|
Heffingspercentages quotum en solidariteitskas voor 2025 en 2026 vastgesteld
Dat heeft de kleine synode besloten naar aanleiding van een gesprek over de gevolgen van het besluit op de generale synode van 14 november jl. om de nieuwe quotumregelingVerder lezenNieuwe afdrachtsregeling voor gemeenten ingetrokken in te trekken. Colleges van kerkrentmeesters en diaconieën zijn daarover dinsdag 16 december 2025 per mail geïnformeerd. Verhoging is noodzakelijkTijdens de vergadering van de kleine synode werd duidelijk dat de verhoging van de bijdrage voor de solidariteitskas noodzakelijk is, omdat de beschikbare reserves voor de solidariteitskas zijn uitgeput. Dat heeft twee oorzaken. Allereerst zijn er in de afgelopen jaren vanuit de solidariteitskas middelen ingezet om een deel van de kosten van classispredikanten en de opbouw van classisteams te ondersteunen. Deze inzet heeft bijgedragen aan een versnelling in het realiseren van deze teams en daarmee aan het versterken van de bovenlokale ondersteuning van gemeenten. Inmiddels worden de classispredikanten en classisteamsVerder lezenClassisteam ondersteunt lokale gemeenten richting de toekomst gefinancierd vanuit het quotumgeld, zoals het hoort. Daarnaast is er een structureel tekort: de inkomsten bedragen € 2,9 miljoen, terwijl de uitgaven € 4,5 miljoen belopen. Dat tekort bestaat al jaren. In 2009 heeft de kleine synode al besloten dat daarom een verhoging van de bijdrage nodig was. Die verhoging is echter nooit uitgevoerd, omdat de reserves toereikend waren om tekorten aan te vullen. De reserves zijn inmiddels uitgeput. Als het tekort niet wordt opgelost, komt de continuïteit van de steunverlening en het categoriaal pastoraat in gevaar. Het gaat om de volgende percentages:
2025 2026 Kerkrentmeesterlijk quotum:
4,35%
4,35% Diaconaal quotum:
5,70% € 1,35
5,70% € 1,35 Solidariteitskas
€ 5,00
€ 7,50 GevolgenDit is een tijdelijke situatie. De gevolgen van deze keuzes, op korte en lange termijn, zullen aan bod komen bij het kerkbrede gesprek. Gemeenten en diaconieën ontvangen hier begin volgend jaar een uitnodiging voor. Kortgezegd betekent dit voor de dienstenorganisatie dat de financiële stabiliteit voor de jaren 2025 en 2026 geborgd is, maar dat er vanaf 2027 keuzes moeten worden gemaakt. In het jaarplan, dat binnenkort gepubliceerd wordt, is meer te lezen over de geldstromen en bestedingen. FacturatieVoor het heffingsjaar 2025 hebben gemeenten en diaconieën een voorlopige aanslag ontvangen, gelijk aan die voor 2024. Op basis van het besluit van 14 november jl. en de vastgestelde heffingspercentages voor 2025 wordt in januari 2026 de definitieve aanslag vastgesteld. Daarna volgt dan ook de verrekening van het te veel of te weinig betaalde. De facturatie van de bedragen voor het heffingsjaar 2026 zal in twee termijnen plaatsvinden. Voor het kerkrentmeesterlijk quotum en diaconaal quotum zijn de vervaldata 1 april en 1 oktober. Voor de solidariteitskas zijn de vervaldata 1 juli en 1 oktober. lees verder |
||
|
Een kerkbreed gesprek over solidariteit en verantwoordelijkheid
In 2024 nam de kleine synode verschillende besluiten over nieuwe regelingen voor het quotum en de Solidariteitskas. Wat bedoeld was als een stap naar vernieuwing, riep echter in veel gemeenten weerstand en zorgen op. Uit revisieverzoeken en ingediende bezwaren bleek dat de onvrede niet alleen de inhoud van de regelingen betrof, maar ook een dieperliggend gebrek aan vertrouwen in de landelijke kerk en haar dienstenorganisatie raakte. Op 13 december 2024 besloot de kleine synode daarom de nieuwe regeling voor de Solidariteitskas tijdelijk – maximaal twee jaar – in te trekken en de quotumregeling aan te passen. Daarbij werd uitgesproken dat een breder gesprek nodig is. VerkenningOm dit gesprek zorgvuldig te openen, is per 1 juli 2025 jl. Arie van der Maas aangesteld als verkenner. Hij ging in gesprek met classes, gemeenten, landelijke organisaties en andere betrokkenen. Daarbij stonden drie vragen centraal:
De bevindingen en aanbevelingen uit deze verkenning vormden een belangrijke basis voor het vervolg. Mede hierop heeft de kleine synode op 14 november 2025 besloten ook de nieuwe quotumregeling in te trekken. Uitnodiging voor Kerkbreed-gesprekIn de eerste helft van 2026 vindt er daarom een kerkbreed gesprek plaats over financiële transparantie en financiële solidariteit. In dit kerkbrede gesprek gaan we als gehele kerk luisteren naar elkaar en wijsheid delen over hoe onderlinge solidariteit financieel gestalte kan krijgen. Inhoudelijk richt het Kerkbreed-gesprek zich op vier thema's die samen het hart vormen van het proces naar herstel van vertrouwen en een toekomstbestendige financiële huishouding:
Werkzaam vermogenLokaal is er een groot vermogen: de 1.450 gemeenten en diaconieën van de Protestantse Kerk in Nederland hebben samen opgeteld ruim 2,3 miljard euro. Deze vermogens staan niet ter beschikking van de landelijke kerk. Dit betreft het deel van het vermogen van gemeenten dat niet vastzit in kerkelijke gebouwen, pachtgronden of bestemmingsreserves. Het wordt ingezet voor de missie en activiteiten van de gemeente zelf, van andere gemeenten of in het verband van de kerk als geheel. De omvang van het totale vermogen van gemeenten blijkt uit de notitie Vermogen Werkzaam van februari 2025. Het is een notitie van de werkgroep die zich bezig heeft gehouden met de uitwerking van het rapport Werkzaam Vermogen dat eerder besproken werd tijdens de generale synode van november 2020. Meer dan beleidDit kerkbrede gesprek over solidariteit en geld heeft als doel vertrouwen te herstellen en te komen tot een duurzame financiële huishouding van de Protestantse Kerk in Nederland. Ds. Trijnie Bouw, preses generale synode: "Samen zoeken we naar een eerlijke, rechtvaardige en eenvoudige regeling die past bij wie we als kerk willen zijn. Daarbij houden we ook de werkzaamheden van de dienstenorganisatie tegen het licht en verkennen we hoe gemeenten hun vermogen optimaal kunnen inzetten voor de toekomst van de kerk." lees verder |
||
|
Rabbijn en predikant in gesprek over geloofsoverdracht aan een nieuwe generatie
Naar de kerk? Als de kinderen klein zijn, gaan ze nog wel mee. Maar zodra de middelbare school begint, verandert er iets. Predikant Winanda de Vroe uit het Brabantse Oisterwijk ziet het bij haar eigen kinderen: “Op zondagochtend is er vaak iets anders: voetbal, huiswerk, of gewoon geen zin.” Ze constateert dat veel gezinnen moeite hebben om hun religieuze tradities door te geven. Haar eigen drie kinderen gingen nog niet eens zo lang geleden altijd mee, vertelt De Vroe. “Heerlijk was dat. Iedereen kende hen, ze hoorden er echt bij.” Maar nu ze 15, 17 en 19 jaar zijn, hebben ze op zondag vaak wel wat anders aan hun hoofd. “Denk aan iets simpels als sporten. Dat gebeurt in Brabant op zondag. Je kinderen willen meedoen met de rest.” De druk van de samenleving schuurt vaak met de traditie. De Vroe ziet het dilemma. “Doe je niks, dan is het geloof binnen twee generaties verloren.” GevaarlijkZe bespreekt de kwestie met rabbijn Hans Groenewoudt, verbonden aan de orthodox-joodse gemeente in Amstelveen. “Is deze worsteling herkenbaar voor jullie?” Groenewoudt knikt instemmend. “Zeer herkenbaar. Wij zijn een kleine, gelovige minderheid in een overwegend seculiere omgeving. De buitenwereld dringt ook onze gezinnen binnen.” Groenewoudt kiest een andere route dan De Vroe, zo blijkt al snel. Ouders kunnen het lastig vinden om vast te houden aan tradities, zeker als kinderen liever andere keuzes maken. Toch zijn er voor Groenewoudt duidelijke grenzen. “Je moet heel helder zijn”, stelt hij. “Als kinderen liever gaan voetballen dan naar de synagoge, dan is er een probleem. Je moet als ouder je poot stijf houden.” Dus voetballen op zaterdag tijdens de sabbat? Groenewoudt: “Nee, dat komt niet im Frage. Natuurlijk moet je uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakt, maar het begint met duidelijkheid.” Een relativerende houding vindt hij ronduit gevaarlijk, blijkt uit zijn betoog. Als je toegeeft aan alles wat de buitenwereld vraagt, meent hij, verlies je binnen de kortste keren je religieuze identiteit. Het goede voorbeeldToch is het volgens de rabbijn niet genoeg om alleen maar regels te handhaven. “Een opgeheven vingertje werkt niet”, zegt Groenewoudt die ook lesgeeft op een joodse school voor basis- en voortgezet onderwijs in