"Onze prioriteit? De jongeren voorop, en nieuwe leden meer in beeld"

Reden om mee te doen 

“We rekenen ons rijk”, zegt kerkenraadsvoorzitter Carl Weelink, “met veel vrijwilligers en een redelijke kerkgang. We hebben Nieuw Kerkelijk Peil echt vanwege een praktische reden ingezet. We moesten een nieuw beleidsplan maken en we hadden de behoefte om het breder aan te pakken dan de vorige keer, toen het in een kleine werkgroep gemaakt is. Met Nieuw Kerkelijk Peil kun je de hele gemeente betrekken. Daarnaast hadden we de behoefte om opnieuw te bezinnen, de coronaperiode lag nog niet zo ver achter ons.”  

De methode is eerst op een gemeenteavond toegelicht en vervolgens zijn er twee kerkdiensten aan gewijd. De oproep op mee te doen is digitaal verspreid, in het kerkblad geplaatst, en de verschillende groepen zijn ermee benaderd. De oogst was zo’n 190 ingevulde enquêtes. 

De uitslag 

Vier weken na de inzending van de enquêtes kwam de uitslag. Als positief kwam daar uit dat de zondagse erediensten zeer gewaardeerd worden en ook de mogelijkheden tot ontmoeting. Prioriteit blijkt voor veel gemeenteleden bij jongeren te liggen. ”Maar ook meer aandacht voor nieuwe leden is een wens”, vertelt Weelink. “Dat laatste vonden we als kerkenraad verrassend, blijkbaar is dat een blinde vlek.”  

Naar aanleiding van de uitslag heeft de kerkenraad drie workshops gevolgd bij begeleider Marianne Paas: wat zeggen de resultaten ons? “We hebben gekeken naar wat goed gaat en wat we willen behouden, én naar waar we de komende vier jaar meer aandacht aan gaan geven.” Het beleidsplan dat daaruit voortgekomen is, is opgebouwd rond de thema’s Boven (geloven), Binnen (erbij horen) en Buiten (dienen) en in november 2024 op een gemeenteavond gepresenteerd. Verder is afgesproken dat bij elke voltallige kerkenraadsvergadering, eens in de twee maanden, een uur wordt uitgetrokken om een thema uit het beleidsplan op te pakken.” 

Energie 

Weelink: “In het begin dachten we dat het een ingewikkeld proces zou worden, maar al doende bleek het erg mee te vallen. Het was veel werk, maar vooral heel leuk om te doen. En als je dan zo handen en voeten kunt geven aan dat wat de gemeente belangrijk vindt, daar krijg ik energie van.”

 lees verder
 
Ds. Ruth Six: “Ik mag zaaien, Gods Geest doet het werk” 

  • Predikant in de Protestantse Gemeente Nieuwegein-Noord 
  • Bachelor theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, master gemeentepredikant aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. Daarnaast volgde ze een master in filosofie van cultuur en bestuur.  
  • Voelt zich verwant met Jezus Christus en daarmee met de breedte van de kerk.  

Hoe ervaar je je roeping? 

“Roeping is voor mij een openheid voor Gods bevrijdende kracht, waarbij je improviserend en vrij je weg mag gaan. Juist tijdens het improviseren moet je als acteur precies weten wat je rol is, wat je belangrijk vindt en hoe je dat op het toneel wilt brengen. Ik voel me aangeraakt door Gods stem die door mijn leven heen klinkt. Daarom wil ik mensen iets laten zien van de rijkdom van Gods koninkrijk en samen met hen de bevrijdende kracht van Gods aanwezigheid ontdekken. Abraham werd door God geroepen zonder te weten waar hij heen zou gaan. Datzelfde voel ik ook: Gods belofte gaat met me mee, de weg zal vanzelf wel duidelijk worden.”  

