Meer bekendheid over Pasen door The Passion 

De Protestantse Kerk in Nederland is nauw betrokken bij het televisie-evenement dat dit jaar zijn vijftiende editie beleeft. Volgens algemeen directeur Jurjen de Groot van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland is dat een mijlpaal: “Al 15 jaar wordt met The Passion een enorm publiek bereikt, waarmee het voor velen een traditie is geworden. Een jonge generatie is zich meer gaan verdiepen in het paasverhaal of de Bijbel gaan lezen. Dat zijn precies die dingen waar we op hopen.” 

De cijfers onderstrepen de rol die The Passion speelt in het toegankelijk maken van het religieuze verhaal voor een breed publiek. Naast de grotere bekendheid, zegt 44% van de ondervragers te ervaren dat het Bijbelse verhaal door The Passion een nieuwe of andere betekenis heeft gekregen en ziet 39% het programma als een jaarlijks moment van bezinning. De Groot: “The Passion brengt het paasverhaal over het leven en de opstanding van Jezus dicht bij miljoenen Nederlanders. Mensen worden geraakt door het lijdensverhaal en voelen zich opgetild door de muziek en de manier waarop het verhaal wordt gebracht.” Naast de grotere bekendheid, geeft 34% van de jongeren aan dat door The Passion de drempel naar de kerk verlaagd is.  

Activiteiten rondom The Passion 

De Protestantse Kerk in Nederland organiseert rondom The Passion verschillende activiteiten. Zo worden verspreid door het land ruim 300 kijkavonden georganiseerd in onder andere kerkgebouwen. Daarnaast biedt de Protestantse Kerk ook extra verdieping rond de tv-uitzendingen, in de vorm van een ‘Passion-talk’ en een online videoserie voor de social media. 

The Passion is een samenwerking tussen de Protestantse Kerk in Nederland en de tv-omroep KRO-NCRV. Dit jaar vindt het evenement plaats in Terneuzen. De uitzending is op donderdagavond live te zien op NPO1. 

 lees verder
 
Wie was Aurelius Augustinus? 

Wanneer hoorden we voor het eerst van hem? 

Aurelius Augustinus werd geboren op 13 november 354 in het Noord-Afrikaanse Thagaste (in het huidige Algerije). Hij was een kind van twee werelden: moeder Monica was een Berberse christin, vader Patricius een welgestelde, niet-christelijke Romein. Augustinus doorliep een klassieke scholing en met zijn scherpzinnigheid en welbespraaktheid schopte hij het zelfs tot het keizerlijke hof in Milaan. Maar parallel aan zijn voorspoedige maatschappelijke carrière, die hem geen vervulling bracht, maakte hij een intensieve geestelijke zoektocht door. Na omzwervingen langs astrologie, neoplatonisme en manicheïsme, bekeerde hij zich in 387 tot het christendom – nota bene de godsdienst waar hij altijd op had neergekeken. Zijn moeder en bisschop Ambrosius van Milaan speelden daarbij een belangrijke rol, maar naar eigen zeggen waren het de woorden ‘neem en lees’ van een toevallig opgevangen kinderliedje die hem het beslissende duwtje gaven. Hij sloeg een bijbel open en werd dusdanig geraakt door wat hij las dat hij besloot christen te worden.  

In 396 werd hij bisschop van de Noord-Afrikaanse havenstad Hippo Regius (thans Algerije). Al snel verwerft hij naam als begaafd theoloog, prediker en auteur. Zijn stem werd invloedrijk in de debatten van zijn tijd, met manicheëers, donatisten, pelagianen en andere stromingen. Augustinus overleed in 430, in Hippo, terwijl de stad belegerd werd door de Vandalen. 

Waarmee is hij bekend geworden? 

Voor velen is zijn boek Belijdenissen de eerste kennismaking met Augustinus. Het is toegankelijk geschreven en tegelijk diepgravend. Het beschrijft hoe hij na een lange zoektocht en hardnekkig verzet het christelijk geloof omarmde. Het werk heeft trekken van een geestelijke autobiografie, maar doordat het geschreven is in de vorm van een doorlopend gebed, staat niet Augustinus zelf maar het handelen van God centraal. Beroemd zijn de woorden uit de openingsalinea: ‘Ons hart kent geen rust tot het rust vindt in U.’ 

Die uitspraak is typerend voor de theologie waarmee hij zo invloedrijk is geworden: Gods ontferming staat centraal, niet wat wij mensen bedenken of doen. Zijn genade is het enige medicijn tegen de zondigheid van de mens en het werk van zijn Geest gaat vooraf aan elk goed werk, zelfs elke goede gedachte. Dat was de inzet in zijn strijd tegen de pelagianen, maar ook tegen de donatisten die probeerden een zuivere kerk af te dwingen. De kerk, antwoordde Augustinus, is een ziekenhuis, geen verzameling volmaakte mensen. Als Augustinus over zonde spreekt, is het woord nederigheid steeds nabij. 

Een ander beroemd werk is De stad van God, waarin hij zijn visie ontvouwt op de verhouding tussen de hemelse stad van God, waar de mensen leven uit de Geest, en de aardse stad van eigenliefde en machtsstreven. Het raakte dus aan de verhouding tussen kerk en staat en was zeer invloedrijk in de middeleeuwen. 

Augustinus’ denken is ook buiten kerk en theologie van betekenis geweest. Wat hij schreef over bijvoorbeeld tijd, taal en hermeneutiek, en over wat we nu psychologie of politieke filosofie zouden noemen, was hij zijn tijd vooruit. 

In de middeleeuwen werden zijn uitspraken steeds vaker gebruikt als losse bouwstenen voor de constructie van omvattende theologische systemen. Daardoor raakte helaas de eigenheid van Augustinus’ denken op de achtergrond, evenals het feit dat hij op specifieke omstandigheden en problemen reageerde. Terwijl juist dat kleur en diepte geeft aan zijn werk.  

In 1947 bracht Frits van der Meer in Augustinus de zielzorger de herderlijke bewogenheid en wijsheid van de bisschop die Augustinus vooral was, weer voor het voetlicht. In het recente historisch-theologisch onderzoek hebben bijvoorbeeld Augustinus’ preken een prominente plek. 

Wat kunnen we met zijn gedachtegoed? 

Natuurlijk was ook Augustinus een kind van een andere tijd en cultuur. Sommige van zijn opvattingen, bijvoorbeeld over erfzonde en het lot van ongedoopte kinderen, roepen vandaag eerder weerstand dan weerklank op. Toch blijkt juist ook bij Augustinus hoezeer de vragen van toen en nu met elkaar verbonden zijn. Omdat hij openhartig is en zichzelf niet spaart, is hij soms onverwacht herkenbaar en nabij. Zijn scherpzinnigheid, diepzinnigheid en creativiteit prikkelen ook nu nog ons denken. Niet voor niets wordt zijn werk tot op de dag van vandaag door een divers publiek gelezen, zowel binnen als buiten de kerk. 

Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug? 

Augustinus’ leer van zonde en genade heeft het theologisch denken door de eeuwen heen gestempeld, al hebben er ook steeds tegengeluiden geklonken. Luther was er als Augustijner monnik diepgaand door beïnvloed en ook Calvijn is in dat spoor verder gegaan. Het gezicht van het protestantisme is mede bepaald door Augustinus. 

De laatste decennia trekt juist de pastorale en spirituele kant van zijn werk meer aandacht. Regelmatig verschijnen er nog nieuwe vertalingen van zijn werk, ook in het Nederlands. In 2005 werd Augustinus’ preek over Matteüs 11:28 (‘Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijn…’) door de lezers van Trouw uitgeroepen tot mooiste preek aller tijden. 

Sommige van Augustinus’ uitspraken weerklinken nog altijd in zowel kerkmuziek (bijvoorbeeld NLB 695:2, Opwekking 641) als popmuziek (Robbie Williams, Make me pure). 

Boekentip 

Aurelius Augustinus: Belijdenissen, ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Wim Sleddens O.S.A., Budel: Damon, 2009. Misschien is dit werk wel de beste kennismaking met zijn denken. De vertaling is goed leesbaar, de inleiding behulpzaam. 

Luistertip 

De Ongelooflijke Podcast, aflevering 200: De grote Augustinus-show!, met Paul van Geest, Beatrice de Graaf en Stefan Paas. Een vrolijk en onderhoudend gesprek dat, hoewel soms wat hagiografisch aangezet, een mooie verkenning van Augustinus’ leven, denken en invloed biedt. 

 

 lees verder
 
Licht van Christus: het symbool van de Paaskaars

Aanwezigheid van Christus 

‘Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld’, zegt Jezus (Matteüs 28:20). Dat betekent dat de paaskaars altijd brandt, omdat hij Christus’ aanwezigheid bij de vierende gemeente representeert. In sommige gemeenten wordt de kaars aan het begin van de dienst aangestoken. De gedachte daarachter is dat Christus in ons midden verschijnt wanneer de gemeente samenkomt, en niet de indruk wordt gewekt dat zijn aanwezigheid met het gebouw van de kerk verbonden is. In de meeste kerken brandt de paaskaars echter al als de gemeente de kerkruimte binnenkomt, omdat Christus’ aanwezigheid niet van ons afhankelijk is; zijn licht straalt ons al tegemoet, zijn aanwezigheid gaat aan die van ons vooraf. 

