overtuigd dat dit de juiste keuze was voor de Evangelische-Lutherse Kerk. Maar het was geen gemakkelijke keuze. De lutheranen waren in de Nederlanden vanaf de Reformatie een slechts getolereerde religieuze minderheid. De Gereformeerde Kerk was de bevoorrechte kerk. Door internationale oecumenische ontwikkelingen in de 20e eeuw werd het toch mogelijk om met elkaar in gesprek te gaan. Het besluit om te fuseren stond voor mij heel erg in het licht van de Konkordie van Leuenberg. Maar het was spannend, er waren ook tegenstemmers in de drie synodes. Ik herinner me heel goed de opluchting toen bleek dat de meerderheid vóór had gestemd. De fusie betekende voor mij nooit het weg laten vallen of onderdrukken van de eigen traditie. Maar om juist met de kennis van de tradities met elkaar kerk van Christus te zijn. 20 jaar is natuurlijk veel te weinig om al te kunnen spreken van een ‘PKN-identiteit’.” 

We zijn 20 jaar verder. De Protestantse Kerk verliest jaarlijks tienduizenden leden en kerksluiting is bijna aan de orde van de dag. Waarom zou een mens nog lid worden van de kerk? 

“Het is heel triest dat vertrouwde, geliefde kerkgebouwen afgestoten moeten worden. Maar het lid worden van een kerk hangt toch niet af van hoe groot die is? De Protestantse Kerk in Nederland is nog steeds geen kleine kerk.” 

Veel kerken willen met hun tijd meegaan en proberen allerlei nieuwe vormen uit om mensen te binden, maar het lijkt vechten tegen de bierkaai. Moeten kerken ophouden met experimenteren? 

"Kerken hebben altijd geprobeerd met hun tijd mee te gaan en nieuwe vormen te vinden. Wat ik wel belangrijk vind is dat nieuwe vormen op een gedegen bijbels fundament staan, met kennis van geschiedenis en tradities. Ze moeten niet alleen een uiterlijkheid zijn. Soms is dat een probleem. Ik heb tot 2011 in de synode gezeten, en was daarna nog vier jaar lid van het generale college voor de kerkorde. In die periode zag ik veel nieuwe plekken langskomen. Er waren in de synode soms schrijnende verhalen van predikanten die hun gemeente ten onder zagen gaan terwijl een paar stappen verder een pioniersplek stond waar wel van alles kon. Ik had dan altijd de neiging om tegen mensen van de pioniersplek te zeggen: kijk maar goed hoe het hier werkt, over 20 jaar zijn jullie degenen die het zelf mogen uitzoeken als het slecht gaat. Soms is een nieuwe vorm niet meer dan cosmetica: het lijkt nieuw maar is het niet. En het is ook heel belangrijk voor de kerk om het verschil te maken tussen actueel en relevant. Niet alles wat actueel lijkt is daadwerkelijk relevant. De taak van kerken is vooral om mensen uit te nodigen, er voor hen te zijn. Mensen beslissen zelf wel of ze zich willen binden. Nieuwe vormen hangen af van het fundament, van waar je jezelf daarbij ziet staan en hoe serieus je de mensen neemt. Het moet niet ten koste gaan van een andere gemeente die eigenlijk jouw hulp nodig heeft.”  

Hoe kijk je aan tegen de komende 20 jaar Protestantse Kerk? Wat verwacht je en wat hoop je? 

“Ik hoop dat de Protestantse Kerk zich niet blindstaart op het verlies van leden. Het succes van de kerk meet je niet af aan het aantal leden. En ik hoop dat ze kritisch naar zichzelf blijft kijken, vanuit het vertrouwen van wie de kerk is. En verder verwacht ik dat ze veel meer dan tot nu toe aan de tafels zit waar belangrijke maatschappelijke problemen worden besproken, juist vanuit de diversiteit van haar leden. In Zweden, Denemarken en Duitsland zitten bij alle belangrijke maatschappelijke discussies theologen aan tafel. Scheiding van kerk en staat betekent niet dat je als kerk geen stem hebt. Je moet aanwezig zijn. Ik hoop dat dat veel concreter gebeurt, en niet alleen achter de synodedeuren. Daarnaast hoop ik dat de Protestantse Kerk openstaat voor een nauwere samenwerking met andere protestantse kerken, die dezelfde openheid hebben of daarnaar op weg zijn. Doen wat een kerk hoort te doen: naar buiten gaan, in de wereld staan.” 

Lees meer in de serie over 20 jaar Protestantse Kerk:

Ds. Arjan Plaisier: “Christus is actueel, in elke tijd en voor elk mens’  

 lees verder
 
Ds. Christiaan Olie: “Het evangelie is niet alleen voor de kerkelijke club”

  • studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, daarna theologie aan de Universiteit Utrecht.
  • sinds 2019 gemeentepredikant van de Hervormde wijkgemeente Maranatha binnen de Protestantse Gemeente Delft. Daarvoor predikant van de Hervormde Gemeenten Genemuiden en Zuilichem.
  • voelt zich ‘hervormd in hart en nieren’, en het meest verwant aan de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk.

Hoe ervaar je je roeping?