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Dat ik vanuit verlangen en hoop kan werken, zonder me blind te staren op het resultaat. Ik mag erop vertrouwen dat zaaien genoeg is en dat Gods Geest het werk voortzet. Zijn Geest werkt in mensenlevens, in de wereld, ook bij mensen die Hem nog niet kennen. Het is een bevrijdend besef dat de wereld en mijn werk in zijn handen liggen. Ik hoef het niet alleen te doen, Hij gaat met mij mee.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Door mijn werk steeds opnieuw in Gods handen te leggen. Elke dinsdagmorgen is er in onze kerk een ochtendgebed. Dat moment helpt me om de week te beginnen met stilte en gebed, me opnieuw te verbinden aan Gods beloften en samen met de gemeenschap ons werk en leven aan Hem toe te vertrouwen. We leggen daarin onze zorgen en noden bij Hem neer, en dat geeft rust. Daarnaast heb ik contact met mensen nodig. Na een tijd in de studeerkamer zoek ik bewust momenten van ontmoeting: even naar buiten gaan, een spontaan gesprekje in of rond de kerk. Dat geeft me energie.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Optrekken met mensen. Het is een geschenk als ik samen met iemand mag ontdekken hoe God betrokken is op iemands levensweg. Dat gebeurt in rouw- en trouwgesprekken, in het pastoraat, maar ook tijdens een toevallige ontmoeting in de buurt.” 

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Ik zit nu in de mentoraatstijd. Een vroegere stagepredikant is mijn mentor. Eens per maand drinken we samen koffie, bespreken we een casus uit de gemeente en bidden we samen. In die gesprekken proberen we steeds Gods weg te zoeken. Daarna start ik met de primaire nascholing.” 

Waar kan de kerk haar verantwoordelijkheid pakken voor medemens en schepping? 

“We moeten beseffen dat we niet met louter politiek of beleid uit de crisis komen. We zijn geroepen om Christus’ weg te gaan: niet alleen in de vreugde, maar ook in het meelijden, dus dicht bij de gebrokenheid van mensen en van de schepping blijven. Tegelijkertijd mogen we vasthouden aan Gods belofte dat Hij iets nieuws brengt op een vaak verrassende, genadige manier – anders dan hoe de wereld problemen oplost.” 

Welk boek, welke serie, film of podcast raad je collega’s aan? 

“Ten eerste de website ‘Karavaan der Zotten’: een collectief van schrijvers, theologen en consultants die in een wereld vol wanorde en crisis zoeken naar wat het betekent om christen te zijn. Ze maken scherpe analyses van deze tijd en getuigen van een diep vertrouwen in God. Daarnaast het dagtekstenboekje van de Hernhutters. Dit boekje verschijnt in veel talen en bevat voor elke dag twee bijbelteksten. Het is mooi om elke ochtend een tekst te lezen en te weten dat duizenden anderen dezelfde woorden zien. Ik vind dat een mooie vorm van verbondenheid met christenen wereldwijd.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Psalm 100, vers 3 en 5: ‘Erken het: de HEER is God, Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe, zijn volk zijn wij, de kudde die Hij weidt.’ En: ‘De HEER is goed, zijn liefde duurt eeuwig, zijn trouw van geslacht op geslacht.’ Deze teksten betekenen veel voor me. Mijn vader overleed toen mijn moeder zwanger was van mij. Vers 5 stond zowel op zijn rouwkaart als op mijn geboortekaartje. Sindsdien is deze tekst met mij meegegaan: bij mijn belijdenis, mijn bevestiging als predikant, mijn huwelijksdienst. Gods liefde gaat door de dood heen. Mijn vader was ook predikant, en als ik zijn preken lees en zijn woorden over Gods genade hoor, geeft dat me houvast. Geen dood en geen leven kan Gods trouw breken. Als mijn tijd komt, mag deze psalm in mijn rouwdienst klinken. Want Gods liefde en goedheid hebben het laatste woord. Ik behoor Hem toe.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Mijn diepste gebed is dat er levend geloof mag zijn en vertrouwen in Gods weg. Dat we ons laten leiden door zijn Geest, die dwars door alles heen werkt en ons met vrede en vreugde vervult. Ik hoop dat mensen geraakt worden door die vrede en dat de kerk een plek van vreugde is, midden in de onrust van de wereld. Een plek waar mensen samen eten, zingen, plezier maken, naar elkaar omzien en het leven delen. Als de kerk zo’n gemeenschap is, wordt een stukje van Gods koninkrijk zichtbaar in deze wereld.” 