Consequent branden 

In deze betekenis krijgt de paaskaars de functie die de Godslamp in de synagoge heeft, die bij de ark met de Thorarollen hangt, of in rooms- en oud-katholieke kerken bij de tabernakel met het eucharistisch brood. Die verwijzen ook naar de voortdurende aanwezigheid van God respectievelijk Christus. Het licht valt overigens niet samen met deze goddelijke aanwezigheid – het is niet zo dat deze aanwezigheid er niet is als het licht per ongeluk niet brandt of onbedoeld gedoofd raakt – maar het verwijst er symbolisch naar. En omdat liturgische symbolen hun betekenis krijgen door er consequent mee om te gaan, is het wenselijk dat deze lichten consequent branden. 

Praktisch gesproken kun je in een kleine liturgische setting, bijvoorbeeld bij een middaggebed in het liturgische centrum of de stilteruimte van de kerk na een vergadering, natuurlijk het licht even aansteken. Lied 285 is geschikt om daarbij te spreken of zingen en wijst erop dat het licht aan ons voorafgaat: ‘Het licht is ons voorgegaan en straalt als een lopend vuur’, of lied 284: ‘Christus, Gij zijt het licht in ons leven’. Een parallel hieraan is een kleine versie van de paaskaars die een predikant in zijn werkkamer ontsteekt voorafgaande aan een pastoraal gesprek: ook dan is Christus immers aanwezig. 

Eerste licht 

Samen met de paaskaars worden in de paaswake ook vaak doopwater, antependium, avondmaalsgerei en bloemen de kerk binnengedragen. Symbolisch werkt dit alleen wanneer ze op Witte Donderdag na de viering ook zijn weggedragen en er een lege, kale ruimte is overgebleven. De gedachte hierachter is dat op de paasochtend alles vernieuwd is, er is compleet nieuw leven ontstaan. Is er in de gemeente geen paasnachtviering, dan brandt de paaskaars al op paasochtend, want Christus was al opgestaan toen de vrouwen in de vroege morgen ontdekten dat het graf leeg was. 

Omdat de paaskaars bij uitstek symbool is van nieuw leven door de dood heen, is het logisch dat deze dicht bij het doopvont staat. Al het lichtVerder lezenHet licht in de eredienst – tafelkaarsen, kaarsen voor kinder- of tienerdienst, doop- en belijdeniskaarsen, gedachteniskaarsen bij een uitvaart – wordt aan de paaskaars aangestoken. Niet omgekeerd, omdat Christus het licht is waarin al ons geloven en hopen begint. Het begint niet bij onszelf. Bij een uitvaart, waar ook sprake is van dood en opstanding, staat de paaskaars zo mogelijk naast het lichaam van de overledene. 

Van Pasen tot Pinksteren 

In rooms- en oud-katholieke kerken brandde de paaskaars vanouds alleen van de paasochtend tot en met de evangelielezing op HemelvaartsdagVerder lezenBetekenis van Hemelvaart, wezenzondag en Pinksteren, als symbool van de veertig dagen dat Jezus na zijn opstanding aan de leerlingen was verschenen (Handelingen 1:3). Sinds het Tweede Vaticaans Concilie brandt de kaars echter tot aan Pinksteren, evenals bij ‘doorgangsmomenten’ als doop en uitvaart. Zo worden de vijftig dagen van Pasen symbolisch bij elkaar gehouden en zijn opstanding, hemelvaart en de zending van Gods Geest één samenhangende, feestelijke beweging. Gaat het licht daarna uit dan? Nee, de gedachte is dat na Pinksteren de gemeente zelf drager wordt van het licht. De Geest is immers over haar uitgestort. Christus is het licht, de gemeente de kandelaar (zie ook lied 500). 

Gedoofd, uitgeblazen of aangeblazen? 

Deze laatste gedachte heeft wel consequenties voor hoe de paaskaars uitgaat. Gebeurt dit met Pinksteren (of aan het eind van een ander liturgisch moment), dan moet hij niet met een kaarsendover gedoofd worden, want dan gaat hij als een nachtkaars uit. Het is juist de bedoeling dat het licht de gemeente wordt aangeblazen. Blazen dus, en niet doven, én in de richting van de gemeente. 

Dooft men de kaars op Goede Vrijdag, ook dan is het symbolisch mooier om hem uit te blazen dan te doven. Jezus geeft immers de Geest. Het is zijn laatste ademtocht die zijn tijdelijke afwezigheid tijdens de Stille Zaterdag inluidt. Toch kan men overwegen op de avondmaalstafel of bij het kruis een klein lichtje te laten branden. Ook in de dood blijft God aanwezig. 

Een andere mogelijkheid is om met alle liturgische attributen na de maaltijdviering op Witte Donderdag de kaars de kerk uit te dragen en in een stiltekapel aan het zicht te onttrekken. Dan wordt het moment van uitblazen, dat soms als anti-symbool ervaren wordt, op een stijlvolle manier vermeden. 

Zorgvuldig 

Liturgisch handelen is altijd symbolisch handelen. Symbolisch handelen vraagt doordenking en bewuste en consequente keuzes. Als je je niet bewust bent wat je met een symbool wilt uitdrukken, gaat de beeldtaal ervan zichzelf tegenspreken. Liturgiecommissies kunnen het gesprek aangaan wat passend is, op de eigen plek waar gevierd wordt maar ook in verbondenheid met de symboliek in de oecumene van de kerk. 

En praktisch: als het lontje te diep in de kaars zit, snijd dan niet een stuk van de kaarsranden af maar duw de randen van de nog warme kaars iedere keer een beetje naar binnen. Een mooi symbool vraagt om een beetje respect. 

Met dank aan Willem Timmerman 

Uit de praktijk 

Klaas Touwen, predikant van de Oude Kerk in Amsterdam en van de Nederlandse Kerk in Duitsland:

“De paaskaars doven op Goede Vrijdag kan niet” 

“Je kunt van alles doen met de paaskaars, maar deze niet doven op Goede Vrijdag. De paaskaars is teken van de verrezen Christus die bij ons is, de levende Heer in wiens aanwezigheid wij samenkomen. Op Goede Vrijdag brandt de paaskaars überhaupt niet. Als je de paaskaars uit zou blazen als Jezus sterft, krijg je kortstuiting in de symboliek. De paaskaars symboliseert dan de aardse Jezus die doodgaat, terwijl de paaskaars altijd de levende Christus is, de verrezen Heer. Dat kan dus niet. Er blijft altijd minstens één kaars branden, Jezus gaat niet als een nachtkaarsje uit. In de protestantse traditie is het iedere zondag een klein Pasen, in veel gemeenten brandt de paaskaars altijd. Dat is op zich een goede traditie. De paaskaars hoort dan al wel te branden als de gemeente samenkomt. De eerste persoon die binnenkomt steekt de paaskaars aan, vaak is dat de koster.”  Idelette Otten, predikant in de Grote Kerk Dordrecht: 

“De paaskaars is echt voor de paastijd” 

“Ik wist niet beter dan dat de paaskaars in de protestantse traditie het hele jaar door brandt. Maar na mijn allereerste dienst, in de Oude Kerk in Amsterdam, kwam de omslag. Het was eind december. Na afloop zei mijn leermeester, de dominicaner pater Jill Klappe, tegen mij: ‘Het was een mooie dienst, maar hoe haal je het in je hoofd om de paaskaars te laten branden?’ Ik ben me erin gaan verdiepen en kwam tot de conclusie dat hij gelijk had. De paaskaars hoeft niet altijd te branden, de adventskaarsen branden ook niet het hele jaar. De paaskaars is echt voor de paastijd. Dat je deze ontsteekt in de paasnacht, daar is iedereen het over eens. Je dooft de kaars dan weer met Pinksteren, dat sinds het Tweede Vaticaans Concilie weer als einde van de paastijd wordt beschouwd. Pinksteren is het moment dat Jezus de geest gééft. Je blaast de kaars dan niet uit maar je blaast als het ware de gemeente ermee aan. In mijn vorige gemeente in Vleuten blies het jongste kind met Pinksteren richting de gemeente waarbij de kaars als vanzelf doofde. Daarna stond de paaskaars bij het doopvont, om enkel nog te branden bij de doorgangsmomenten van doop en uitvaart.” 

 lees verder
 
Benoemingen generale synode april 2025

Moderamen van de generale synode 

  • ds. C.M.A. van Ekris als scriba van het moderamen per 1 juli 2025; 
  • ouderling-kerkrentmeester J.A. Holsbrink als assessor II van het moderamen. 

Generaal College voor de Behandeling Beheerszaken (GCBB) 

  • de heer T.W. Dekker als voorzitter van dit college;
  • de heer D. Klein als toegevoegd lid namens het CCBB Zuid Holland;
  • de heer J. Keizer als lid namens het CCBB Overijssel-Flevoland;
  • de heer D. van der Meijden als toegevoegd lid namens het CCBB Overijssel-Flevoland. 

Generaal College voor de Kerkorde (GCKO)  

  • de heer mr. dr. K.W. de Jong als lid van dit college; 
  • de heer mr. P. Oskam als lid van dit college. 

Bestuur Dienstenorganisatie (BDO) 

  • de heer J.W. Stam Msc. RA als lid van het bestuur. 