Amsterdam. “Als je iets verbiedt, moet je ook uitleggen waarom. Kinderen zijn slim. Ze voelen haarfijn aan of iets vanuit overtuiging komt of niet. Ze willen begrijpen wat er van hen verwacht wordt.” Het goede voorbeeld is wat hem betreft cruciaal. “Een kind let ontzettend op wat zijn ouders belangrijk vinden. Je kunt niet van kinderen verwachten dat ze enthousiast zijn over religieuze tradities als jij dat zelf niet bent. Of als jij en je partner er verschillend in staan. De kans is dan groot dat ze hun belangstelling verliezen.” De Vroe verdiept zich al jaren in de joodse wortels van het christendom. Ze is onder de indruk van hoe vanzelfsprekend rituelen in het joodse leven zijn geïntegreerd. “Dat helpt zeker bij het doorgeven van de traditie”, zegt ze. Ze geeft een voorbeeld. “De sabbat wordt niet alleen in de synagoge gevierd, maar ook thuis – met een feestelijk gedekte tafel, kaarsen en gebeden. Als ik uitgenodigd word bij mijn joodse vrienden, dan ontroert me dat altijd weer.” Vasthouden aan traditiesGroenewoudt glimlacht. “Die rustdag is heilig voor ons. Dan gebruiken we geen telefoons, geen auto, en we vermijden werk. De kinderen groeien ermee op, het zit in het ritme van de week. Ze weten: dit is wie wij zijn.” De Vroe: “Bij protestanten is het geloof vaak gekoppeld aan de kerkgang, zie ik om mij heen.” Dat is behoorlijk mager, stelt ze vast. Thuis mist dan de rituele bedding die het geloof iets van het gewone leven maakt. “Veel gezinnen lezen niet meer samen uit de Bijbel, we bidden lang niet meer altijd samen aan tafel. Daardoor verdwijnt het geloof uit de dagelijkse routine. Ik zie dat binnen de protestantse traditie het alleen de orthodoxie eigenlijk goed lukt om dat geloof zo door te geven dat de kinderen ook weer in de traditie verdergaan.” Groenewoudt knikt. Vast blijven houden aan langlopende tradities is belangrijk om het geloof door te geven, stelt hij. “Ga daarover in gesprek met je kinderen. Leg uit waarom je als ouders bepaalde keuzes maakt.” AfhakenDe druk van de buitenwereld mag dan sterk zijn, volgens Groenewoudt heeft het leven in een kleine geloofsgemeenschap ook voordelen. “We zijn misschien klein, maar we horen zó sterk bij elkaar. Gezin, school en synagoge vormen samen een beschermende kring. Dat geeft kinderen houvast en herkenning. Zo proberen we een veilige joodse omgeving te creëren. De gemeenschap is altijd nabij.” Toch is ook in de orthodox-joodse gemeenschap het afhaken voelbaar. “In mijn synagoge zie ik niet veel vaders met kinderen of kleinkinderen.” Hij legt uit hoe dat komt: “Veel jongeren trekken weg, soms omdat ze niet meer naar de synagoge gaan, soms juist omdat ze ergens anders wel in alle vrijheid joods willen leven. Israël, Engeland of Amerika bijvoorbeeld, waar het makkelijker is om op onze manier joods te zijn.” De Vroe: “Er zijn in de orthodox-joodse gemeente dus ook kinderen die afhaken?” Groenewoudt knikt: “Ook bij ons struggelen gezinnen daarmee. Het gevecht met de buitenwereld is niet altijd even makkelijk.” Behoefte aan gemeenschapDe Vroe laat het hoofd niet hangen. Ze ziet ook nieuwe aanwas. “Als mensen kinderen krijgen, gaan ze op zoek. Dan vragen ze zich af: wat wil ik meegeven? Geloof is dan ineens weer in beeld.” Jonge ouders weten de weg naar haar kerk dan ook best te vinden, merkt ze op. “Als er kinderen komen, beginnen veel mensen met een schone lei.” Ook om sociale redenen komt de kerk dan in beeld. “Jonge ouders zoeken verbinding met elkaar.” In haar gemeente loopt ‘kerk op schoot’, een viering voor baby’s en peuters, opvallend goed. Er is behoefte aan gemeenschap, constateert ze. “Een paar jaar geleden interviewde ik een aantal ouders met jonge kinderen. Ik wilde weten wat hen in de kerk bracht. In die gesprekken ging het vaak over gemeenschapsgevoel, gedeelde waarden en het ontmoeten van andere ouders.” Deze behoefte aan gemeenschapszin blijkt belangrijk te zijn voor de betrokkenheid van gezinnen, deelnemen aan activiteiten in de kerk is vervolgens weer een manier om de verbinding te behouden. “De een komt elke zondag, de ander heeft minder belangstelling. Maar we proberen ze allemaal positief te benaderen, ongeacht hun frequentie van aanwezigheid.” Toch erkent ze dat het lastig wordt zodra kinderen groter worden. “Tieners zijn kritisch. Ze willen niet iets doen omdat het ‘moet’.” Hoe zit het eigenlijk met de puber die na vele weken afwezigheid zijn gezicht toch nog laat zien in de kerk van De Vroe? “Die is hartelijk welkom. We hebben nog nooit iemand weggestuurd, dat zullen we ook niet gauw doen, dan moet iemand het wel heel bont maken.” Meer over geloofsopvoeding in de kerkEén van de opdrachten van de gemeente is het opvoeden van de volgende generaties in het geloof. Maar hoe doe je dat? In de serie 'Geloofsopvoeding in de kerk' wordt dat per 'kindermoment' toegelicht. lees verder |
||
|
Ga mee op reis naar Ghana
Een kleurrijke cultuur, warme gastvrijheid en een interessante geschiedenis. Dat typeert Ghana, een stabiel land aan de westkust van Afrika. Ghana heeft een rijke natuur en geeft je op veel plekken het authentieke Afrika-gevoel. Met deze twaalfdaagse actielandenreis ontdek je niet alleen de schoonheid van het land, maar leer je ook de mensen achter de Kerk in Actie-projecten kennen. Je ontmoet lokale initiatiefnemers, bevlogen medewerkers en de gemeenschappen voor wie zij zich dagelijks inzetten. Het bijzondere aan deze reis is dat we samen met hen aan de slag gaan: samen meehelpen in een project, samen de kerk bezoeken, samen aan tafel om lokale specialiteiten te proeven. Zo ontstaat échte ontmoeting. ProgrammaIn het noorden van Ghana Via de hoofdstad Accra vliegen we door naar het noorden van Ghana, waar Kerk in Actie verschillende projecten van lokale kerken ondersteunt. De medewerkers en deelnemers van deze projecten kijken uit naar onze komst! Ontmoet jongeren die aan hun toekomst werken Meer dan de helft van de Ghanese bevolking is jonger dan 25 jaar, maar veel jongeren – vooral in het noorden van het land - kunnen moeilijk aan werk komen en hebben weinig toekomstperspectief. De kerk biedt vaktrainingen, zodat jongeren een beroep leren als timmerman, kleermaker of kapper en zo zelfstandig aan hun toekomst kunnen bouwen. Ze laten ons graag zien wat ze hebben bereikt! Tegelijkertijd stimuleert de kerk samenwerking tussen jongeren van verschillende religies, wat bijdraagt aan een stabiele gemeenschap. We zijn welkom bij een ‘vredesgroep’ om te zien hoe jongeren hun talenten samen inzetten om hun dorp en hun toekomst op te bouwen. Ontmoet mensen uit de kerk In het achtergestelde noorden van Ghana is het leven niet altijd makkelijk. Veel mensen hebben te maken met armoede. De kerk is een belangrijke steun voor hen, zowel geestelijk als praktisch. Natuurlijk maken we een kerkdienst mee! Maar we zien tijdens ons bezoek ook met eigen ogen wat de steun van de kerk voor mensen betekent, bijvoorbeeld bij de kinderbijbelclubs die hele families verbinden met de verhalen uit de Bijbel. We ontmoeten voorgangers en vrijwilligers die hun ervaringen graag met ons delen: over de mooie momenten in de kerk, maar ook over de uitdagingen. Wat herkennen we bij elkaar en waarin kunnen we elkaar bemoedigen en van elkaar leren? Ontmoet enthousiaste sheaboerinnen In het gebied dat we bezoeken, staan volop sheabomen. Uit hun noten wordt sheaboter gemaakt, onder andere een belangrijke grondstof voor de cosmetica-industrie én een bron van inkomen voor vrouwen. We zien hoe de kerk deze vrouwen ondersteunt bij het oogsten, bewaren en verwerken van de noten, en hoe samenwerken en slim onderhandelen hun inkomsten vergroot. Van dichtbij maken we mee hoe de trainingen levens veranderen: gezinnen hebben het hele jaar te eten, kinderen kunnen naar school en dorpen bloeien op. Naast de projectbezoeken is er volop tijd om de rijke cultuur en natuur van Noord-Ghana te beleven. We dwalen over een kleurrijke markt, spotten olifanten in een prachtig nationaal park en zijn uitgenodigd bij een dorpshoofd voor een unieke, persoonlijke ontmoeting. In het zuiden van Ghana De laatste 2 dagen van de reis brengen we door aan de zuidkust van Ghana. Hier bezoeken we een laatste, indrukwekkend project. Ontmoet mensen die kinderarbeid stoppen In Ghana werken nog duizenden kinderen onder dwang in de visserij. Een voormalige kindslaaf heeft een organisatie opgezet die kinderen bevrijdt, opvangt en weer samenbrengt