 lees verder
 
Kom op 14 juni naar de kerkelijke viering 1700 jaar geloofsbelijdenis van Nicea

De geloofsbelijdenis van Nicea is de oudste geloofsbelijdenis waarvan de kern verwoord is in het jaar 325 in Nicea, een oude Griekse stad in wat nu Turkije is. In 381 is deze geloofsbelijdenis in Constantinopel uitgebreid tot de versie zoals we die nu kennen. Heel bijzonder, vindt scriba De Reuver, omdat het jaar 325 vrij kort was nadat het christendom van een verboden godsdienst een geaccepteerde werd, in 312. “Na ruim een decennium al werden kerkleiders door keizer Constantijn uitgenodigd om te spreken over eenheid, en die eenheid werd ook gevonden. Heel fundamenteel voor de kerk, en daarom zeker een kerkelijke viering waard.” 

Meest oecumenisch 

Verreweg het grootste deel van de christenheid kan zich vinden in deze geloofsbelijdenis, en daarmee is het de meest oecumenische geloofsbelijdenis die we hebben. De Reuver: “Wat dat betreft zouden we deze geloofsbelijdenis wel wat vaker mogen laten klinken in de kerkdienst. Maar de tekst is lang en wat filosofisch, de apostolische geloofsbelijdenis is compacter en wat toegankelijker voor gebruik.” In de viering op 14 juni wordt de geloofsbelijdenis van Nicea gezongen, ze is opnieuw op muziek gezet. 

Zuinig op zijn   

Is de tekst van ‘Nicea’ nog actueel? In de oecumenelezing op 16 mei jl. liet dr. Susan Durber, president van de regio Europa van de Wereldraad van Kerken en voorganger in de United Reformed Church in Groot-Brittannië, het belang van de geloofsbelijdenis zien. “De tekst is geschreven in een tijd dat macht een centraal thema was”, zegt De Reuver die de lezing bijwoonde. “Durber benadrukte dat het in die tijd dapper was om heel duidelijk te zeggen dat God zichtbaar werd in Jezus. Dit geloof heeft de Romeinse wereld van geweld en machtswellust op zijn kop gezet en de wereld de waarden van menselijke waardigheid, gelijkheid en liefde gegeven. God is mens geworden om ons in de vrijheid te zetten. Laten we zuinig zijn op deze geloofsbelijdenis.” 

Vieren 

De geloofsbelijdenis van Nicea onderstreept voor De Reuver het belang van oecumene. “Ongelooflijk belangrijk, dat moeten we blijven nastreven. Het besef dat wie bij Christus hoort, bij elkaar hoort. De kerk is nooit ‘ons clubje’. Ik hoop dat veel mensen op 14 juni de vreugde van de zichtbare eenheid mee komen vieren.” 

De kerkelijke viering van Nicea 2025 wordt georganiseerd door de Raad van Kerken en vindt plaats op zaterdag 14 juni om 14.00 uur in de Sint Janskerk in Gouda, Achter de Kerk 2. Je bent van harte welkom

Meer over de geloofsbelijdenis van Nicea: Waar gaat de geloofsbelijdenis van Nicea over? 

 lees verder
 
Protestantse Kerk en duurzaamheid

Actief op het gebied van kerk en duurzaamheid 

Lokale kerken 

Een lokale kerk kan een plek zijn om als gemeenschap te oefenen in zorg voor de schepping en ecologische gerechtigheid. Kerken doen dit allemaal op hun eigen manier.  