Protestantse Theologische Universiteit (PThU) 

  • mevrouw prof. dr. M.T. Frederiks, ingestemd met de benoeming tot universiteitshoogleraar aan de PThU en rector van de PThU; 
  • de heer prof. dr. A. Goudriaan, ingestemd met de benoeming tot persoonlijk hoogleraar Wetenschap & Vroomheid; 
  • de heer prof. dr. W.H.Th. Moehn, ingestemd met de benoeming tot persoonlijk hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme. 
 lees verder
 
Scriba De Reuver reikt eerste paasgroeten uit in de gevangenis 

Op Palmzondag overhandigde De Reuver namens de Protestantse Kerk de eerste paasgroeten aan gedetineerden in de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen. Dat gebeurde tijdens een kerkdienst op een ISD-afdeling – waar stelselmatige daders, vaak met psychische problemen of een verslaving, werken aan herstel en het voorkomen van terugval. 

Omzien naar gevangenen 

In de weken voor Pasen schreven duizenden gemeenteleden een kaartje met een persoonlijke, bemoedigende boodschap voor een gedetineerde. In totaal zijn ruim 30.000 kaarten verstuurd naar gevangenissen en tbs-klinieken in Nederland. Een klein gebaar met grote impact. “Het is heel belangrijk dat we dit als kerk doen,” zegt De Reuver. “Dit raakt aan een van de werken van barmhartigheid uit Matteüs 25: omzien naar gevangenen. Een opdracht die Jezus ons zelf geeft – ook nu nog. Door een kaartje te schrijven geef je hier op een praktische manier invulling aan.” 

De dienst in Veenhuizen werd geleid door geestelijk verzorger Maartje Wildeman en muzikaal omlijst door twee Antilliaanse zangeressen, die de vijftien aanwezige mannen wisten te raken. Eén van de gedetineerden had de afbeelding op de paasgroetenkaart getekend: een open graf, de steen weggerold. “Het graf is er nog wel,” zei De Reuver, “maar de steen is weg. Dat is zo hoopvol: de dood heeft niet het laatste woord, alles is door Jezus volbracht. Het staat in het teken van Pasen: nieuw leven, een nieuw begin.” 

'Je wordt niet vergeten' 

De boodschap van de afbeelding op de kaart kwam zichtbaar binnen bij de aanwezigen, als ook het besef dat iemand je zomaar een groet stuurt. “Het feit dat duizenden mensen een kaart schrijven – ook al kennen ze je niet – dát raakt. Het zegt: je wordt niet vergeten,” aldus De Reuver. 

Na de dienst volgden gesprekken bij de koffie. Over familie, kinderen en vrijlating. Over hoe het voelt om juist kort na Pasen vrij te komen en een nieuw begin te mogen maken. “Een gemêleerde groep, maar iedereen voelde: dit is zinvol”, zegt De Reuver. “De liturgie, de kaarten, het verhaal achter de afbeelding – het resoneerde. En vooral het besef: iemand heeft dit kaartje voor míj geschreven.” 

De mens achter het systeem 

Ook het werk van het justitiepastoraat kreeg in deze dienst een gezicht. “De geestelijk verzorger kent mensen bij naam, ziet niet alleen het systeem, maar vooral de mens,” zegt De Reuver. “Natuurlijk moet er recht worden gedaan, maar we mogen gedetineerden nooit reduceren tot hun verleden. Ook zij zijn onze broeders en zusters in het geloof.” 

De PaasgroetenactieVerder lezenPaasgroetenactie slaat zo een brug tussen kerkelijke gemeenten en de wereld achter tralies. “Het is niet alleen de pastor in de gevangenis die naar de gedetineerden omkijkt,” benadrukt De Reuver. “Ook buiten de muren zijn er de geloofsgenoten die zeggen: jullie horen erbij. En dat wordt gevoeld.” 

Via de Paasgroetenactie van de Protestantse Kerk ontvangen duizenden gedetineerden in Nederland en Nederlanders in buitenlandse gevangenissen een bemoedigende groet met Pasen. De Protestantse Kerk organiseert deze actie jaarlijks samen met KokBoekencentrum, stichting Epafras en het protestants justitiepastoraat.

 

 lees verder
 
"Elke kerkenraadsvergadering is ‘de toekomst van de kerk’ nu een vast agendapunt"

Reden om mee te doen  

De Gereformeerde Kerk Molenaarsgraaf-Brandwijk zette Nieuw Kerkelijk Peil (NKP) in om te bepalen waar ze naartoe wil. Kerkenraadsvoorzitter Nico Baas: “We hebben te maken met vergrijzing en leegloop, maar er is ook een groep mensen die graag komt en kerk wil blijven. Nieuw Kerkelijk Peil leek een goed instrument om de koers te bepalen.” Van de 365 leden vulden circa 100 de enquête in. “Jammer van NKP is dat je niet van de mensen die niet meedoen hoort wat zij belangrijk vinden. Eigenlijk wil je dat weten.” De uitkomst was niet echt verrassend, maar de punten die naar voren kwamen boden een handvat om het beleidsplan 2024-2029 te schrijven. “Dat zit nu goed in elkaar en we hebben er een mooi boekje van gemaakt.” 

De uitslag 

De uitkomst is door een externe gemeentebegeleider op drie gemeenteavonden gepresenteerd, en ook het traject dat daarop volgde is door haar begeleid. De drie hoofdpunten waren dat de gemeenteleden om inspirerende diensten vragen, dat ze de pastorale zorg belangrijk vinden, en ook de gastvrijheid naar binnen en naar buiten. 

Baas: “Met het eerste punt is de eredienstcommissie aan de gang gegaan, er zijn al initiatieven opgepakt. Het beleidsplan fungeert als meetlat. De pastorale zorg is sinds we een aantal jaren vacant zijn geweest goed opgetuigd. Extra is nu dat er maaltijden georganiseerd gaan worden voor eenzame en oudere mensen. En wat de gastvrijheid betreft gaan we meer activiteiten voor ontmoeten organiseren, ook naar buiten toe. We hebben een mooi kerkgebouw en een mooi bijgebouw, die gebruiken we goed.” 

Mooi traject 

De bevindingen op de drie goed bezochte gemeenteavonden waar in groepjes over de drie hoofdpunten werd gepraat, werden ook meegenomen in het traject naar het beleidsplan. De gemeente had dus ook daarop nog inspraak. Baas: “Het was mooi om zo met elkaar bezig te zijn.” 

Hij heeft het beleidsplan altijd bij zich. “Elke kerkenraadsvergadering eindigen we met het agendapunt ‘toekomst van de kerk’. Daar trekken we 20 minuten voor uit. Het dwingt ons om wat te doen, het niet op zijn beloop te laten. We hopen dat het een extra impuls geeft aan initiatieven die bijdragen aan de toekomst van onze gemeente.” 

 Meer weten over NKP? Volg op 16 juni een webinar hierover!

 

 lees verder
 
Kees van Ekris nieuwe scriba Protestantse Kerk 

De scriba van de Protestantse Kerk is lid van het dagelijks bestuur (moderamen) van de generale synode en geeft mede leiding aan de kerk. Volgens preses Trijnie Bouw is Van Ekris een aanstekelijke theoloog, met hart voor de kerk, voor de samenleving en de individuele mens: “Zijn spreken en optreden daagt je uit, inspireert en zorgt voor beweging. Vanuit zijn geloof is gemeenschap en gemeenschapsvorming een gave en een opdracht.” 

Gelijk na zijn benoeming stond Van Ekris in zijn toespraak uitgebreid stil bij het woord ‘moed’. De nieuwe scriba noemde onder andere dat we de moed moeten hebben tot ‘Gemeinsames Leben’, waarbij hij een verwijzing maakte naar de oorlogsdagboeken van Etty Hillesum: “We leven in een tijd leven vol uit-elkaar-trekkende krachten, in de samenleving, in families, in lokale kerken, in synodes, en dat dat ons verzwakt. Juist in deze omstandigheden moeten we de oefening doen om tot die diepere eenheid te komen, die onder allerlei conflict en dispuut zit.” 

Van Ekris zei verder dat hij het komende jaar verschillende tafels wil organiseren, om in gesprek te gaan over “tien thema's waarvan wij allemaal aanvoelen dat ze ons bezighouden.” Hij noemde onder andere de onderwerpen: oorlog, Generatie Z, schepping, verharding en ideologische betovering. 

Achtergrond 

De nieuwe scriba is een bekend gezicht in christelijk Nederland. Van 2023 tot 2024 bekleedde Van Ekris de functie van Theoloog des Vaderlands. Hij heeft meerdere boeken geschreven en werkt mee aan goedbeluisterde podcasts, waaronder ‘Eerst dit’.  

Van Ekris volgt dr. René de Reuver op, die sinds 2016 scriba van de Protestantse Kerk is. Momenteel werkt Van Ekris als programmaleider bij Areopagus, het centrum voor missionaire en contextuele verkondiging van de IZB, bij het team Monastiek van de Wittenberg in Zeist en is hij docent Homiletiek in Leuven. In de periode van 2008-2019 was hij gemeentepredikant in Zeist en Breukelen. Daarvoor werkte hij vier jaar in Indonesië als zendingspredikant.  