met hun families. Kerk in Actie steunt vooral preventiewerk om te voorkomen dat steeds weer nieuwe kinderen in de visserij belanden. De medewerkers van de organisatie zullen ons vertellen over hun werk. Ook bezoeken we een opvangcentrum waar kinderen tijdelijk worden opgevangen worden en een centrum waar jonge moeders een vaktraining kunnen volgen. We sluiten de reis af in de historische stad Elmina: een plek die we niet mogen missen als we de geschiedenis van Ghana willen voelen en begrijpen. Hier staat een van de oudste Europese slavenforten in West-Afrika. Het fort, een belangrijk centrum in de trans-Atlantische slavenhandel, herinnert ons aan een donkere periode in de geschiedenis. Tegelijkertijd is deze locatie, door de ligging aan zee, een ontspannen plek om met elkaar terug te blikken op een ongetwijfeld onvergetelijke reis. Praktische informatieDeelnemers Er kunnen maximaal 18 deelnemers mee op deze reis. Steunt jouw gemeente actieland Ghana of hebben jullie hierin serieuze interesse? Dan kunnen vanuit jouw gemeente maximaal 2 personen (geen echtpaar) zich aanmelden. Een belangrijke voorwaarde voor deelname is dat je bereid bent om na afloop van de reis je ervaringen te delen (al gaat dit meestal vanzelf), zodat nog meer gemeenten enthousiast worden om actieland Ghana te gaan steunen. Het is daarom belangrijk dat je je als deelnemer herkent in dit profiel:
De reis wordt geleid door 3 medewerkers van Kerk in Actie: 2 consulenten en de relatiebeheerder Ghana. Kosten De gemeentereis naar Ghana kost € 2395 per persoon. In deze prijs is inbegrepen: retour-vliegticket KLM Amsterdam-Accra (inclusief 1 stuk ruimbagage à 23 kg.), retour-vliegticket Accra-Tamale, transport in Ghana, accommodatie en maaltijden, visum, (verplichte collectieve) reisverzekering. Niet inbegrepen: vaccinatie(s), annuleringsverzekering en eigen consumpties of aankopen. Voorbereiding en ontmoeting Op woensdag 18 maart 2026 vindt er een voorbereidingsdag plaats. Je hoort dan meer over het reisprogramma en de organisaties die we gaan bezoeken. Bij de voorbereiding van elke gemeentereis, ongeacht naar welk land, hoort ook een korte veiligheidstraining. En natuurlijk ontmoet je je reisgenoten! Let op: deelname aan deze voorbereidingsdag is verplicht. We regelen dan ook de visa met elkaar. Tips
Kerk in Actie organiseert de actielandenreizen in samenwerking met reisorganisatie Livingstone. Meer informatie en aanmelden Heb je interesse in deze gemeentereis naar Ghana, maar wil je graag eerst nog iets meer weten? Laat hier je gegevens achter en jouw Kerk in Actieconsulent neemt contact met je op. Al helemaal zeker van je zaak? Meld je hier voor de reis. Aanmelden kan tot en met 28 februari 2026. Partnerorganisaties die we bezoeken in Ghana
|
||
|
Brief van de scriba - Schoonheid
Geachte collega’s, Het is Advent geworden. Als aan het einde van het jaar iedereen enigszins vermoeid snakt naar wat vrije dagen, zoeken voorgangers, die ook snakken naar wat time off, naar inspiratie en goede woorden. Als kerk bidden we in deze weken voor onze voorgangers: dat je gezondheid, een goede gezindheid en geloof mag ontvangen om in jouw context voor te gaan in de vreugde van het evangelie. Advent is een bijzondere tijd, vind ik. Na de hectiek van het najaar hoop je op een periode van meer contemplatie. Iets minder vergaderen, iets meer stilte en studie. De grote feesten helpen daarbij. Ze trekken ons de essentie in van waarom we kerk zijn, wat ons drijft, driftig maakt, troost en staande houdt. Schoonheid van AdventAl een paar dagen zit ik te mijmeren over de schoonheid van Advent. Het is een schoonheid die in de vormen verscholen ligt. Na Eeuwigheidszondag (ook zo’n schitterende vorm) zingen we in de kerk andere liederen, zijn er andere lezingen, bereiden we ons op een eigen manier voor op een feest. In de schoonheid van Advent zit goedheid. Er wordt in deze schoonheid iets meegedeeld, je krijgt ergens deel aan. De adventstraditie trekt ons naar Christus toe, de Schriften in. Opeens sta je midden in de kracht van de profetie en in de herhaalde beloftes van God. “De adventstraditie trekt ons naar Christus toe, de Schriften in. Opeens sta je midden in de kracht van de profetie en in de herhaalde beloftes van God. ” Ik kwam op het thema van de schoonheid door een essay van een jonge Duitse predikant, Justus Geilhufe. Hij komt uit Oost-Duitsland. Hij weet wat atheïsme met een samenleving doet. Er gebeurt iets in een cultuur, schrijft hij, wanneer de kerk absent gemaakt wordt. Dat heeft effect op de taal, op de politiek, op de architectuur, op omgangsvormen, op de kleur van het dagelijkse leven, op het geestesleven. Juist hij schrijft daarom over de schoonheid van de christelijke traditie en haar vormen. Je komt door die vormen in een ander levensbesef. Het is een schoonheid, schrijft hij, die enerzijds gegen die Welt is. Ze bewaart een geheim dat beschermd moet worden tegen de agressiviteit van andere ideologieën en levensvormen. En tegelijkertijd is deze schoonheid für die Welt en in der Welt. Die schoonheid is bedoeld voor ieder mens en is te beleven in deze wereld. In een willekeurig dorp, op Walcheren of in de Achterhoek, in een stad of een instelling, word je zomaar onderdeel van een doorgaande traditie. Misschien dat deze weken ons daarom vrolijk maken: er is een schoonheid die beslag op ons legt, een bepaalde lichtheid die in ons wil trekken. De essentie van die vormen is het levende licht van Jezus Christus. In Hem vallen vorm en inhoud samen. De kerk is met Kerst als een moederkloekHet is als voorganger ook een rare tijd. Als gemeentepredikant vond ik het toeleven naar de kerstdiensten altijd spannend, en in zekere zin moeilijk. De verwachting is veel te hoog en de druk kon me verlammen. Voor je het weet denk je dat je allerlei fratsen uit moet halen om een eenvoudige essentie op te pimpen. Maar juist dan verlies je iets. Tegelijkertijd kan de kerk in deze dagen echt in vorm zijn. Allerlei mensen, jong en oud, randbewoners en routiniers, seculier en sentimenteel, je ziet ze allemaal voor je zitten. Willem Barnard zei ooit dat de kerk met Kerst als een moederkloek is die haar vleugels breed uitspreidt. Je hoeft eigenlijk alleen maar de deur van de kerk open te zetten en mensen komen opdagen. Want er zit in mensen van nu veel verwonding en verdriet, verveling en zoeken. “Je hoeft eigenlijk alleen maar de deur van de kerk open te zetten en mensen komen opdagen. Want er zit in mensen van nu veel verwonding en verdriet, verveling en zoeken. ” Ik beleef deze tijd als een uitnodiging. Zowel landelijk als lokaal. Misschien vragen tijdgenoten wel naar de essentie van die vormen waarin wij leven. Naar het waarom en het hoe. Wat ik lees over mensen die de weg tot Christus vinden, op allerlei manieren, is dat ze vragen naar het eigene van het geloof. Misschien hebben we als kerk te lang vanuit een soort vleierij met de tijdgeest gesproken? Als we de gunfactor van de tijdgeest maar wisten te veroveren, zo dachten we soms, misschien dat we dan weer op de kaart zouden komen te staan? Maar voor je het weet imiteer je dan de tijdgeest en verlies je het eigene. En is juist de vermoeienis niet een teken van het verlies van het eigene? Wat ik hoor is dat mensen nu juist vragen naar de kern. ‘Wat is Kerst? Ik kom niet voor de kitsch, ook niet voor de heimwee, maar eerder voor de vraag: Wie is God? Hoe kan ik met deze God in contact komen? Wat is het geheim van Jezus Christus? Waarom spreken jullie daar steeds over? Kun je daar ‘vrienden’ mee worden? Hoe kan ik leven? Welke life rules volgen jullie en waarom?’ Mysterie van de kerkIk merk trouwens in mijn eerste maanden als scriba hoezeer het mysterie van de kerk juist ook in de vorm van het diaconaat ligt. De diepere kennismaking met de projecten van Kerk in Actie inspireert me. Wie wij hopen te zijn is voelbaar en zichtbaar in ons contact met ‘de straat’, met wie gecanceld is, op wie gejaagd wordt. Met arbeidsmigranten die Kerst ergens in een kot of slapend in een bos doorbrengen. Met een fel protest tegen de godgeklaagde neiging om in een van de rijkere landen ter wereld barmhartigheid aan een vluchteling strafbaar te stellen. In een goede kerstdienst is de collecteVerder lezenHoe krijgt de collecte de aandacht die ze verdient? en de uitleg van het doel een preek op zich. Ook dat is inwijding in het geloof. En dat maakt het in zekere zin eenvoudiger. Je moet dicht bij de vormen blijven, denk ik, bij het Kind in een voerbak, bij een Kerk die het kind in doeken wikkelt, Hem koestert, zich door Hem laat vormen en daardoor barmhartig in deze wereld staat. Van harte hoop ik dat je als voorganger vanuit een soort zelfbewustzijn en rust voor kunt gaan. Wij geloven als kerk niet in kwantiteit en show, niet in de merchandizing van het heilige, niet in opgeblazenheid. Dat is strijdig met de vorm. Wij geloven in eerlijkheid: een gemeenschap van mensen die zich verzamelt rond een pasgeborene waarvan we geloven dat God in Hem naar ons omziet, ons lot deelt en onze schuld verzoent. Deze adventsbrief schrijf ik je namens het moderamen van de synode. Voel door deze brief heen het respect dat we voor onze voorgangers hebben en onze toewijding om het geestelijke leven in de lokale kerken te dienen en te omgeven met onze gebeden. Gezegend Kerstfeest! Ook namens de andere moderamenleden,Leo Blees, Bianca Groen Gallant, Trijnie BouwKees van Ekris - Advent 2025 lees verder |