“Ik was helemaal niet van plan om predikant te worden. Na de middelbare school ging ik bedrijfskunde studeren in Rotterdam. Het christelijk geloof voelde toen nog op afstand. Ik zat mijn tijd uit in de kerk, tot ik in 1996 plotseling tot levend geloof kwam. De studie boeide me niet meer. Op advies van mijn ouders maakte ik eerst toch de studie af en begon daarna met theologie in Utrecht. Steeds meer had ik het verlangen om in Gods koninkrijk bezig te zijn, en het evangelie te delen met mensen die er onbekend mee zijn.”

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?

“Dicht bij mijn roeping blijven. In Delft probeer ik steeds oog te hebben voor de nood die er is in de stad. Ik ga iedere maand naar het inloophuis. Daar ontmoet ik bijzondere mensen en word ik verrast door het levende geloof dat ik er vind. Het evangelie van Jezus Christus is niet alleen voor de eigen kerkelijke club, maar ook voor mensen die er in de samenleving uit liggen.”

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?

“Tijd nemen voor de eigen omgang met God is ongelooflijk belangrijk. De rust bij Christus zoeken, noem ik dat. De tekst uit 1 Timotheüs 4:16: ‘Geeft acht op uzelf’ is een dagelijkse reminder dat je niet alles kunt. Na de coronatijd wilde ik heel hard gaan ‘rennen’. Dan loop je jezelf snel voorbij. Je kunt bewogen en betrokken zijn, maar als je slecht voor jezelf zorgt ga je eraan onderdoor. Dat vraagt God niet van ons. Mijn gezin houdt me op de juiste momenten een spiegel voor. En sinds anderhalf jaar hebben we een hond. Een aanrader om nieuwe contacten in de wijk op te doen!”

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?

“De prediking, het pastoraat, bezoekwerk en ontmoeting met mensen. De meeste energie krijg ik van laagdrempelig contact met mensen.”

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?

“Twee jaar geleden heb ik een cursus contextueel pastoraat gevolgd, en vorig jaar met collega’s een studiereis naar Indonesië gemaakt. Beide gaven me verdieping in het pastoraat. Je ontdekt dat alles wat mensen zeggen en doen grotendeels te maken heeft met afkomst. Dingen die je overkomen in het leven hebben invloed op wat je bent en doet. Het leerde me om goed naar het verhaal van anderen te luisteren, ook al is diegene heel anders dan jezelf. Dan komen er vanzelf aanknopingspunten voor grote levensvragen of een opening om over God te praten.”

Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?

“Met mensen die regelmatig negatief in het nieuws zijn: personen als Ridouan Taghi en Willem Holleeder. Ze worden afgeschilderd als monsters, maar zijn ook vader van, broer van of vriend van. Ik ben nieuwsgierig naar de mens achter degene die verkeerde keuzes heeft gemaakt. Waar putten zij inspiratie uit? De verkondiging van genade, liefde en nieuwe kansen is niet alleen voor zondag in de kerk, maar een boodschap voor de hele wereld.”

Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving, en jouw rol daarin?

“De kerk lijkt steeds minder betekenis te hebben in de samenleving. Daarom is het belangrijk dat we zichtbaar blijven. Niet met een te grote mond spreken, maar dienstbaar zijn aan de mensen om ons heen. Kijk naar de vroege kerk. Die groeide sterk toen ze het opnam voor mensen die eruit lagen of een besmettelijke ziekte hadden. We zijn er als kerk niet voor onszelf, maar geroepen om de liefde van Christus te delen met anderen. Ik zie het ook als mijn taak om bewogen te zijn met de wereld om ons heen. Jezus zelf is daarin een voorbeeld voor me. Hoe hij met innerlijke ontferming en liefde met mensen omging, inspireert me steeds weer.”

Welk boek, welke film of welke podcast raad je collega’s aan?

“Het boek ‘Dialoog, dans en duel’ van Kees van Ekris vind ik een aanrader. Hij beschrijft heel duidelijk hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de leefwereld van deze tijd. Daarnaast vind ik ‘Gods smokkelaar’ van Anne van der Bijl prachtig. Dat boek heb ik in één adem uitgelezen. Het is voor mij een bron van bemoediging: als God je roept in zijn dienst, mag je ook concrete hulp van Hem verwachten. Alles is in zijn hand.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat?

“De tekst uit 1 Korintiërs 9, vers 16b: .. want de nood is mij opgelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig (Statenvertaling). Vooral het stukje over ‘de nood’ heeft betrekking op mijn eigen roeping. Deze woorden wijzen me steeds de richting die ik moet gaan én laten me zien dat ik het evangelie niet alleen binnen de kerkmuren moet houden.”

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?

“Dat we trouw blijven aan het evangelie, en oog houden voor de persoonlijke relatie met God én die met andere mensen. De vorm van het kruis symboliseert dat zo mooi: de verticale lijn als de relatie tussen God en mensen, de horizontale lijn die tussen mensen onderling. Die twee kunnen niet zonder elkaar. We zijn geroepen om heilig met God te leven, zijn koninkrijk tegemoet, maar ook om ons te verzetten tegen iedere vorm van onrecht.” 

Lees meer in de serie over het ambt:

Jongerenpastor Sjoerd Bakker: “Ik ben graag creatief bezig met en rond het evangelie”

 lees verder