Dr. Van Ekris deed meerdere studies, waaronder de opleiding Godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Utrecht (1993-2000). In 2018 promoveerde hij cum laude aan de Protestantse Theologische Universiteit op een studie naar het profetisch element in de prediking. 

Download de toespraak van dr. Kees van Ekris

 lees verder
 
Ale Holsbrink benoemd tot lid moderamen generale synode 

Ale Holsbrink (65) werkt als adviseur bij Damsté advocaten-notarissen. Eerder werkte hij bij hetzelfde bureau in de functies van advocaat en bestuurder. Daarnaast vervult Holsbrink verschillende bestuursfuncties waaronder het voorzitterschap van de Voedselbank Enschede-Haaksbergen. Hij is vader van twee kinderen en heeft een relatie met Marieke. 

Holsbrink is ruim twee jaar synodelid en ziet er naar uit om te mogen beginnen in zijn nieuwe rol als tweede assessor: “Met mijn bestuurlijke ervaring, juridische achtergrond en mijn grote ervaring in financiële kwesties, hoop ik dienstbaar te kunnen zijn aan de landelijke kerk.” 

 lees verder
 
Geen tweede kans na ontzetting uit ambt 

In 2022 was dit al voorlopig door de generale synode besloten, maar nu is dit definitief. Daarbij is tevens verduidelijkt, dat dit niet alleen geldt voor predikanten, maar ook voor ouderlingen, diakenen, kerkelijk werkers, proponenten, kerkmusici of preekconsenthouders. Deze aanscherping van de regels is aan de orde gekomen rond de thematiek van seksueel misbruik van een pastorale relatie, maar ontzetting uit het ambt kan ook wegens andere misdragingen worden opgelegd. 

Het gaat om een aanscherping van ordinantie 10-9-7 sub e

Ontzetting uit het ambt is een tuchtmaatregel, die wordt opgelegd bij ernstige misdragingen.  

De nieuwe regel gaat in vanaf 1 juli 2025. 

 lees verder
 
Pasen, ruimte om verder te kunnen gaan

Stel je eens voor: je bent op pad met een geliefde of reisgenoot en loopt door een verlaten, wat unheimisch gebied. Dan raak je elkaar plotseling kwijt. Je bent opeens alleen en weet niet meer waar je heen moet. Het lijkt wel of je op een dood spoor bent beland. Wat is het dan een opluchting om de ander je naam te horen roepen! 

Zoiets overkomt Maria ook. Johannes 20 beschrijft hoe Maria bij Jezus' graf staat en huilt. Ze is iemand verloren die ze liefhad, en nu is zijn lichaam ook nog eens weg. Het is allemaal méér dan unheimisch. Geen wonder dat ze opgesloten zit in haar eigen radeloosheid. Zelfs als engelen haar aanspreken, als ze Jezus voor zich ziet, begrijpt ze niet wat er gebeurd is. Pas als Jezus haar bij haar naam noemt, wordt alles anders. ‘Maria!’ zegt Hij tegen haar. En dan herkent ze Hem.  

Gebed: Roep ons bij onze naam

Terechtwijzing van God 

We horen hier een echo van de woorden uit Jesaja 43: Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij! Het zijn woorden die vooraf worden gegaan door een strenge boodschap. Aan het einde van Jesaja 42 zegt God tegen zijn volk: jullie zijn eigenwijs geweest, jullie hebben de ballingschap waarin jullie verkeren aan jezelf te danken.  

Misschien valt in het verhaal van Maria ook wel zo’n kritische ondertoon te horen. ‘Waarom huil je?’ vragen de engelen haar. En Jezus vraagt even later precies hetzelfde: ‘Waarom huil je?’ Daarin kun je een pastorale vraag horen, maar er klinkt ook een terechtwijzing in mee: ‘Zit je nu zo vast in je verdriet dat je je niet meer herinnert dat Ik gezegd heb dat Ik op zou staan?’  

Bevrijdende boodschap 

Zowel in Jesaja 42 als in Johannes 20 wijst God erop waar het fout gaat. En toch volgt dan onmiddellijk die bevrijdende boodschap: 

Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij!  Moet je door het water gaan – Ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. Want Ik, de HEER, ben je God, de Heilige van Israël, je redder. 

Ik geloof dat je ook als gelovige hier en nu, als deel van het volk van God, deze woorden persoonlijk mag horen. Waar God zich aan verbindt, dat laat Hij niet los. Hij laat het volk Israël niet los, Hij laat Maria niet los, Hij laat jou en mij niet los. Als je je naam hoort, word je je bewust van alles waarin je tekortschiet. Maar God plaatst daar een werkelijkheid naast: Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en Ik houd zo veel van je (Jesaja 43:4a).  

Als je dat écht hoort, breekt je leven open. Je krijgt nieuwe adem, je vindt ruimte om verder te kunnen gaan. Dat is pas echt Pasen! 

 lees verder
 
Ds. Willem Jan de Hek: “Ik zie een opleving van spiritualiteit bij de nieuwe generatie"

  • Is gemeentepredikant in de Jacobikerk & ViaJacobi (zingevingsplatform) in Utrecht, en werkt als architect voor Studio Refill, zijn eigen ontwerpstudio 
  • Studie architectuur aan de Technische Universiteit Delft en theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam 
  • Voelt zich thuis in de protestantse en de confessionele stroming en de Gereformeerde Bond binnen de kerk  

Hoe ervaar je je roeping? 

"Voordat ik theologie studeerde, werkte ik als architect in het vastgoed. We woonden vijf jaar in China en bezochten daar een internationale kerk. Onze pastor wees me op een quote van theoloog Frederick Buechner: ‘The place God calls you to is the place where your deep gladness and the world’s deep hunger meet.’ Dat vond ik enorm inspirerend. We zijn allemaal geroepen om christen te zijn in een seculiere samenleving. Voor mij betekent roeping dat je de talenten die je van God hebt gekregen inzet om anderen te helpen, maar ook de dingen doet waar je zelf blij van wordt. Vanuit mijn liefde voor de kerk ben ik theologie gaan studeren en daarna de predikantsopleiding gaan doen. Sinds 2019 werk ik vier dagen per week met enthousiasme als predikant in Utrecht. Eén dag in de week werk ik in mijn eigen ontwerpstudio. De combinatie van architect en dominee geeft me veel vreugde." 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

"Juist de afwisseling maakt mijn werk boeiend. Het predikantschap is veelzijdig: van pastorale bezoeken aan gemeenteleden tot het organiseren van een filosofie-avond voor zinzoekers. De ene ochtend bezoek je een gemeentelid dat ziek geworden is, de volgende avond werk je mee aan een silent reading party in de kerk. Daarnaast vind ik het een voorrecht dat ik tijd heb om in de Bijbel te studeren en een preek te schrijven." 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

"Contact met anderen. In de Jacobikerk werken we als team met twee predikanten, een missionair-diaconaal werker, een programmamaker voor ViaJacobi, een organist, een beheerder en allerlei vrijwilligers. We hebben een werkplek in de kerk en zijn daar doordeweeks vaak aanwezig. Daarnaast is er veel aanloop van bijvoorbeeld gemeenteleden. Die interactie en het samen dienen in het koninkrijk helpen enorm om met vreugde mijn werk te doen." 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

"Door goed te plannen, mijn grenzen te bewaken en me te laten inspireren door het evangelie. Ik wissel mijn werk in de gemeente af met persoonlijke studie, meditatie en het lezen en luisteren van inspirerende literatuur en podcasts." 

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

"Ik ben bezig met een PhD – een promotieonderzoek – aan de PThU. Ook de tijd die ik beschikbaar heb voor nascholing kan ik hieraan besteden. Mijn onderzoek gaat over sacraliteit in het publieke domein, waarbij ik architectuur en theologie met elkaar in gesprek breng. Op welke plekken ervaren mensen iets van het heilige in de stad? Uit mijn onderzoek blijkt dat dit op allerlei plekken gebeurt: van een speeltuin tot een bibliotheek. Wat kunnen we hiervan leren? En waarom ‘gebeurt’ het heilige op sommige plekken sneller dan op andere? Voor mij is dit een manier om mijn passie voor architectuur en theologie te verbinden." 

Waar kan de kerk haar verantwoordelijkheid pakken voor medemens en schepping? 

"In aansluiting op mijn PhD-onderzoek, pleit ik voor een kerk die ‘plaatsmaakt voor het heilige’. Bijvoorbeeld door het kerkgebouw en de kerktuin open te stellen voor bezoek en verstilling. Onze samenleving heeft behoefte aan plekken van bezinning, terwijl die juist schaars zijn. In Utrecht proberen we de kerk open te stellen tijdens evenementen, op speciale dagen en in het weekend. Elke werkdag organiseren we een middaggebed. Zo delen we wat we ontvangen hebben en dragen we bij aan de samenleving." 

Welk boek, welke serie, film of podcast raad je collega’s aan? 

The Surprising Rebirth of Belief in God, een documentairepodcast van Justin Brierly. In 30 afleveringen onderzoekt hij waarom het zogenaamde ‘new atheism’ zijn beste tijd gehad lijkt te hebben en hoe seculiere denkers het christendom opnieuw overwegen. Zou het tij van geloof weer kunnen keren in onze generatie? Inspirerend en een aanrader!" 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat?  