||
|
Materialen Week van Gebed 2026
Verlangen naar eenheidDe Week van gebed voor eenheid van christenen staat in 2026 in het teken van het verlangen naar eenheid: Eén van Geest. Deze tekst komt uit de brief van Paulus aan de Efeziërs, hoofdstuk 4, vers 1-13. Coen Wessel, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, een van de initiatiefnemers van de Week van Gebed: "Eenheid is geen mooi idee voor later, maar een opdracht van God aan ons allemaal en de kern van onze identiteit als christenen. Jezus heeft ons geroepen om in eenheid te leven, ondanks onze verschillen." Het materiaal voor de gebedsweek in 2026 is gemaakt door christenen uit verschillende kerken in Armenië. Samen hebben ze de oecumenische viering en de doordeweekse gebedsbijeenkomsten voorbereid. Dit materiaal is vertaald en bewerkt door de Nederlandse werkgroep Week van gebed, bestaande uit MissieNederland, de Raad van Kerken in Nederland en Samen Kerk in Nederland (SKIN). Materiaal 'Week van gebed'Gemeenten die meedoen aan de 'Week van Gebed' kunnen op de bijbehorende website inhoudelijke en promotiematerialen downloaden of bestellen. Er is materiaal te vinden voor:
Zie ook weekvangebed.nl. Over de Week van gebedDe Week van gebed voor eenheid van christenen is een jaarlijks terugkerende week waarin wereldwijd miljoenen christenen samen bidden voor eenheid, voor hun wijk en de wereld. Deze gebedsbeweging begon ruim 175 jaar geleden en wordt wereldwijd gehouden. In Nederland doen naar schatting jaarlijks zo'n 200.000 mensen mee met het initiatief. De gebedsweek wordt georganiseerd door MissieNederland en de Raad van Kerken. Download materialen voor de Week van Gebed 2026 lees verder |
||
|
Kerk in Actie organiseert voor het eerst een landelijke Armoededag
Armoede raakt levens diep. Maar wat is armoede precies, hoe herken je het en wat kun je er samen met je gemeente aan doen? Tijdens de Armoededag gaan we met elkaar in gesprek en bieden we concrete handvatten om armoede aan te pakken of jullie bestaande aanpak te verbeteren. Samen praten over armoedeJe hoort verhalen uit de praktijk, leert van deskundigen en kunt zelf aan de slag met ideeën en acties die passen bij jouw gemeente. “Armoede raakt veel mensen, ook dicht bij huis”, zegt Iwan Dekker van Kerk in Actie. “Tijdens de Armoededag krijg je tips en handvatten die je helpen écht het verschil te maken in je gemeente. En je ontdekt hoe je samen met anderen armoede kunt bestrijden.” Programma van de dagDe dag begint plenair met het indrukwekkende levensverhaal van Riane Kuzee, die jarenlang in armoede leefde. Zij deelt haar ervaringen en geeft inspiratie voor hoe kerken mensen in armoede kunnen steunen. Daarnaast is er een viering, een introductie op het thema armoede en muziek. Deelnemers kunnen daarna kiezen uit diverse workshops en sessies over praktische en inspirerende manieren om armoede aan te pakken. Onderwerpen zijn onder andere: acties van de gemeente tegen armoede, samenwerken met andere kerken en organisaties, inzicht krijgen in gedrag onder armoede, jongeren en schulden, voedselinzameling voor de Voedselbank en meer. Daarnaast is er de hele dag door een helpdesk rond armoede en een informatiemarkt met praktische tips en materialen. Praktische infoDatum: zaterdag 24 januari 2026 Tijden : inloop 9.30 uur, start 10 uur, einde 16 uur Locatie : Dienstencentrum Protestantse Kerk, Joseph Haydnlaan 2A, Utrecht Kosten: vrijwillige donatie, voor koffie/thee en lunch wordt gezorgd AanmeldenBen jij betrokken bij armoedebestrijding in jouw gemeente of wil je er meer over weten? Meld je aan en laat je inspireren om samen het verschil te maken! lees verder |
||
|
Geestelijk verzorger Jolien Bos: “Samen zoeken naar wat goed doet”
Hoe ervaar je je roeping?“Als ‘op mijn plek zijn’. Mijn werk is heel veelzijdig, ik ben voortdurend bezig met wat mensen raakt, in negatieve en positieve zin. Samen met hen zoek ik naar wat hen goed doet. Maar niet alles is op te lossen en dan voel ik het ook als mijn roeping om het samen uit te houden. Daarnaast ervaar ik roeping bij het praten met mensen over ervaringen die ze zelf moeilijk kunnen duiden. Ervaringen die hen het gevoel geven dat hemel en aarde met elkaar verbonden zijn. Het is van betekenis om daar niet aan voorbij te hollen, maar samen te doorvoelen wat dit met iemand doet.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Vooral vertrouwen van de mensen met wie ik werk. Dat merk ik in het gevoel dat ik welkom ben, met mijn kwaliteiten én met mijn tekortkomingen. Dat gezien wordt dat mijn intentie goed is, ook als er eens iets misgaat. Daarin zijn onze bewoners goede leermeesters. Zij voelen vaak haarscherp aan of iemand te vertrouwen is en hen behandelt vanuit gelijkwaardigheid. Als je dat doet, dan ben je meer dan welkom en is het geen ramp als er eens iets misgaat. Wat voor hen geldt, geldt ook voor mij.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Door goed contact te houden met collega’s binnen de vakgroep en daarbuiten. Ik werk met allerlei begeleiders, behandelaren, managers en ondersteunende diensten samen. Het is heel fijn om elkaar op te kunnen zoeken om zorgen te delen en even te reflecteren. Daarnaast is dit een werkomgeving waar we regelmatig lachen met elkaar, dat geeft plezier en verbinding. Verder liggen hier steeds nieuwe uitdagingen. Dat houdt mij, zeker ook in combinatie met het volgen van scholing, fris.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Ik doe veel verschillende dingen, en juist die afwisseling maakt het mooi. Het zit in het samen zoeken naar wat er speelt en wat voor nu een begaanbare weg is. Met bewoners en hun naaste zoek ik naar wat deze persoon zin geeft in het leven en wat juist de zin ontneemt. Met teams zoek ik naar wat het beste is om te doen wanneer ze een ethisch dilemma hebben. Op beleidsniveau puzzel ik mee in wat er mogelijk is in alle veranderingen en uitdagingen waar we in de zorg mee te maken hebben. Ik geniet ervan als er ruimte ontstaat waardoor mensen weer perspectief zien.” Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?“De training ‘Prof op de kaart’, een methodiek met een grote landkaart waar allerlei vragen bij horen. Zoals: wat is nu je positie op de kaart ten aanzien van die vraag, waar zou je naartoe willen en wat heb je nodig om daar te komen? Een mooi hulpmiddel voor individuele gesprekken en in begeleiding van teams. Deze scholing volgde ik met collega’s die net als ik betrokken zijn bij het project ‘samenwerken aan samenwerken’ dat inzet op een betere samenwerking met verwanten en vrijwilligers. In proeftuinen zijn we met elkaar in gesprek en verplaatsen we ons in elkaars perspectief.” Zie je in je werk dat Gods Geest aan het werk is?“Jazeker. Daar waar ruimte ontstaat, daar is Gods Geest. Daar mogen we ontvangen. Bij de herdenkingsdienst voor bewoners kwam een vrouw die door ongemak en daarbij horend moeilijk gedrag al een tijdje niet meer in de kerk kwam. Maar ze wilde hier graag bij zijn. Nog voor de dienst begon was ze alweer weg, het gaf te veel prikkels. Maar ik kon nog net met haar een kaars aansteken en dat deed haar zichtbaar goed. Op zulke momenten ervaar ik de Geest.” Welk boek, welke film of welke podcast raad je collega’s aan?