GroeneKerken

‘De schepping roept om een kerk die zorg draagt.’ GroeneKerken wil geloofsgemeenschappen hierin ondersteunen met inspiratie, een netwerk van bondgenoten en praktische tools via de toolkit

Kerk in Actie

Kerk in Actie ondersteunt projecten die zich richten op bewustwording over duurzaamheid, het ondersteunen van gemeenschappen die te maken hebben met de gevolgen van de klimaatcrisis, en lobby & advocacy rond klimaatonrecht. Bijvoorbeeld projecten in Bangladesh, Indonesië, Kameroen en Oeganda.

Verdiepingsartikel: Hoe zet Kerk in Actie zich in voor een duurzame wereld?

Act Alliance

De armen en meest kwetsbaren dragen het minst bij aan opwarming van de aarde maar worden er het hardste door getroffen. Kerk in Actie is onderdeel van ACT Alliance. Via ACT Alliance EU komt Kerk in Actie op voor klimaatgerechtigheid, via doelgerichte lobby & advocacy.  

Samenwerking met andere organisaties

Er is intensieve samenwerking met andere kerken en christelijke organisaties die zich inzetten voor de zorg voor de schepping, zoals de Laudato Si Alliantie, Micha Nederland en Arocha Nederland.  

CO₂-voetafdruk dienstenorganisatie 

De dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk heeft een ecologische voetafdruk door bijvoorbeeld energiegebruik, de logistiek en het dagelijks vervoer van medewerkers. Er is al veel geïnvesteerd in verduurzaming: van het gebouw, door groene energie en aanpassingen in het inkoopbeleid. De komende jaren wordt onderzocht wat het betekent om als organisatie in 2030 100% klimaatneutraal te zijn. Climate Stewards ondersteunt de dienstenorganisatie hierbij. De intentie is om de ecologische voetafdruk drastisch te verlagen en waar dat niet kan, deze te compenseren. De dienstenorganisatie compenseert haar CO₂-uitstoot via FairClimateFund.  

Fair Climate Fund  

In 2009 richtten Kerk in Actie en ICCO het FairClimateFund op dat - samen met partners - klimaatprojecten financiert en implementeert die de CO₂-uitstoot en ontbossing verminderen, en de leefomstandigheden voor mensen in ontwikkelingslanden verbeteren. De dienstenorganisatie compenseert een deel van haar CO₂-uitstoot via het FairClimateFund.  

GroeneKerken 

In 2011 werd GroeneKerken opgericht, een samenwerkingsverband van TearFund en Kerk in Actie. Inmiddels wordt GroeneKerken gedragen door Kerk in Actie en de Maatschappij van Welstand. In 2025 zijn er meer dan 500 kerken bij aangesloten. 

Duurzaam beleggen 

Na overleg in de kleine synode in 2006 en 2007 werd besloten om een vertaling te maken van de Accra-verklaring (verbond voor economische en ecologische gerechtigheid) naar het beleggingsbeleid. Voortaan moeten de beleggingen voldoen aan duurzaamheidscriteria en wordt Oikocredit in de portefeuille opgenomen als een ‘ethische’ investering. In 2010 werd dit beleid verder aangescherpt. De Laudato Si-oproep van de paus in 2015 was aanleiding voor de kleine synode om de nota Duurzaam Beleggen 2.0 aan te nemen, met daarin meer ruimte voor ‘ethische’ investeringen - nu impactbeleggingen genoemd. Naast Oikocredit wordt daar ook Protestants Diaconaal Krediet Nederland onder geschaard. Ook werd besloten niet meer te investeren in fossiele energie en kwam er expliciete aandacht voor een dialoog over duurzaamheid met ondernemingen waarin wordt belegd.  