De tekst uit Kolossenzen 3, vers 23: ‘Alles wat je doet, doe het van harte … alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen.’ Dit is een hoopvolle tekst, maar ook een spiegel. Het helpt me om de dingen in perspectief te zien: je werkt niet voor jezelf of voor mensen, maar voor God." 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

"Ik ben hoopvol voor de toekomst van de kerk. Niet alleen omdat ik geloof dat God niet loslaat wat zijn hand begon, maar ook omdat ik overal zie hoe vitaal het evangelie is. In Utrecht merk ik een opleving bij de nieuwe generatie. Mensen staan open voor spiritualiteit, de vraag is hoe de kerk daarin past. De kerk is niet passé of iets uit vroeger tijden – ze heeft iets te zeggen en te bieden. We hebben goud in handen!" 

 lees verder
 
Maartje Wildeman: “In de gevangenis ervaar ik dat God zijn werk niet loslaat” 

  • Studie theologie aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Heidelberg. De predikantsopleiding volgde ze in Leiden.  
  • Werkt sinds oktober 2023 als geestelijk verzorger in de Penitentiaire Inrichting (PI) Veenhuizen. Daarvoor was ze ruim 20 jaar gemeentepredikant in luthers Amsterdam-Zuidoost, Wageningen, Zuidwest-Friesland (Oudemirdum, Nijemirdum, Sondel) en Balk.  
  • Voelt zich thuis in de oecumenische stroming binnen de Protestantse Kerk 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Als tiener was ik erg op zoek naar het betekenisvolle van het leven. Ik voelde me aangesproken tot plaatsen waar dat zoeken duiding kreeg en ontdekte dat de kerk zo’n plek is. Het bracht me op het spoor van de studie theologie. Daar voelde ik me meteen op mijn plek. Mensen waren er niet bezig met de ‘rat race’ van het leven, maar stonden open voor het onderzoeken en doordenken van bronnen van zingeving en hoop. Om vervolgens uit die bronnen ook te putten in het persoonlijke en werkzame leven. In mijn werk in de gevangenis is die openheid er op een minder verlegen manier dan in de wereld daarbuiten. Tijdens het vastzitten komen grote identiteits- en levensvragen boven. De praktijk van het daarmee omgaan is wel weerbarstig. Jezelf kwetsbaar opstellen is erg moeilijk als je jezelf – vaak uit lijfsbehoud – een stoer harnas hebt aangemeten. Het kost tijd en geduld om een opening te vinden voor goede gesprekken, maar verhalen uit de Bijbel leren ons dat je het moet blijven proberen. Een mens is meer dan zijn delict. God liet Kaïn ook niet los nadat hij Abel had gedood. God is erbij in de ellende, en wil dat je er ondanks je schuld en schaamte toch iets van maakt. Ik vind het mooi om daar een bijdrage aan te leveren.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“In mijn werk ben ik veel met mijn hoofd bezig. Om het vol te houden, ben ik in mijn vrije tijd juist graag praktisch bezig, met allerhande klusjes in huis en in de tuin. Die balans is wel nodig.”   

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Ik ben alleenstaande moeder van drie kinderen. Zij houden me ‘bij de les’, omdat ze mijn aandacht nodig hebben. Voor deze studie en dit werk heb ik bewust gekozen. Ik wilde een richting in waarin ik me bezig kon houden met wat het alledaagse overstijgt. Maar om deze baan vol te houden helpt het me juist dat alledaagse volop te omarmen. Dat betekent bijvoorbeeld ervoor zorgen dat de kinderen een goede boterham krijgen, dat we een fijn huis hebben en anderen hier welkom zijn.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Individuele gesprekken waarin betekenisvolle dingen boven tafel komen. Over wat gedetineerden helpt in het volhouden van hun detentie, waarin ze zich van betekenis voelen, de bewustwording van hun delict en de gevolgen daarvan en hoe verder na hun terugkeer in de maatschappij. Gedetineerden komen naar de wekelijkse kerkdienst voor een ‘break’, maar ook voor troost en bemoediging. Het leven hier kan spannend zijn, maar ook een sleur. Het is daarom mooi om soms iets te organiseren – bijvoorbeeld met muziek en kunst – dat een beetje kleur geeft aan het gevangenisbestaan.” 

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Als geestelijk verzorger in dienst van Justitie volgen we verplichte cursussen. Laatst volgde ik een onlinetraining ‘penitentiaire scherpte’. Tijdens het werk in de gevangenis moet je alert zijn op alles wat je doet en zegt, en ervoor zorgen dat je privé- en gevoelige werkgerelateerde informatie niet deelt of zichtbaar maakt. Ook volgde ik vorig jaar een training psychopathologie, een stoomcursus in verschillende vormen van persoonlijkheidsstoornissen. Iets waar ik in mijn werk veel mee te maken heb.” 

Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor medemens en  schepping? 

“De kerk kan een belangrijke rol spelen in het blijven benadrukken dat de aarde voor iedereen is en het tegengaan van individualisme. Alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat de aarde leefbaar blijft. Daar moeten we meer voor laten dan ons wellicht lief is, maar we willen toch dat onze aarde toekomstwaardig is voor de volgende generatie? Als wij nu doorschieten, blijft er voor haar niets of heel weinig over.” 

Welk boek, welke serie, film of podcast raad je je collega’s aan? 

“In de auto luister ik graag podcasts. Series waarin op vroeger tijden gereflecteerd wordt aan de hand van een persoonlijke geschiedenis spreken me bijzonder aan. Bijvoorbeeld die van Maartje Duin. Zij maakte de serie ‘De plantage van onze voorouders’ waarin ze de sporen van het Nederlandse slavernijverleden onderzocht aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis. En die van de klassenmaatschappij met de serie ‘Mina en mevrouw’ over de dienstbode van haar grootmoeder. Daarnaast houd ik van podcasts met lange een-op-een-interviews zoals die van het programma ‘Nooit meer slapen’, die van Gijs Groenteman en die van Lex Bohlmeijer van de Correspondent.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat?  

“Het verhaal van Marta, Maria en Jezus uit Lucas 10 betekent veel voor me. Het zijn maar een paar regels, maar er wordt zoveel mee verteld. Het draait om ruimte maken voor oprechte ontmoeting. Jezus heeft oog voor wat ieder persoonlijk nodig heeft en waar recht mee gedaan wordt. Hij doorbreekt verwachtingspatronen, culturele normen en traditionele verhoudingen. Het verhaal laat zien dat het 'm niet altijd zit in een goed gesprek, maar ook in het creëren van een fijne sfeer. Marta en Maria leveren daar ieder op eigen manier een bijdrage aan.”  

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?  

“Op wat minder kramp, ondanks de krimp. Ik hoop dat we inzien dat kerk-zijn ook anders kan dan alleen op de traditionele manier. Het gaat om de mensen die elkaar ontmoeten en bronnen van geloof, hoop en liefde met elkaar kunnen en dúrven delen. Het wordt niet meer zoals vroeger, maar dat hoeft ook niet. Het zit 'm niet in de aantallen. God laat niet los wat zijn hand begon. Daar ben ik juist in mijn werk in de gevangenis meer van doordrongen geraakt.” 

 

 

 

 

 lees verder
 
Kerken in Terneuzen betrekken inwoners bij The Passion 

Om het ‘paasverhaal in muziekvorm’ onder de aandacht te brengen van de inwoners van de stad richtten deze twaalf kerken, waaronder de Protestantse Gemeente Terneuzen, ‘Passie voor Terneuzen’ op, een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van deze kerken. “Naast het evenement zelf willen we iets extra’s doen. Met de twaalf kerken hebben we bij elkaar gezeten om ideeën te verzamelen”, vertelt Leontien de Muijnck, kerkelijk werker in de Protestantse Gemeente Terneuzen. 

Ze is verheugd dat The Passion dit jaar in haar stad plaatsvindt. “Voor degenen die het evenement graag live mee willen maken is Terneuzen wellicht een uithoek, maar de stad zelf is fantastisch: een ruige havenstad met een sluizencomplex, heel industrieel allemaal. Een mooie achtergrond voor The Passion.” 

Laten zien wat gastvrijheid is 

Het programma dat uit de verzamelde ideeën ontstaan is, heeft als doel de boodschap van het lijdensverhaal toegankelijk te maken voor een groot publiek en te vertellen over de verzoening tussen God en mensen. Zo is er op 12 april ‘The Passion voor kids’, een programma met verschillende activiteiten voor kinderen van 4-10 jaar rond het paasverhaal. In de Stille Week is er in de Grote Kerk een paasexpositie van schoolplaten waarop het lijdensverhaal te zien is. In die week wordt ook elke avond een vesper georganiseerd. Op Witte Donderdag is de Grote Kerk vanaf 15.00 uur open tot na de uitvoering van The Passion. Er is dan gelegenheid om na te praten met een drankje en een hapje. Op Tweede Paasdag ten slotte is er een gratis paasbrunch voor 100 inwoners van de stad. “We willen ook laten zien wat gastvrijheid is", vertelt De Muijnck. 

Ook de burgerlijke gemeente organiseert activiteiten rond The Passion, waaronder een paaswandeltocht en een lichtjesroute. Ook dorpen rond Terneuzen doen mee, zoals Axel met een ‘Geef licht’- evenement. 