“De masterscriptie van Anouk Helmich: ‘Als ieders stem telt’. Het is een contextuele bijbelstudie van Exodus 4:10-17, gedaan met mensen met en zonder verstandelijke beperking. Over hoe je samen kerk kunt zijn. Ik vind haar aanpak, de stem van mensen met een verstandelijke beperking echt serieus nemen, fantastisch.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“Mijn dooptekst, die ook een rol had bij mijn bevestiging als predikant, resoneert nog weleens: Handelingen 8:31. Filippus stapt bij de Ethiopiër op de wagen zodat ze samen de tekst kunnen uitpluizen die de Ethiopiër leest. Ik vind dat een mooi beeld: samen een stukje op reizen, zoeken, geraakt worden door de ontmoeting en daaruit iets meenemen op het vervolg van je weg. De mensen op de wagen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig en betekenen allebei iets voor de ander. Zo sta ik ook in mijn werk. Ik mag iets brengen en tegelijkertijd ook zelf geraakt worden.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat ze een plek mag zijn waar mensen zich welkom en veilig voelen, gehoord, gezien en geaccepteerd, en dat zij zelf ook op die manier aanwezig zijn. Bij ons is één keer per jaar de plaatselijke gemeente te gast. Elk jaar hoor ik na afloop van de dienst dat het zo’n verademing is dat mensen zo zichzelf kunnen zijn. Dat er geen schroom is om hardop te bidden voor wie of wat je aan het hart gaat. Dat er geen lange preek nodig is, als je eerlijk met elkaar deelt wat je raakt. Dat het bijna jaloersmakend is om zo waarachtig te kunnen geloven. Ik hoop, met dank aan onze bewoners, dat de kerk bijdraagt aan het laten groeien van oprechte verbindingen tussen mensen.” lees verder |
||
|
“Nieuw Kerkelijk Peil zorgde voor een opleving in de gemeente”
De Hervormde Gemeente Heerde is een traditionele volkskerk in de volle breedte, vertelt kerkenraadsvoorzitter Egbert van der Steege. Nog maar een paar jaar geleden waren er twee predikanten: de één met een Gereformeerde Bondsignatuur, de ander afkomstig uit de Confessionele Beweging. "We hadden door dat theologische verschil twee kerkenraden. De verschillen zaten vooral in de vorm, zoals wel en geen vrouw in het ambt, wel en geen kaarsen branden. Moet dat zo, vroegen met name de dertigers en veertigers zich af. Gaandeweg groeide de behoefte om naar elkaar toe te bewegen en één kerkenraad te vormen.” Eensgezind op wegDie wens kwam in een stroomversnelling toen beide predikanten bijna tegelijkertijd vertrokken en de gemeente een vacaturetijd in ging. Al snel werd gekozen voor één kerkenraad. En ook verder was het tijd voor een pas op de plaats: wat leeft er écht onder de gemeenteleden? Van der Steege: “Nieuw Kerkelijk Peil leek ons daarvoor een goed hulpmiddel.” Van de ongeveer 2500 leden vulden 300 de enquête in. Van der Steege analyseerde de resultaten, een hele klus. De uitkomsten waren opmerkelijk. Waar werd gedacht aan een gemeente met ‘flanken’, uitersten, bleek de gemeente juist behoorlijk eensgezind. Van der Steege: “De gemeente wil het Woord centraal stellen, zoekt naar verbinding en naar openheid naar de omgeving.” Tijdens een gemeenteavond werden de resultaten gepresenteerd, samen met de plannen van de kerkenraad. Die richtten zich vooral op de pastorale aansturing: in plaats van twee predikanten komt er één gemeentepredikant als geestelijk leider, bijgestaan door drie pastores met elk een eigen focus: ‘jong Heerde’, senioren en mensen met een beperking, en missionair en diaconaal werk. “Alleen die laatste plek moeten we nog invullen, dan is het team compleet.” SaamhorigheidWat meehielp bij het bepalen van een nieuwe koers was dat er nauwelijks verschil in beleving bleek tussen jongere en oudere gemeenteleden. Ook de lange vacaturetijd - tweeënhalf jaar - speelde daarin een rol. Van der Steege: “In die tijd hadden we gastpredikanten uit alle hoeken van de kerk. Dat hielp om breder te kijken en niet te blijven hangen in wat is geweest.” Vandaag staat de gemeente er heel anders voor dan enkele jaren geleden. “We spreken vaak over een opleving”, zegt Van der Steege blij. “Er is veel saamhorigheid ontstaan, en daar heeft het traject met Nieuw Kerkelijk Peil aan bijgedragen. Ik kan het elke gemeente aanraden. Het heeft voor een flinke beweging gezorgd.” Lees meer over Nieuw Kerkelijk Peil. lees verder |
||
|
Geestelijk verzorger Willemieke Doornenbal: “Wij mogen met onze kwetsbaarheid bij God komen”
Hoe ervaar je je roeping?“Als van God gegeven. Ik heb er wel een heel proces in gehad. Ik ben twee keer opgebrand geweest en heb getwijfeld aan mijn roeping. Door de dagelijkse omgang met het Woord ben ik het toch weer gaan ervaren als Gods plan met mijn leven. Dat ik mijn roeping heb teruggevonden, voelt als bestemming: dit mag ik doen, dit past bij mij.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Allereerst goed contact met het team. Ik wil iedereen kennen, want mijn werk is vrij solistisch. Daarnaast heb ik een basis van innerlijke rust en vrede nodig. Ik houd dagelijks stille tijd en ga regelmatig op retraite. Dat helpt me om mijn werk met passie te doen: nabij zijn voor mensen die met van alles worstelen.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?"Mijn verantwoordelijkheidsgevoel is groot, ik heb de neiging om op alle vragen in te gaan. Ik heb geleerd om niet meer overal ‘ja’ op te zeggen en me meer te richten op wat ik leuk vind. Dat geeft vrijheid en focus op wat ertoe doet. Verder houd ik van wandelen, sporten, muziek maken, creatief bezig zijn, in de tuin werken, afspreken met vrienden en reizen. Dat zorgt voor balans.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Mensen individueel begeleiden in hun zingevingsvragen, gevolgd door het geven van workshops over rouw en verlies. Bijvoorbeeld aan buurtzorgteams, thuiszorgteams en welzijnswerkers die met deze problematiek te maken krijgen. Ik geef handvatten: wat zijn levensvragen, hoe herken je die, en wat kun je ermee doen?” Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?“In 2021 rondde ik de post-academische opleiding Contextueel Pastoraat af en afgelopen januari had ik daar een nascholing van. De titel van de nascholing was ‘De wond en de aanraking’. Onder meer het boek van Tomáš Halík, Raak de wonden aan, kwam aan bod. Ik heb er veel aan gehad, ook voor mijn eigen leven. Contextueel pastoraat raakt bovendien aan systemisch werken. Een mens is geen eiland, maar altijd verbonden met anderen. Hoe verhoud je je tot hen? Als geestelijk verzorger kom ik bij mensen thuis en breng vaak verhoudingen in gezinnen in beeld. Ik help mensen gestolde verhoudingen in beweging te krijgen, of te helpen zien welke loyaliteiten een rol spelen. Samen op zoek gaan naar bronnen van vertrouwen zie ik als een belangrijk onderdeel van mijn werk.” Zie je in je werk dat Gods Geest aan het werk is?“Zeker. Ik kan dat niet altijd expliciet benoemen, maar ik ervaar het wel. God is in alles en iedereen tegenwoordig. Als ik dat niet meer zie, kan ik het werk niet meer doen. Er gaan dingen buiten mij om, wonderlijke dingen, die ik toeschrijf aan Gods werk.” Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?“Het boek van Tomáš Halík, Raak de wonden aan. Halík liet zich inspireren door het verhaal van de ongelovige apostel Thomas. Het laat de kwetsbaarheid van Jezus zien die naar de aarde kwam en Thomas zijn wonden liet aanraken. Ik vind het inspirerend dat God voor ons is afgedaald. Hij reikt zijn hand naar ons uit, wij mogen met onze kwetsbaarheid bij Hem komen. Ook al zien we het niet, we mogen er toch in geloven. Dat is een stevig fundament. Voor mijzelf was het helend. Ik kwam uit een diep dal en ontdekte door de nascholing dat het oké is om kwetsbaar te zijn. Het viel op zijn plek.” Welke bijbeltekst gaat met je mee?“Matteüs 25:40: ‘Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.’ Ik voel me geroepen om dicht bij kwetsbare mensen te komen. Ook bij mensen die letterlijk moeilijk zijn om te zien; zij maken van alles los bij mij. Ik krijg de kracht om er voor hen te zijn. Al jong wist ik dat ik dat wilde. Maar ik heb wel moeten leren dat ik ook mijn eigen kwetsbaarheid mag omarmen.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“We zijn niet kerk voor alleen mensen binnen de kerk. We mogen het licht verspreiden naar mensen die Jezus nog niet kennen. Ook in mijn werk kan ik dat doen; ik kom in aanraking met mensen buiten de kerk. Ik zie het als een stukje evangelie dat ik licht mag verspreiden, ook al noem ik de naam van God niet.” lees verder |
||
|
Wat zijn de taken van een ouderling?