Ontwikkelingen sinds 2015 

In 2015 presenteerde paus Franciscus de encycliek ‘Laudato si’. In deze encycliek roept hij 'alle mensen van goede wil' op om met respect en eerbied om te gaan met de aarde en de armen. Economie, politiek, maatschappij en ook de kerk moeten gericht zijn op het behoud van de schepping, op het verbeteren van de levensomstandigheden van de zwaksten en op het welzijn van de generaties die na ons komen. Ook in protestantse gemeenten heeft deze encycliek veel invloed. Op initiatief van de Wereldraad van Kerken vond de eerste oecumenische klimaatpelgrimstocht plaats naar de Klimaattop in Parijs. Pelgrims overhandigden daar namens de Europese kerken het Parijsakkoord aan de regeringsleiders. 

Naar aanleiding van deze Klimaattop stuurde toenmalig scriba Arjan Plaisier in oktober een brief aan alle gemeenten met daarbij het startpakket GroeneKerken. In deze brief deed hij onder meer de oproep om ‘groene kerk’ te worden en riep hij op tot een persoonlijke duurzame levensstijl. Tijdens de generale synode in november werd een toelichting gegeven op de verklaring van de Raad van Kerken naar aanleiding van de Klimaattop in Parijs, presenteerde mgr. De Korte de encyliek ‘Laudato Si’ en werd een filmpje over GroeneKerken vertoond.  

In januari 2021 stuurden tien predikanten een open brief aan het moderamen van de generale synode om duurzaamheid en klimaatverandering een duidelijker plek te geven in het beleid van de dienstenorganisatie. De scriba ging met de briefschrijvers in gesprek en beloofde het thema nadrukkelijk op de agenda te zetten. In uitgaven van de Protestantse Kerk krijgt het thema aandacht, de klimaatpelgrimstocht op weg naar de Klimaatconferentie in Glasgow werd van harte ondersteund, en de jaarlijkse Protestantse Lezing stond stil bij het thema duurzaamheid.  

In 2022 nam de Assemblee van de Wereldraad van Kerken een belangrijk statement over duurzaamheid aan.  

In 2023 voegde de synode van de Protestantse Kerk het thema duurzaamheid toe aan de thema's waarop Kerk in Actie werkt. Kerk in Actie werkt dat uit door aan bewustwording te werken, door kwetsbare groepen die het zwaarst door klimaatverandering getroffen worden te ondersteunen, en door bij te dragen aan ecologische gerechtigheid. Voor de dienstenorganisatie en Kerk in Actie worden duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd, zowel voor de organisatie zelf als voor een implementatie van het thema in de brede dienstverlening aan lokale kerken. 

In 2024 omarmde de synode de nota Laat gerechtigheid stromen waarin met klem wordt aangedrongen op te komen voor ecologische gerechtigheid en zorg voor de schepping. De dienstenorganisatie krijgt de opdracht plaatselijke gemeenten te ondersteunen in het vormgeven van hun roeping in bidden, spreken, dienen en leven op het terrein van ecologische gerechtigheid en zorg voor het behoud van de schepping. 

‘De verwondering over Gods prachtige schepping brengt ons tot bewondering van onze Schepper die wij leren kennen in zijn schepping. We zijn geroepen om te zorgen voor Gods schepping. Als we zorgen voor de schepping, eren we de Schepper. Als we zorgen voor de plekken waar onze naasten leven, ver weg en dichtbij, laten we onze naastenliefde zien. We zijn geroepen om allereerst Gods koninkrijk te zoeken, in het vertrouwen dat God weet wat wij nodig hebben. We zijn geroepen om ons werk te doen, vanuit het perspectief van de rust en de vreugde van de sabbat, en deze sabbat aan alle leven te gunnen. We zijn geroepen om onrecht tegen te gaan, in woord en daad. Er is sprake van sociaal en ecologisch onrecht. We hebben het Bijbelse visioen van Gods koninkrijk, dat ons moed en inspiratie geeft om aan onrecht voorbij te komen. De kerk kan een plek zijn die de ruimte biedt om ons te bezinnen op benodigde verandering en om daarin te oefenen. De schepping en (ecologische) gerechtigheid hebben een plek nodig in gebed en eredienst, in het luisteren naar de Bijbel en in reflectie op het handelen van de kerk en van haar leden. Een leven gericht op Gods koninkrijk laat gerechtigheid stromen.’ 