Passie voor Terneuzen 

De naam ‘Passie voor Terneuzen’ is met opzet breed gekozen, vertelt De Muijnck. “We willen het niet laten bij onze gezamenlijke inzet rond The Passion. Eind mei gaan we evalueren en vooruitkijken naar de toekomst. We hebben al bedacht dat we ook rond Kerst gezamenlijk iets kunnen organiseren, een wandeling, een ontbijt, er is van alles mogelijk, zeker als je de handen ineenslaat. Ik kijk daar erg naar uit.” 

Kijk hier voor het totale aanbod rond The Passion in Terneuzen

 lees verder
 
Over welke zaken moet de kerk zich uitspreken? 

Tijdens de vergadering van de generale synode van 7 en 8 november 2024, vroeg ouderling Van Steenwijk aandacht voor rechtsextremisme in de samenleving. Volgens haar zou het goed zijn dat de kerk daar een uitspraak over zou doen. Het moderamen stelde daarop voor om een breder gesprek aan te gaan over het publiek spreken van de kerk.  

De vraag naar het spreken van de kerk over concrete maatschappelijke thema’s wordt vergezeld van, en eigenlijk vooraf gegaan door, de vraag naar het spreken van de kerk in het algemeen. Waar heb je het dan over, en door wie wordt dat namens wie gedaan? Hoe wordt bepaald over welke thema’s al dan niet gesproken moet worden? 

Wat zegt de kerkorde over dit onderwerp? 

Ordinantie 1-3. Het spreken van de kerk 

  1. Door haar belijden van Jezus Christus als Heer en Verlosser van de wereld roept de kerk in al haar geledingen op tot vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat. 
  2. Op grond van dit belijden bevordert de kerk de meningsvorming in de gemeenten over maatschappelijke vragen, in de eigen omgeving en wereldwijd. 
  3. Met het oog op de vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat kan de kerk zich uitspreken over maatschappelijke vragen. 
  4. Gehoor gevend aan haar opdracht te getuigen van Gods beloften en geboden kan de kerk een getuigenis doen uitgaan ter zake van maatschappelijke vragen. 
  5. De ambtelijke vergaderingen kunnen zich uitspreken over dan wel een getuigenis doen uitgaan ter zake van maatschappelijke vragen die hun ressort betreffen. 
  6. De generale synode laat zich in de regel, wanneer zij een getuigenis tot overheid en volk doet uitgaan, bijstaan door de organen van de kerk die op het desbetreffende terrein werkzaam zijn. Zij zoekt daarbij naar mogelijkheden dit getuigenis samen met andere kerken te doen uitgaan.er het spreken van de kerk? 

Op donderdag 10 april gingen de leden van de generale synode in kleine groepjes met elkaar in gesprek over het publiek spreken van de kerk. 

Op uitnodiging van het moderamen, gaf ds. Coen Wessel op vrijdag 11 april een vervolg aan de doordenking van dit onderwerp in de vorm van een voordracht. Wessel is predikant van onze kerk en sinds vorig jaar algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland. Vanuit deze functie heeft hij studie gemaakt van het spreken van de kerk en bepaalt hij mede het beleid van de Raad van Kerken hierin.  

Wessel begon zijn toespraak met de opmerking dat het bijzonder onaangenaam kan zijn om de politiek de kerk in te halen: “Politiek in de kerk haalt me weg bij mezelf.” Hij stelde verder dat het gevaar van politiek spreken is, dat de openheid verdwijnt.  

Volgens Wessel wordt vanuit de christelijke traditie een onderscheid gemaakt tussen ‘kerk’ en ‘staat’, maar tegelijkertijd zijn kerk, samenleving en staat zijn op allerlei manieren met elkaar verbonden en dus kun je “best wel wat tegen elkaar zeggen.” Als voorbeeld noemde hij het eerdere plan van het kabinet om de giftenaftrek af te schaffen: “Ik vind het heel normaal dat een organisatie die getroffen wordt door een wet zich daar over uitspreekt.” 

Het grote spreken 

Verder zei Wessel dat er ook een vorm van een groter soort spreken is, waarbij hij refereerde aan zaken als het uitspreken tegen kernwapens of verschrikkelijke ontwikkelingen die plaatsvonden tijdens de Tweede Wereldoorlog, zoals dat in het verleden gedaan is. 

Het grote dilemma is alleen dat het moeilijk is om duidelijke kaders te geven voor wanneer de kerk zich nou wel of niet moet uitspreken: “Hoe weten wij dat er zaken zijn die een fors politiek spreken van de kerk vragen. En hoe weten wij dat het juist deze zaken zijn?” 

Volgens Wessel is een dichtgetimmerd antwoord op deze vragen niet mogelijk: “Het blijft altijd iets arbitrairs houden.”  

Richtlijnen 

Wessel adviseert dat de kerk gewoon moet spreken, als ze echt denkt dat ze dat moet. Daarbij kan rekening gehouden met de volgende drie richtlijnen: 

  1. Het spreken van een kerk moet ingebed zijn in praktijken;  
  2. De kerken moeten met kennis van zaken spreken;  
  3. En als de kerk spreekt dan zou in haar spreken de nieuwe wereld van God zichtbaar moeten zijn.  
 lees verder
 
Scriba Protestantse Kerk viert Pasen met gezin in kerkasiel 

En zo’n steun in de rug kunnen de Babayants en de wijkgemeente Open Hof wel gebruiken. “Pasen is het feest van hoop, en hoop is wat ons drijft”, zegt ds. Kasper Jager. Dat de landelijke kerk zich achter het kerkasiel heeft geschaard helpt volgens hem enorm. “En dat De Reuver in onze gemeente voorgaat met Pasen wordt zeer gewaardeerd.” 

De kerkdienst op Eerste Paasdag is onderdeel van de doorgaande viering. Op 21 november vorig jaar opende Open Hof de deur voor het Oezbeekse gezin Babayants om uitzetting uit Nederland te voorkomen. Door een doorlopende viering van 24 uur per dag kan het gezin niet worden aangehouden. De paasdienst is te volgen, rechtstreeks en naderhand, via openhofkampen.nl/kerkdiensten

Hoop nodig 

Op Eerste Paasdag duurt het kerkasiel precies 150 dagen (bijna 5 maanden) en er is nog geen zicht op een goede afloop. Jager: “We kunnen niet optimistisch zijn, maar we hebben wel hoop, die drijft ons. We zien dat mensen hiernaartoe komen vanwege het gezin Babayants maar ook omdat het hier een plek is waar hoop leeft en waar de zachte krachten aan het woord zijn. We leven in een wereld waar angst lijkt te regeren.” 

Het kerkasiel vraagt om een lange adem, voor het gezin én voor de wijkgemeente Open Hof. Jager: “Hoe houden we het met elkaar vol? Na Pasen komt Pinksteren, het feest van de Geest, van de adem. We gaan door, het gaat verder dan opkomen voor dit gezin, uiteindelijk hopen we iets te bereiken voor alle in ons land gewortelde kinderen die met uitzetting bedreigd worden.” 

Met de Babayants gaat het best goed, ziet Jager, met alle ups en downs. “Ze hebben het soms heel moeilijk, maar ze hebben tegelijkertijd hoop. Het begint natuurlijk bij hen. Als zij het niet meer trekken, hoeven we hier niet mee door te gaan. Maar zij denken niet alleen aan zichzelf maar ook aan alle andere gewortelde kinderen. En hun geloof houdt hen gaande.” Ds. Jager schreef een paasgebedVerder lezenGebed: Roep ons bij onze naam om uitkomst voor de familie Babayants, en voor alle in Nederland gewortelde asielkinderen en hun ouders.

Vrijwilligers en kaartenactie 

Er is veel menskracht nodig om het kerkasiel mogelijk te maken, zoals voorgangers en andere vrijwilligers. Jager: “De vrijwilligerspool kan wel uitbreiding gebruiken. Gelukkig zijn er naast mensen uit Kampen zelf ook mensen uit andere plekken in het land die hier elke week een paar uur komen, maar we hebben wat zorgen voor de zomerperiode. Het zou ontzettend fijn zijn als we dan op meer mensen kunnen rekenen.” 

Om de Babayants een hart onder de riem te steken – waar iedereen met Pasen naar buiten trekt moeten zij binnen blijven – heeft de wijkgemeente een kaartenactie opgezet. Kijk voor meer informatie op kerkasielkampen.nl. 

 lees verder
 
Andijkse jongeren ontdekken meer over het leven achter tralies 

Verbinding met het bijbelverhaal 

Ineke Ruiter, diaconievoorzitter en vrijwilliger bij Gevangenenzorg Nederland, bereidde de dienst samen met andere gemeenteleden voor. Het thema ‘detentie en werken aan herstel’ werd verbonden met het Bijbelverhaal van Hagar en Sara. De levens van hun zoons Ismaël en Izak – beiden van dezelfde vader – verliepen totaal verschillend. “Je hebt geen invloed op de plek waar je geboren wordt. Sommige mensen komen in omstandigheden terecht waarin ze gemakkelijk kunnen afglijden,” zegt Ruiter. “Dat wilden we in deze dienst heel duidelijk naar voren laten komen.” 