Het ambt van ouderlingDe kerkorde zegt het volgende over ouderlingen: ‘De ouderlingen zijn in het bijzonder geroepen tot de zorg voor de gemeente als gemeenschap, het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de bediening van Woord en sacramenten, de herderlijke zorg en het opzicht en de toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping (en zij die daartoe zijn aangewezen), en bovendien tot de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard.’ Taak van de ouderlingDoor in te zoomen op de verschillende onderdelen, wordt de reikwijdte van de taak van de ouderling inzichtelijk:
Profiel ouderlingIn veel gemeenten wordt de taak van de ouderling vooral pastoraal ingevuld. Ambtsdragers moeten dan in staat zijn om pastorale gesprekken te voeren. Maar je kunt ook denken aan een andere invulling, zoals een ouderling voor liturgie of voor vorming en toerusting. Veel gemeenten kennen ook een jeugdouderling of een missionaire ouderling. Deze ouderlingen blijven medeverantwoordelijk voor het geheel van de gemeente, ze hebben alleen een meer specifieke opdracht binnen dat geheel. Valkuilen
Kansen
Cursus voor ouderlingenIn de online basistraining ouderling ga je aan de slag met jouw roeping en kwaliteiten als ouderling. Je leert wat de bijbel en de kerkorde ons vertellen over het ambt van ouderling. Ook ga je aan de slag om jouw specifieke taken en kwaliteiten te leren kennen, zodat je je eigen opdracht voor de praktijk doordacht kunt formuleren en gedegen aan de slag kan als ouderling. Meld je aan voor de online training 'ouderling' lees verder |
||
|
Minder mensen in de kerk, meer handen in de wijk – Almere Buiten
“Steeds minder mensen in de kerkdienst, vrijwel geen kinderen en jongeren, meest grijze hoofden; we zijn een gemeente zoals veel gemeenten, met weinig mensen en middelen. Maar we spreken er nooit zo over, we zitten hier niet te miepen. We zijn een kleine maar blijmoedige, hechte gemeenschap. Er is veel vertrouwen, hartelijkheid en betrokkenheid. Dat wat niet meer mogelijk bleek - meer kinderen en jongeren aan ons binden - hebben we omgezet in iets wat wel mogelijk is. Met de energie die vrijkwam, zijn we actief geworden buiten de kerkmuren. We waren vanwege een groot asielzoekerscentrum in de buurt in 2015 al begonnen om maaltijden te bereiden voor Syriërs. Het werd de opmaat naar een gerichtheid op de samenleving om ons heen. We hebben de gemeente daar nauw bij betrokken en twee gespreksrondes georganiseerd, in groepjes. Het eerste gesprek was persoonlijk: hoe ziet jouw geloof eruit, wat vind jij belangrijk? Het tweede was gericht op onze geloofsgemeenschap: wat vind jij belangrijk dat onze geloofsgemeenschap gaat doen? Op basis van de uitkomst hebben we een geloofsbelijdenis geschreven waarin de woorden getuigenis, gemeenschap en dienst een plek kregen. Daar staat onder meer in dat het in onze gemeenschap over het volgen van Jezus gaat en dat we het belangrijk vinden om er te zijn voor de ander. Niet alleen in onze eigen gemeenschap, ook voor de samenleving waarin wij kerk zijn. We hebben nu een diaconale kerk waarin veel vrijwilligers actief zijn. Eerder al hebben we in samenwerking met andere organisaties een kledinguitgiftepunt voor het asielzoekerscentrum opgezet. Daar kwam een taalcafé op vrijdagochtend bij. Een van de gemeenteleden is coördinator van schuldhulpmaatje geworden. De kerktoren heeft een weggeefkastje gekregen, en zo is er meer. We hebben er een andere sfeer, een andere betrokkenheid door gekregen. Er heerst een sterke wil om er te zijn voor onze omgeving. Daarin is onze kleine gemeenschap groot.” Dit interview vond plaats in 2023 en is in dat jaar ook verschenen in het blad #protestant. Als kerk je inzetten voor mensen op de vlucht? Kerk in Actie, het diaconale programma van de Protestantse Kerk, heeft een uitgebreid stappenplan gemaakt om diakenen en anderen hierbij van dienst te zijn. lees verder |
||
|
Kaarten en postzegels: waardevol voor het goede doel
Geld waardHet is al van oudsher een traditie die ook nu nog actueel is: postzegels en kaarten sparen voor het zendingswerk van Kerk in Actie en de GZB (Gereformeerde Zendingsbond). In 2024 bracht dit het prachtige bedrag van € 22.738,15 op. Vrijwilligers sorteren de postzegels en ansichtkaarten en verhandelen ze via verkoopadressen en (inter)nationale beurzen. Ansichtkaarten gaan naar verzamelaars op beurzen of worden te koop aangeboden op websites als Marktplaats. Wat wel en niet inleveren?Welke kaarten kun je inleveren, en welke juist niet? We zetten ze op een rij. Lever deze kaarten wel bij ons in:
Deze kaarten kunnen we niet gebruiken:
Oude mobieltjes, cartridges en buitenlands geldEr zijn nog meer oude spullen die geld opleveren voor het zendingswerk. Ook oude mobieltjes en inktcartridges kun je inleveren voor het goede doel. Via het inzamelprogramma van het bedrijf Eeko ontvangt Kerk in Actie voor veel ingeleverde telefoons of cartridges een vergoeding. In 2024 bracht dit € 2.683,45 op. Daarnaast kun je ook buitenlands geld en oud Nederlands munt- en briefgeld sparen. Kerk in Actie verkoopt het aan banken, handelaars en verzamelaars. In 2024 bracht dit € 540,- op. Waar kun je inleveren?In de meeste gevallen lopen deze acties via plaatselijke kerken in het land. Je kunt postzegels, kaarten, oude mobieltjes en cartridges inleveren bij lokale kerken die meedoen aan deze actie (zie de lijst met inleverpunten) én bij de receptie van het landelijk dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht. Met de opbrengst ondersteunt Kerk in Actie het werk van de zusters diaconessen in Rwanda. Zij helpen moeders van ondervoede kinderen door hen te leren hoe ze hun kinderen van genoeg en gezonde voeding kunnen voorzien. De vrouwen krijgen groentezaden uitgereikt en drie buizen met voedzame moestuingrond om thuis groenten in te kweken. Ook krijgt ieder gezin twee kippen van drie maanden oud, zodat ze hun kinderen eieren te eten kunnen geven. Met de opbrengst kunnen Kerk in Actie en de GZB veel mensen in nood ondersteunen. Hartelijk dank voor jouw bijdrage! Klik hier voor een stappenplan lees verder |
||
|
Wie was Hendrik Kraemer?
Na het overlijden van zijn ouders groeide Hendrik Kraemer (1888-1965) op in het weeshuis van de hervormde diaconie in Amsterdam. Vervolgens ging hij naar de zendingsschool in Rotterdam en studeerde aansluitend Indonesische taal- en letterkunde te Leiden. Na zijn promotie aldaar (1921) trad hij in dienst van het Nederlandse Bijbelgenootschap en werd uitgezonden naar Nederlands-Indië. Daar bekritiseerde hij het Nederlandse kolonialisme en sloot vriendschap met inheemse leiders. In 1936 werd hij eredoctor van de Universiteit Utrecht. Na zijn werkzaamheden in Indonesië werd hij eerst hoogleraar voor de geschiedenis van levende godsdiensten in Leiden (1937-’48) en daarna de eerste directeur van het Oecumenisch Instituut van de Wereldraad van Kerken te Bossey bij Genève in Zwitserland (1948-’55). Na zijn pensioen vestigde hij zich in Driebergen. Zijn enige promovendus, Arend Th. van Leeuwen, schreef zijn biografie. Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?Tijdens zijn verblijf in Nederlands-Indië (1922-’36) werd Kraemer nationaal en internationaal bekend als verkenner van het opkomend nationalisme in Azië en als warm pleitbezorger van zelfstandige inheemse kerken. Hij zette zich in voor het hoger theologisch onderwijs en voor zending bedrijven in gebieden waarvoor officieel geen toestemming gegeven was (o.a. op Bali). Zijn deelname aan de tweede wereldzendingsconferentie in Jeruzalem (1928) gaf hem de kans om met John Mott en andere zendingsleiders in contact te komen. Als voorzitter van de Internationale Zendingsraad nodigde Mott, net als Kramer een ‘leek’, de laatstgenoemde uit om voor de derde wereldzendingsconferentie te Tambaram in India (1938) een boek te schrijven dat als voorbereiding dienen kon. Waarmee is hij bekend geworden?Toen schreef Kraemer zijn voornaamste werk: The Christian message in a non-Christian world (1938). Hierin sloot hij zich vrij aan bij de beroepstheologen Karl Barth en Emil Brunner, en poneerde dat de openbaring van God in Christus normatief is voor de ontmoeting van christenen met de aanhangers van andere godsdiensten en geloofsovertuigingen (secularisme, communisme, nationalisme, e.d.). Kraemer brak met de heersende zendingstheologie die uitging van het vooruitgangsgeloof: het christendom als de hoogste godsdienst en de christelijke cultuur als de best mogelijke cultuur. Zijn boek weersprak dit geloof en was daarom een sensatie. Het kreeg veel bijval maar werd ook afgekraakt. Het werd in het Duits maar niet in het Nederlands vertaald. In 2009 is dit klassieke werk te Bangalore in India herdrukt, met een inleiding van mij en met verschillende nieuwe appendices. Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?In de eerste plaats blijft Kraemer belangrijk om in de ontmoeting met aanhangers van andere godsdiensten relativisme te voorkomen. Verder is hij nog steeds belangrijk als lekentheoloog. Hij publiceerde Het vergeten ambt in de kerk (1960), waarin hij ‘het ambt van het gewone gemeentelid’ vormgaf. Hierin was hij destijds koploper. In onze tijd is het ook belangrijk om ieder gemeentelid in het kerkenwerk in te schakelen als drager van ‘het ambt van alle gelovigen’. Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?Tijdens het leven van Kraemer werd het Kraemer-huis in Berlijn geopend (1959), als signaal van geloof, hoop en liefde in een door de Koude Oorlog geteisterd Europa. Na zijn dood werd het Hendrik Kraemer Instituut (HKI) te Oegstgeest gesticht (1971). Honderden theologen en leken werden hierin opgeleid om uitgezonden te worden naar landen in de zogeheten ‘niet-westerse wereld’. Het Samen-op-wegproces van hervormden, gereformeerden en lutheranen leidde uiteindelijk tot de opheffing van het HKI. Desondanks blijft Kraemer een bron van inspiratie voor velen in niet alleen Nederland en Indonesië, maar wereldwijd. lees verder |