Voor gemeenten die zich willen inzetten voor Schepping & Duurzaamheid is er een uitgebreide handleiding beschikbaar.

Bijgewerkt mei 2025 

 lees verder
 
Sneller aan de slag met de meerjarenraming in FRIS

Eerder toegang tot actuele cijfers 

Voorheen kon een meerjarenraming pas worden gestart nadat bijvoorbeeld bij de raming 2025 zowel de begroting 2025 als de jaarrekening 2024 waren ingediend. In de praktijk waren de cijfers uit de jaarrekening echter vaak al eerder beschikbaar, maar moest men wachten op de formele afhandeling, zoals behandeling in college en kerkenraad, controle en vaststelling. 

Vanaf nu geldt: zodra de controlecategorie in de jaarrekening is geselecteerd—wat alleen mogelijk is als de cijfers volledig zijn— kan de meerjarenraming worden gestart. Dit maakt het mogelijk sneller met actuele cijfers te werken, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een solvabiliteitsverklaring, een goedkeuring voor een beleggingsstatuut of het opstellen van een beleidsplan. 

Meerjarenraming blijft afhankelijk van ingediende stukken 

Hoewel de meerjarenraming eerder kan worden gestart, blijft het afsluiten en indienen ervan afhankelijk van de formele indiening van de onderliggende jaarrekening. Eventuele aanpassingen in de cijfers tijdens de afhandeling worden automatisch doorgevoerd in de meerjarenraming. 

Bij het starten van de raming zet FRIS automatisch voorlopige cijfers klaar, inclusief een indexering. Hiermee ontstaat een overzicht van balans en exploitatie voor de komende acht jaar. De cijfers voor 2026 kunnen vervolgens direct worden overgenomen naar de begroting 2026 (beschikbaar vanaf begin augustus), wat dubbel werk voorkomt. Gebruikers dienen wel te controleren of de toegepaste indexering, zoals index D (ontwikkeling levend geld), passend is voor hun situatie. 

Wijziging controlecategorie en nieuwe vragen 

Vanaf boekjaar 2025 zijn de grenzen voor de controlecategorieën aangepast: de intervallen zijn met circa 18 procent verhoogd. Hierdoor zullen gemeenten en diaconieën minder snel van categorie veranderen. Voortaan worden deze grenzen jaarlijks aangepast aan de inflatie (CPI). De actuele intervallen zijn te vinden op de website van de Protestantse Kerk.  In de begroting 2026 is bovendien een nieuwe vraag opgenomen over stichtingen. Gemeenten worden gevraagd in kaart te brengen of zij stichtingen hebben waarin sprake is van overheersende zeggenschap, ongeacht of het gaat om een annexe stichting, protestantse stichting of een reguliere stichting. Deze zeggenschap kan juridische gevolgen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van aansprakelijkheid.  