Kerkdiensten in de gevangenis 

Geestelijk verzorger Cora sprak over haar werk in de PI Zaanstad, waar ze pastorale zorg biedt en betrokken is bij kerkdiensten. Op zondag worden daar zes diensten gehouden, met zo’n dertig gedetineerden per keer. Ds. Wim Wasserman, gemeentepredikant in Andijk, benadrukte hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor mensen in detentie. Zelf bezocht hij regelmatig gevangenen tijdens zijn tijd in Zuid-Afrika. 

Hoopvolle groet in donkere tijden 

De gemeente in Andijk deed dit jaar voor het eerst mee aan de PaasgroetenactieVerder lezenPaasgroetenactie van de Protestantse Kerk. Bij de ingang van de kerkzaal kreeg ieder gemeentelid een paasgroetenkaart en een pen uitgereikt door de diakenen. Tijdens een luisterlied van Johnny Cash schreven de kerkleden bemoedigende woorden voor gedetineerden. De kaarten werden ingezameld en meegegeven aan Cora, die ze tijdens de paasdiensten in de gevangenis zal uitdelen. 

“Het mooie is dat gedetineerden bij de Paasgroetenactie niet één, maar twee kaarten krijgen,” vertelt Ruiter. “De tweede kaart mogen ze zelf aan iemand sturen. De postzegel hebben wij als diaconie al geplakt.” Dat is geen overbodige luxe: gedetineerden verdienen slechts 0,75 cent per uur, waardoor een postzegel een flinke uitgave is. “Contact houden met familie of vrienden is erg belangrijk als je in zo’n donkere periode zit.” 

Jongeren in gesprek met ervaringsdeskundige 

Na de dienst gaf Cora een presentatie aan zo’n dertig jongeren uit de gemeente. Zij hadden vooraf vragen verzameld over het leven in de gevangenis. Van ‘Wat betekent het als je ‘rood’ zit?’ tot ‘Wat doen gedetineerden de hele dag?’—alles kwam aan bod. “Het bijzondere was dat deze vragen beantwoord werden met input van de gedetineerden zelf”, zegt Ruiter. “De jongeren kregen een A4 met antwoorden mee, zodat ze die thuis nog eens kunnen lezen.” 

Een brug naar herstel 

Ineke Ruiter geeft zelf cursussen aan gedetineerden over schaamte, schuld en vergeving. Ze benadrukt het belang van herstel. “Mensen komen vaak door bepaalde omstandigheden op deze plek terecht. Ze zijn ook altijd blij met een kaartje. Dan weten ze dat er ondanks alles aan hen wordt gedacht.” Ze hoopt dat de themadienst en de Paasgroetenactie een jaarlijks terugkerend initiatief worden in Andijk. “Als christenen mogen we laten zien dat we er voor anderen zijn. Een klein gebaar, zoals een kaart sturen, kan voor iemand in detentie een groot verschil maken.” 

 lees verder
 
“We kunnen geen fulltime predikant meer beroepen” - Vught

“De Lambertusgemeente in Vught is een protestantse enclave in een rooms-katholieke omgeving, de gemeenteleden komen uit alle windrichtingen. Terwijl de financiën bij ons geen punt van zorg zijn, blijkt het levend geld niet meer voldoende om een fulltime predikant te kunnen beroepen. Dat bleek uit de meerjarenbegroting die we moesten maken voor het classicale college voor de behandeling van beheerszaken, het CCBB. We mogen voor een periode van 4 jaar een predikant voor 0,7 fte beroepen, daarna nog voor 0,5. We waren daardoor verrast. Het geeft het gevoel dat het financieel slecht gaat, maar dat is niet zo. We letten heel goed op de centen, we hebben het beheer goed op orde. Dat ziet het CCBB ook, en tegelijk constateert het dat het levend geld minder wordt. We vonden het in eerste instantie lastig dat alleen naar het geld wordt gekeken, we zijn ook een gemeente. We vinden de pastorale aandacht heel belangrijk, zeker na wat we hebben meegemaakt in de periode van losmaking van een predikant. In een gesprek hebben we het voor elkaar gekregen dat de periode dat we voor 0,7 mogen beroepen van 2 naar 4 jaar is gegaan. Daar zijn we blij mee. Het dwingt de gemeente wel om onder ogen te zien dat het daadwerkelijk vergrijst en minder wordt. We kijken om ons heen naar buurgemeenten waar ook sprake is van krimp. We hebben de eerste stappen gezet naar samenwerking met twee daarvan. Hopelijk kunnen we samen weer iets van groei krijgen.  

We kijken graag naar wat er wel kan, en dat is best veel. We hebben een mooi gebouw waar van alles mogelijk is, binnenkort start een gesprekskring van jonge ouders, en mogelijk komt er wat voort uit het aanschrijven van alle jonge mensen (onder de 60) in ons ledenbestand. Er zijn hier veel mensen die mee willen doen.” 

Dit artikel verscheen eerder in het blad #protestant (januari 2024). Inmiddels is ds. Eeuwout Klootwijk predikant van deze gemeente. 

 lees verder
 
Wie was Dietrich Bonhoeffer?

Wie was Dietrich Bonhoeffer?

Dietrich Bonhoeffer (Breslau, 4 februari 1906 – Flossenbürg, 9 april 1945) was een vooraanstaand Duits kerkleider, theoloog van de Belijdende Kerk, en betrokken bij de samenzwering tegen Hitler. 

Wanneer hoorden we voor het eerst van hem? 

In de jaren 30 was het maar een enkeling die deze destijds heel jonge theoloog opmerkte en zijn boek Navolging las. Onze landgenoot W.A. Visser ’t Hooft leerde hem eind jaren 30 in zijn functie bij de oecumenische beweging kennen en had ook in de oorlog contact met hem. Kort na de oorlog bracht hij een klein gedenkboek over hem uit. 

Bonhoeffer is in ons land pas echt opgemerkt in de jaren 50, toen in 1952 eerst zijn boekje Gemeinsames Leben (‘Leven in gemeenschap’) en daarna in 1956 zijn gevangenisbrieven Widerstand und Ergebung (‘Verzet en overgave’) in vertaling uitkwamen. In 1964 verscheen Nachfolge (‘Navolging’) en in de loop der jaren werden diverse andere werken vertaald, het laatst de Ethik (‘Aanzetten voor een ethiek’) in 2012 en Schöpfung und Fall (‘Schepping en val’) in 2020. 

Waarmee is hij bekend geworden?

Bonhoeffer is bij een breder publiek bekend geworden omdat hij betrokken was bij de voorbereidingen voor de aanslag op Hitler van 20 juli 1944, en als gevolg daarvan net voor het einde van de oorlog in concentratiekamp Flossenbürg terechtgesteld werd. In 1969 verscheen de eerste grote studie over Bonhoeffers leven en denken in ons taalgebied. G.Th. Rothuizen schreef over Bonhoeffers leven en denken Aristocratisch christendom, met als ondertitel ‘Over Dietrich Bonhoeffer: Leven-verzet-ecumene-theologie’. Het jaar daarna publiceerde J. Sperna Weiland Het einde van de religie. Verder op het spoor van Bonhoeffer, een boek over Bonhoeffers brieven van voorjaar 1944. In die brieven schreef Bonhoeffer dat de tijd van de ‘religie’, die voor God alleen plaats heeft aan de randen van het leven, voorbij was. Sperna Weiland schetste Bonhoeffer als een voorloper van de God-is-dood-theologie van die tijd. Teksten van Bonhoeffer uit diezelfde periode, waarin een klassiek-christelijke visie en een persoonlijke vroomheid naar voren kwamen, bestempelde hij als overblijfselen van een voorbije fase.

Inmiddels is deze kijk op Bonhoeffer gedateerd en wordt die door niemand meer gedeeld. De scheiding tussen de ‘nieuwe’, ‘visionaire’ Bonhoeffer van het ‘einde van de religie’ en de ‘oude’, ‘vrome’ Bonhoeffer is een construct. In een brief aan zijn pasgeboren neefje Dietrich Bethge van mei 1944 schreef hij dat het aankwam op ‘bidden, doen wat rechtvaardig is onder de mensen en wachten op het verlossende woord’. Met dat laatste bedoelde hij dat ‘de grote woorden van de Bijbel en de christelijke traditie’ weer zouden gaan spreken, zo, dat het gelaat van de aarde eronder verandert en zich vernieuwt. Hij neemt geen afscheid van de Bijbel en de christelijke traditie, maar hoort in het evangelie een boodschap die mensen aanspreekt en perspectief biedt om verantwoordelijk voor God en de mensen hun weg te gaan.

Wat kunnen we met zijn gedachtegoed?

Bonhoeffer past niet in een schema van traditioneel of modern, behoudend of vooruitstrevend, op-de-samenleving-gericht of naar-binnen-gekeerd. Dankzij vertalingen van veel van zijn werken – ook preken! – is het mogelijk om je op (bijbel)kringen te laten inspireren door de manier waarop Bonhoeffer tegenstellingen overbrugde en de eenheid en heelheid van het leven voor Gods aangezicht liet zien. Kritisch voor ons vandaag is hij vooral daarin, dat hij niet uit was op een ‘authentiek’ leven waarin hij ‘het verschil maakte’, maar zich door de nood van mensen uit zijn baan liet brengen en de uitdagingen waarvoor hij kwam te staan niet uit de weg ging.

Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?