||
|
Nu beschikbaar: online adventskalender voor kerkwebsites
In de online adventskalender verschijnt elke dag een nieuwe inspirerende bijbeltekst en een korte overdenking. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden voor de dagelijkse adventsmailing en ontvangen deze inspiratie dan rechtstreeks in hun mailbox. Gemeenten die de kalender op hun eigen website willen plaatsen, kunnen dat eenvoudig doen middels een widget. Ga voor de instructie voor de webmaster naar protestantsekerk.nl/widget. In je appDe adventskalender is dit jaar ook weer beschikbaar voor kerk-apps, in de vorm van een RSS-feed. Kijk voor de instructie voor het koppelen van de RSS-feed in je eigen beheerdersomgeving. Voor Donkey Mobile-gebruikers is de kalender beschikbaar in de Donkey Inspire-omgeving. VerwonderenMet het thema ‘Kijk! Laat je verrassen door Gods weg in deze wereld’ sluit de kalender aan bij het jaarthema van de Protestantse Kerk. Het is een uitnodiging om onze blik te richten op het werk van Gods Geest in ons leven en je daarover te verwonderen. AuteursAan de online kalender werkten verschillende predikanten mee: Marieke Fernhout, Gerard van Zanden, Rianne van der Nagel-Meter en Andreas Wöhle. Met prikkelende vragen en openhartige inkijkjes nemen zij de lezer mee op weg naar Kerst. lees verder |
||
|
Meld jouw project aan voor Jongerenprijs van Fonds Kerk en Wereld
Jongeren en jongerenorganisaties kunnen hun project indienen en maken daarmee kans op de hoofdprijs van €15.000. De prijsuitreiking vindt plaats op 10 april 2026, tijdens het Jongerenprijsdiner in de Joriskerk in Amersfoort. Aanmelden kan tot 1 februari 2026 via jongerenprijs.nl. Platform voor hoopvolle initiatievenMet de Jongerenprijs wil het fonds ruimte geven aan een hoopvol geluid in een tijd waarin jongeren vaak vooral in verband worden gebracht met stress, eenzaamheid en mentale klachten. De prijs laat zien dat jongeren volop ideeën hebben om bij te dragen aan verbinding, ontmoeting en een rechtvaardiger samenleving. Dat bleek ook uit eerdere edities. Zo won in 2023 het project De Kas in DrachtenVerder lezenDe Kas: waar vanuit Jezus’ liefde wordt omgezien naar jongeren, dat met activiteiten jongeren helpt hun talenten te ontdekken en relaties op te bouwen in de stad. Jury en prijzenAlle inzendingen worden beoordeeld door een jury met ervaring in jongerenwerk en maatschappelijke betrokkenheid. Onder de juryleden zijn onder meer Júlia Herku (jonge Theoloog des Vaderlands 2024-2025), zanger Marc Floor en jongerenwerker en influencer Godwin Arhin. Herku kijkt uit naar de inzendingen: “Het is inspirerend om te zien hoe creatief en vernieuwend jongeren zijn. Hun stem heeft unieke kracht om richting en hoop te geven. Dat maakt het bijzonder om deel uit te maken van deze jury.” De jury kiest drie prijswinnaars. Daarnaast brengen alle deelnemers een stem uit voor de publieksprijs. Over Fonds Kerk en WereldDe Jongerenprijs is een initiatief van Fonds Kerk en WereldVerder lezenKerk en Wereld, een fonds binnen de Protestantse Kerk dat activiteiten stimuleert en ondersteunt op het snijvlak van geloof en samenleving. Projecten dienen aan te sluiten bij minimaal één van de speerpunten van het fonds: verbinden en ontmoeten, het christelijk geloof actualiseren of bevorderen van sociale cohesie. lees verder |
||
|
Geestelijk verzorger Martin ter Veen: “Als kerk kiezen voor de menselijke maat”
Hoe ervaar je je roeping?“Dat vind ik een lastige. Predikanten zijn geroepen, maar hoe zit het met iemand in het verzekeringswezen of bij een bank? Ik ben in mijn werk gegroeid, door omstandigheden. Ik kan niet zeggen dat ik, toen ik besloot om geestelijk verzorger te willen worden, geroepen ben. Ik zou eerder van de werking van Gods Geest willen spreken.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Ik vind het heel prettig als ik fijne collega’s om me heen heb, dat maakt het werk een stuk aangenamer. Ook de vrijwilligers met wie ik door de jaren heen heb mogen werken waren heel ondersteunend. En verder gaat het mij vooral om de mensen in de instelling. Ik heb ze in mijn hart gesloten. Het zijn bijzondere mensen! De samenleving zou meer rekening met hen moeten houden. Hun integratieproces zou ik grotendeels als mislukt willen beschouwen.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Naast mijn werk loop ik hard, lees ik veel, klus ik veel. Er is meer in het leven dan werken.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Uiteindelijk het alledaagse contact met mensen met een verstandelijke handicap. Bijvoorbeeld in vieringen, die vind ik geweldig om te doen. Als je een vraag stelt, komt er bijna altijd een antwoord. Ik geniet enorm van die spontaniteit. Als iets niet klopt, krijg je het ook te horen. Ik was eens vergeten om mijn stola om te doen. Dan wordt er geroepen: ‘Martin, je hebt geen stola om!’ Ook de verkeerde kleur stola wordt opgemerkt. De gesprekken met deze mensen zijn fantastisch. Ik heb altijd dicht bij mijn werk gewoond en kom op de fiets. Op het terrein kom ik de bewoners al tegen, dus de eerste contacten zijn er al voordat ik mijn fiets heb weggezet.” Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?“De zogenaamde holi-cursus die de bevoegdheid geeft om naast mijn preekconsent doop en avondmaal te kunnen bedienen. Het avondmaal heb ik inmiddels heel wat keren mogen bedienen. Heel mooi is dat ik aan het eind van mijn loopbaan nog een kindje heb mogen dopen.” Zie je in je werk dat Gods Geest aan het werk is?“Als ik zie hoe bevlogen mensen met een verstandelijke handicap kunnen zijn over Jezus als hun herder, dan is dat meer dan een opgezegd versje. Of de bewoner die belijdenis deed en daarbij uitsprak wat hij gelooft, dat was zo mooi! Daar is Gods Geest bij, de ruach van het begin is nog steeds aanwezig." Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?“Ik ben een fan van mensen die hun roots hebben in de Amsterdamse School, zoals Carel en Nico ter Linden, en Karel Eykman. Laatst heb ik bij een viering in ‘s Heeren Loo en bij een viering bij het kerkasiel in Kampen teksten van Eykman gebruikt. Ik ben weg van zijn boeken, die verdienen een groot publiek.” Welke bijbeltekst gaat met je mee?“Mogen het er twee zijn? Op 9 november neem ik afscheid, ik ga met pensioen. Er komen dan twee teksten aan de orde. De roeping van Abraham in Genesis 12. ‘Er is meer tussen hemel en aarde dan de afgoderij die ik zie’, zegt Abraham daar. Ik beschouw de reis van Abraham een beetje als symbool voor mijn eigen leven. De liefde houdt ons gaande. En dan komen we uit bij 1 Korintiërs 13:13, de tweede bijbeltekst. Daar ga ik het over hebben tijdens mijn afscheidsdienst. En daar komt ook Karel Eykman weer bij kijken." Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat het een vindplaats mag blijven van saamhorigheid, bevlogenheid, omzien naar elkaar, een vluchtheuvel voor velen. En dat ze blijft kiezen voor de mens en voor de menselijke maat.” lees verder |
||
|
Pictogrammen voor beamer, kerkblad en website - nieuw: orgel en techniek
Voor alle onderdelen van de liturgie in de kerkdienst zijn pictogrammen gemaakt. Van collecte tot preek, van gebed voor de wereld tot de zegen, aan alle elementen is gedacht. De pictogrammen zijn geschikt om te gebruiken op de beamer, in het kerkblad of op de website. De illustraties zijn gemaakt door Linda Verholt. Herkenbare afbeeldingenHet idee om pictogrammen te maken die alle gemeenten kunnen gebruiken ontstond na een oproep van ds. Harmke Heuver van de Protestantse Gemeente Lexmond in een facebookgroep voor predikanten. Ze vroeg of de afbeeldingen in de online serie over de orde van dienst ook in lokale kerken gebruikt mochten worden. Naar aanleiding daarvan is een set pictogrammen in zwart-wit gemaakt die nu beschikbaar is voor alle gemeenten. De afbeeldingen komen overeen met die in de online serie. Een pré, volgens ds. Den Hertog. “Het beeld bekrachtigt dat wat gezegd wordt, en het gebruik van dezelfde afbeeldingen vergroot de herkenbaarheid. Dat is belangrijk voor het geloofsonderwijs in de kerk.” StickervelDen Hertog gebruikt de pictogrammen in gezinsdiensten. De reacties zijn positief: “Gemeenteleden vinden dit een mooie manier om de kinderen bij de dienst te betrekken. Ze weten nu precies wat het volgende onderdeel is in de dienst.” Om de pictogrammen te introduceren in zijn gemeente, maakte ds. Den Hertog een stickervel. Tijdens een gezinsdienst deelde hij het stickervel met alle pictogrammen uit. Als het plaatje tijdens de dienst op de beamer in beeld kwam, konden de kinderen het betreffende pictogram op hun kaart plakken. “Als de kaart vol was, kregen ze een prijsje. Het was een leuke manier om de pictogrammen te introduceren.” Visueel ingesteldDs. Den Hertog kan het andere gemeenten aanraden de plaatjes te gebruiken. “De samenleving is steeds meer visueel ingesteld. Vooral bij kinderen en jongeren spelen plaatjes en beelden een steeds grotere rol. Met deze pictogrammen geef je in een oogopslag meer informatie dan met gesproken woorden. Dat geeft ook verdieping in het geloofsonderwijs.” DownloadenDe pictogrammen ook gebruiken in je kerkdienst of kerkblad? Je kunt ze hier downloaden. lees verder |