Bonhoeffer is waarschijnlijk de meest bekende theoloog van de 20e eeuw. Overal inspireert hij mensen. Een heel duidelijk voorbeeld daarvan is de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Toen Bonhoeffer in 1930-1931 een jaar in New York studeerde, werd hij lid van een ‘zwarte’ gemeente, en ervoer direct wat discriminatie op grond van ras of huidskleur concreet betekende en hoe het ‘werkte’. Dat maakte dat hij in 1933 meteen doorzag wat de maatregelen van het nazi-regime tegen de joden betekenden, en protest aantekende. Daarmee werd hij een inspiratiebron voor christenen in Zuid-Afrika in hun strijd tegen apartheid. 

BoekentipBiografie Dietrich Bonhoefferdoor Ferdinand Schlingensiepen

 lees verder
 
De kunst van luisteren: ontdek Gods missie in je omgeving

Luisteren als fundament

Luisteren is meer dan alleen de oren openzetten. Het is een houding van openheid, respect en ontvankelijkheid. In de missionaire praktijk onderscheiden we vier dimensies van luisteren naar God in alle dingen:

  1. Luisteren met de Bijbel en gebed
    • Met de verwachting dat God nog steeds spreekt
    • Om vanuit Gods perspectief ook breder te kunnen luisteren
    • In een gezamenlijke zoektocht naar Gods plan
  2. Luisteren in de omgeving
    • Nieuwsgierig zijn naar de levens van mensen om je heen
    • Echte relaties opbouwen zonder direct een agenda te hebben
    • Ontdekken waar mensen mee worstelen en wat hen bezighoudt
  3. Luisteren in de eigen kerkgemeenschap
    • Tijd nemen om de motivaties en verlangens te begrijpen
    • Ieders unieke bijdrage en perspectief delen
    • Samen naar een gedeelde visie zoeken
  4. Luisteren in de bredere kerkgemeenschap
    • Ervaringen delen met de plaatselijke (moeder)gemeente
    • Open staan voor perspectieven van andere kerkplekken
    • Leren van de rijke traditie en hedendaagse inzichten

Praktische handvatten

Hoe luisteren?

  • Tijd nemen
  • Niet direct oordelen
  • Nieuwsgierig zijn
  • Open vragen stellen
  • Alert zijn op wat mensen werkelijk bezighoudt

Concrete stappen

  1. Omgeving verkennen
    • Lokale kranten lezen
    • Sleutelfiguren in de gemeenschap spreken
    • Verhalen van diverse groepen beluisteren
  2. Teamontwikkeling
  3. Verbinding zoeken
    • Laagdrempelige ontmoetingen organiseren
    • Mensen uitnodigen om hun verhaal te delen
    • Present zijn zonder direct te willen 'zenden'

Valkuilen vermijden

Let op voor:

  • Te snel willen handelen
  • Eigen agenda's centraal stellen
  • Mensen niet serieus nemen
  • Voorbijgaan aan de unieke context

De kern: Gods missie ontdekken

Luisteren is meer dan een techniek. Het is een spirituele houding waarbij:

  • Geloofd wordt dat God actief is
  • Opengestaan wordt voor verrassingen
  • Samen gezocht wordt naar verbinding
  • Het evangelie geleefd wordt vanuit liefde en respect

Durven vertragen. Durven luisteren.

Verdieping

Meer weten? Download het volledige, diepgaande artikel als PDF met uitgebreide achtergronden en inspiratie of volg als team of kerkenraad de online leermodule 'viervoudig luisteren'.

 lees verder
 
Ds. Corine Zonnenberg: “Steeds weer bid ik ‘God waar heeft U me vandaag nodig?'” 

  • Werkt als predikant-pionier bij pioniersplek Noorderlicht Charlois in Rotterdam en als voorzitter Lichter op padVerder lezenLichter kerk-zijn bij de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Daarvoor was ze jongerenwerker in Zevenhuizen, en werkte ze bij Youth for Christ als teamleider Kerk en productontwikkelaar. 
  • PABO aan de Christelijke Hogeschool Ede, daarna bachelor theologie in Leuven en de master gemeentepredikant aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. 
  • beweegt zich het liefst in de breedte van de kerk.  

Hoe ervaar je je roeping? 

“Als iets heel bijzonders. Het is een groot voorrecht om als dienstknecht van God te werken in zijn koninkrijk. Die opdracht geldt voor iedere gelovige, op welk vlak dan ook. Tegelijkertijd brengt roeping uitdagingen met zich mee. Drie jaar geleden zijn we als gezin verhuisd naar Rotterdam-Zuid, omdat ik me geroepen voelde om deze pioniersgemeente te leiden. Dat vraagt offers: mijn kinderen groeien op in een wijk die niet altijd veilig voelt, en het is hard werken om hier kerk te zijn. Soms vraag ik me af: wat mag mijn roeping kosten? Maar ik ervaar veel steun, ook van God zelf. Hij draagt ons erdoorheen.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Vooral tijd en ruimte om te bidden en bij God te zijn. In de stad is veel nood. Je zou eindeloos kunnen werken. Daarom is het belangrijk om steeds opnieuw te vragen: ‘God, waar hebt U me vandaag nodig? Wat mag ik vandaag doen?’ Als ik op eigen kracht ga, loop ik mezelf voorbij. Maar soms gebeuren er dingen die duidelijk Gods leiding laten zien. Mensen komen op mijn pad en dan voel ik: dit is waarvoor ik hier ben.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Ik heb steeds meer behoefte om af en toe de stad uit te gaan en letterlijk afstand te nemen van het werk. Daarnaast helpt het om duidelijke keuzes te maken: bewust tijd vrijmaken voor mijn gezin en hobby’s, en niet alleen maar doorgaan.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Ik geniet enorm van het voorgaan in de diensten. Elke zondag staan de deuren wijd open en komt er een divers gezelschap mensen: sommigen alleen om de kerk van binnen te zien, anderen omdat ze hulp nodig hebben. Het is bijzonder om samen na te denken over wat God vandaag tegen ons te zeggen heeft. Daarnaast vind ik de Alphacursus geweldig. Aan tafel zitten met mensen die niet gelovig zijn maar wel op zoek, levert zulke mooie gesprekken op. Het zet mijzelf ook steeds weer aan het denken: waarom bid ik? Waarom lees ik de Bijbel?” 

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Ik heb het mentoraat en de primaire nascholing afgerond, verplichte trajecten voor beginnende predikanten. Tijdens tweedaagse bijeenkomsten bespraken we de verschillende rollen van het predikantschap. Het was waardevol om er medestudenten te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.” 

Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor medemens en schepping? 

“In de stad heeft de kerk een enorme kans om naar de medemens om te zien. De overheid trekt zich steeds verder terug, maar Jezus roept ons op om barmhartig te zijn en er te zijn voor mensen die buiten het systeem vallen. In Rotterdam-Zuid proberen we dat als kerk echt te doen. Onze gemeente bestaat uit veel twintigers en dertigers, een generatie die worstelt met eenzaamheid, prestatiedruk en werkdruk. Ik zie een belangrijke taak voor de kerk: mensen met elkaar verbinden. De kerk is zowel een plek om God te ontmoeten, als om in relatie met elkaar te staan.” 

Welk boek, welke serie, film of podcast raad je je collega’s aan? 

“Onlangs heb ik het boek Hemelvragen geschreven, een dagboek voor tieners. Ik zie dat veel jonge mensen grote geloofsvragen hebben en weinig antwoorden vinden. Ouders staan soms met hun mond vol tanden als hun kinderen vragen stellen. In dit boek heb ik dertig veelgestelde vragen van tieners verzameld, zoals: ‘Waarom staat God lijden toe?’, ‘Waarom moest Jezus aan het kruis sterven?’ en ‘Hoe ziet de hemel eruit?’ Het helpt ouders en jongeren om samen in gesprek te gaan over geloof. Daarnaast raad ik God heeft een naam van John Mark Comer aan. Hij beschrijft wie God is en geeft antwoorden op veel vragen die mensen in deze tijd hebben als ze nadenken over God.”

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Psalm 91:1-2 (NBV21): Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Ontzagwekkende. Ik zeg tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op U vertrouw ik.’ Deze tekst draag ik mijn hele leven al met me mee. In moeilijke momenten houd ik me aan deze tekst vast. De plek waar ik echt kan schuilen, is bij God. Daar put ik troost en hoop uit, iedere dag opnieuw.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Ik geloof dat de kerk de plek is waar God werkt en dat Hij doorgaat met zijn werk. Veel jongeren zijn op zoek, ze lopen vast in alles wat het leven van hen vraagt. Jezus heeft daar een antwoord op: Kom naar Mij toe. Ik hoop dat de kerk altijd een vindplaats van geloof blijft, een plek met open deuren waar mensen God kunnen vinden en ontmoeten.” 

 > Corine Zonnenberg interviewde onlangs de acteurs van The Passion 2025. Ze vond het mooi hoe zij zich verdiepen in hun rol en echte vragen stelden als ‘Waarom maakt mijn personage deze keuze?’ Zelf schuift ze op 17 april aan bij Passiontalk. Haar gemeente kijkt in het buurthuis in Charlois. Wil jij met je gemeente ook een kijkavond organiseren? Bestel de gratis materialen! 

 lees verder