||
|
Studentenpastoraat & Subsidie
Vanuit haar visie op het delen van geloof, hoop en liefde ondersteunt de Protestantse Kerk studentenpastoraten op verschillende plekken in Nederland. Het is daarbij nu ook mogelijk om subsidie aan te vragen voor korte, innovatieve projecten. Wat en voor wie?De Protestantse Kerk biedt deze innovatiesubsidie aan vanuit de Solidariteitskas. Op dit moment is het mogelijk om een aanvraag te doen voor projecten met een looptijd van maximaal 2 jaar, voor een maximaal bedrag van 30.000 euro. Deze innovatiesubsidie komt niet in plaats van de langlopende subsidies (waarvoor de aanmeldtermijn inmiddels verstreken is) maar is een aanvulling daarop. Nieuwe wegen in zinvolle presentieMet het ondersteunen van innovatieve projecten willen we studentenpastoraten, maar ook andere betrokkenen bij student en kerk, uitnodigen om namens de Protestantse Kerk nieuwe wegen te zoeken van zinvolle presentie onder mbo-, hbo- en wo-studenten. Dit past bij de missie en visie van het studentenpastoraat zoals die door de Protestantse Kerk worden ondersteund: presentie in de wereld van studenten, bij hun levensvragen en zoektocht naar zingeving. Met onvoorwaardelijke aandacht voor hun vragen reikt het studentenpastoraat vanuit het christelijk geloof inspiratie aan. Hiermee is het studentenpastoraat is een voorpost van de kerk van de toekomst en kan het met de innovatieve kracht die erin aanwezig is, de kerk inspireren. Hoe werkt het?Voor het aanvragen van subsidie voor korter lopende projecten gelden een aantal criteria. Je vindt ze in de Gids Innovatiesubsidie Studentenpastoraat. Ook de Voorwaarden Innovatiesubsidie zijn hierbij van belang. Wil je een aanvraag doen? Vul dan het aanvraagformulier in. We zien jullie innovatieve ideeën graag tegemoet! Let op: dien tussen 01-01-2026 en 01-03-2026 je aanvraag in voor een project dat in 2026 begint. Je ontvangt een reactie op je aanvraag voor 01-04-2026. lees verder |
||
|
Delend in beweging blijven
Wat is 'doorgaan en delen'?'Doorgaan en delen' is de Nederlandse vertaling van 'do it again'. Dat is het laatste thema van de pioniersreis, zoals die ontwikkeld is in de Engelse Fresh Expressions beweging. Het gaat bij dit thema niet alleen om de ‘instandhouding’ van een nieuwe kerkplek of kerkelijke gemeente. Het gaat vooral om de ‘vermenigvuldiging’ daarvan. Door een nieuwe proefplek te (helpen) starten of door tenminste geleerde lessen en ontwikkelde concepten te ‘delen’. De metafoor van een appelboom illustreert dit mooi. Een appelboom kun je planten om te genieten van de appels of van de schaduw. Maar door de appels te ‘delen’ kun je bijdragen aan de groei van een hele boomgaard. In de pionierende beweging van proefplekken gaat het vooral om dat laatste: steeds meer ‘vruchtdragende bomen’ die alvast iets van Gods nieuwe wereld zichtbaar en ervaarbaar maken.Een mooie Bijbelse belofte bij dit thema is: 'U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van God zal groeien en u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.' (Kolossenzen 1:10-11) Bijbelse principesHet principe van ‘doorgaan en delen’ heeft diepe Bijbelse wortels. Aan Abraham beloofde God dat hij gezegend zou worden én dat zijn nageslacht een zegen zou zijn voor alle volken op aarde. Dit principe keert telkens terug in de Bijbel. Ook de kerk, als nieuwtestamentisch volk van God, wordt gezegend om die zegen vervolgens weer te delen met andere volken en bevolkingsgroepen. Delen gaat in de Bijbel vaak samen met breken. Je moet iets van jezelf (op)geven om met anderen te kunnen delen. Jezus deed dit met zijn goddelijkheid en met zijn leven als mens. Zijn leerlingen leerden dit principe tijdens de wonderbaarlijke voedsel-vermenigvuldiging. Het weinige dat ze hadden moesten ze (op)geven om het door Jezus en onder Gods zegen te laten breken met het oog op delen. Deze trits van (op)geven, breken en delen bleek onder Gods zegen te leiden tot overvloed in plaats van tekort. Nog een belangrijk Bijbels principe bij ‘doorgaan en delen’ is, dat navolgers van Jezus samen een ‘koninklijk priesterschap’ vormen. Daarmee hebben zij een dubbele roeping: verering & gebed (priesterlijk) en dienst & getuigenis (koninklijk). Alleen wanneer deze koninklijke en priesterlijke roeping bij elkaar blijven, blijft het delen doorgaan en blijft de kerk in beweging. Lessen uit de kerkgeschiedenisDe kerkgeschiedenis laat met betrekking tot ‘doorgaan en delen’ een terugkerend patroon zien. Hiervoor kan een vulkaan als metafoor gebruikt worden. Als een vulkaan uitbarst, dan stroomt er magma uit. Maar na verloop van tijd koelt deze vurige stroom af en versteent het magma. Dan is er een nieuwe uitbarsting nodig om de stroom weer op gang te brengen. Zo zijn er ook telkens kerkelijke vernieuwingsbewegingen nodig om de christelijke beweging van hoop weer op gang te brengen. De eerste gemeente in Jeruzalem werd door Geestkracht en vervolging vermenigvuldigd. Deze combinatie van gezegend en gebroken worden leidde tot nieuwe kerkplekken bij steeds meer volken en bevolkingsgroepen. Zo ontstond in de vroege kerk een cultuur van vermenigvuldiging. Daarin was vruchtdragen belangrijker dan voortbestaan. De eerste gemeente werd na 40 jaar alweer opgeheven, toen Jeruzalem werd verwoest. Maar de beweging van hoop bleef doorgaan. Zij het met horten en stoten. Regelmatig kwam de beweging namelijk weer tot stilstand. Gevestigde kerken koelen af en hebben de neiging om te verstenen, zoals in het beeld van de vulkaan. Maar gelukkig volgen er dan ook steeds weer 'vulkaanuitbarstingen' in de vorm van kerkelijke vernieuwingsbewegingen. De huidige situatieEen voorbeeld van zo’n vernieuwingsbeweging is de Engelse Fresh Expressions beweging. Die is inmiddels uitgegroeid tot een internationale en interkerkelijke beweging. In Nederland werd dit de Pionierende Beweging van Proefplekken. Gevestigde kerken maakten deze ‘vulkaanuitbarsting’ mogelijk en doen dat nog steeds. Zij zijn daarmee gaan delen terwijl ze zelf doorgaan. Bij de meeste proefplekken ligt het accent nu vooral nog op doorgaan. Het delen van geleerde lessen gebeurt wel, maar het starten van nieuwe proefplekken door kerkplekken die al wat langer bestaan gebeurt nog niet vaak. Hiervan zijn slechts enkele voorbeelden te noemen. Dit roept de vraag of het veel proefplekken zal lukken om te blijven stromen als magma. Of ze delend in beweging blijven en zullen doorgaan tot voorbij het eigen voortbestaan. Dezelfde vraag kan gesteld worden bij gevestigde gemeenten die nog niet aan de wieg hebben gestaan van een nieuwe kerkplek. Gelukkig zijn er gemeenten die een proefplek mogelijk maken of die zichzelf anders vermenigvuldigen. Maar sommige gemeenten zijn zo gericht geraakt op het eigen doorgaan, dat ze niet meer toekomen aan delen. Helpende factorenDe volgende factoren kunnen nieuwe kerkplekken en gevestigde gemeenten helpen om balans te vinden tussen ‘doorgaan en delen’:
Ook een gunnende houding tussen kerkplekken helpt om delend in beweging te blijven. Dit komt tot uiting in het wederkerig zoeken van constructieve samenwerking en onderlinge versterking. Daarbij is voor iedereen duidelijk dat elke gemeente en proefplek een toegevoegde waarde heeft in het mozaïek van kerkplekken. Een oproep aan de kerk als geheelDit artikel is in essentie een pleidooi om de kerk te zien als een brede beweging van hoop voor de wereld, met een vruchtbare cultuur van vermenigvuldiging. De kerk moet ‘delend in beweging blijven’ om niet te verstarren. Hiervoor is een accentverschuiving nodig van doorgaan naar delen. Maar zonder kerkplekken die ‘doorgaan’ kan de kerk niet ‘delen’. Beide blijven dus nodig. Proefplekken bestaan bij de gratie van gevestigde gemeenten die bereid zijn om te delen. Nieuwe kerkplekken kunnen op hun beurt gevestigde gemeenten helpen die moeite hebben met doorgaan. De kerk als geheel is een levend lichaam waarin verschillende kerkplekken elkaar nodig hebben. Zoals in een levend lichaam telkens nieuwe cellen ontstaan en weer afsterven, zo hoort het bij een gezonde kerk dat er nieuwe kerkplekken ontstaan en andere verdwijnen. Dit vraagt om een kerkvisie die de totale kerk ziet als dynamisch ecosysteem, in een kleurrijk mozaïek van kerkplekken. Hierbij gaat het in essentie niet om de afzonderlijke kerkplekken. Het gaat om een doorgaande beweging van hoop, die delend in beweging blijft, gericht op Gods nieuwe wereld. Tot slotDe uitdaging voor gemeenten en proefplekken is om niet alleen bezig te zijn met het eigen voortbestaan, maar ook te blijven bijdragen aan de groei van Gods koninkrijk door zichzelf te vermenigvuldigen. Dit kan door nieuwe proefplekken te starten of steunen, door geleerde lessen te delen, of door andere kerkplekken te helpen die het moeilijk hebben. Uiteindelijk gaat het erom dat op steeds meer plekken de hemel de aarde raakt. Niet alleen waar gevestigde gemeenten bestaan en nieuwe kerkplekken ontstaan, maar overal waar gelovigen als 'koninklijke priesters' present zijn in dienst van Gods nieuwe wereld. Laat overal op aarde zoals in de hemel Gods Naam geheiligd en Zijn wil gedaan worden! Meer weten? Download het volledige, diepgaande artikel als PDF met uitgebreide achtergronden en inspiratie en/of maak als team of kerkenraad gebruik van de online leermodule en andere leermiddelen op de themapagina bij ‘doorgaan en delen’. lees verder |
||