 lees verder
 
Als een kerkgebouw moet sluiten - Almelo

"We wisten al langer dat er iets moest gebeuren, maar zes jaar geleden sloeg het college van kerkrentmeesters echt alarm. De situatie met vijf gebouwen en vijf parttime predikanten was niet lang meer houdbaar. In het moderamen van de algemene kerkenraad zei ik: 'Er moet een lonkend perspectief komen en dat is niet: we sluiten vier kerken. Wel: we gaan naar een nieuwe vorm van gemeente-zijn.' Dat werd breed gevoeld. Het proces ‘Loslaten en opnieuw beginnen’ werd opgestart, met themagroepen rond allerlei beleidsterreinen. We zijn dat proces met vier wijken ingegaan, de vijfde is een gemeente van bijzondere aard geworden. De belangrijkste themagroep was misschien wel die rond pluriformiteit en identiteit. Die kwam met het 'bronnenconcept' dat ervan uitgaat dat er over alle wijkgrenzen heen verschillende bronnen van spiritualiteit worden aangeboord. Er is geëxperimenteerd met het invoeren van verschillende vormen van viering. Op pastoraal gebied maken we ook zo’n beweging: over wijkgrenzen heen werken met een contactpersonenstructuur. Het gebouw van de Grote Kerk, een monumentaal pand, blijkt financieel de beste optie. Dat de andere gebouwen moeten sneuvelen, riep heftige emoties op. Maar toch is dat proces goed gegaan. We hebben voortdurend zo veel mogelijk mensen betrokken en goed teruggekoppeld op gemeenteavonden. We hebben ook geleerd van onze 'buren' Hengelo, Enschede en Deventer die in een soortgelijk proces zaten. Zij hebben verteld hoe zij dit proces zijn gegaan. De verkoop van twee van de drie gebouwen die gesloten worden is in een vergevorderd stadium. Over het derde gebouw wordt nog besloten. Ik blijf samen met collega Monica Schwarz over als predikant, we zijn beiden parttimers. De twee andere wijken waren al vacant. We kunnen straks voor 70% een predikant of kerkelijk werker beroepen. 

Het proces dat we achter de rug hebben was niet alleen maar naar en moeilijk. Het goede was dat we heel intensief nagedacht hebben over hoe we gemeente willen zijn. Met ingang van 1 januari 2025 zijn we een brede kerk met meer variatie."  Dit artikel is eerder verschenen in #protestant (augustus 2024). Ds. Marco Montagne is predikant van de Pniëlkerk in Almelo.

>> Zie voor meer informatie over dit onderwerp de pagina ‘Herbestemmen kerkgebouw’ van VKB Kerkrentmeesters. >> Het Classicaal college voor de behandeling van beheerszaken moet goedkeuring geven voor de aan- en verkoop van gebouwen.

 

 lees verder
 
Protestantse Kerk stimuleert interculturele ontmoeting met 'Share Joy, Share Faith' tijdens EO-jongerendag

De Evangelische Omroep heeft 100 gratis kaarten beschikbaar gesteld voor jongeren uit christelijke migrantengemeenschappen. De dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk heeft vervolgens haar uitgebreide netwerk aangesproken om deze plaatsen te vullen. Met succes: alle tickets zijn inmiddels vergeven.

"Het betrekken van jongere generaties christelijke migranten bij activiteiten met Nederlandse christelijke jongeren is een belangrijke prioriteit voor de Protestantse Kerk," vertelt de coördinator van het initiatief. "In jongeren – zowel Nederlandse als met een migratieachtergrond – zien we de toekomst en bloei van de kerk."

Deze actie sluit goed aan bij de visienota van de Protestantse Kerk waarin wordt benadrukt dat de kerk geroepen is om een gemeenschap te zijn die over grenzen heen verbindingen legt. "De kerk is geen gesloten gemeenschap, maar een open huis waar verschillende stemmen samen klinken," zo stelt de visienota. "In een tijd van polarisatie is het juist onze roeping om bruggen te bouwen en diverse gemeenschappen samen te brengen rond het evangelie van Jezus Christus."

De 100 migrantenjongeren hebben samen meer dan 13 verschillende nationaliteiten, waaronder Maleisisch, Surinaams, Iraans, Chinees, Eritrees, Malawisch, Syrisch, Ghanees, Antilliaans, Caribisch/Nigeriaans, Nigeriaans, Kameroens en Nederlands-Colombiaans.

Lees ook:

Project ‘Share joy, share faith’ bouwt bruggen naar migrantenchristenen 

11 nov 2024
 lees verder
 
‘Dat er vrede heerst binnen je muren…’ (Psalm 122:6) 

Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar ik kan de beelden vanuit Gaza en Israël nauwelijks nog aanzien. Het zal je man, vrouw of kind maar zijn die of dat nog steeds wordt gegijzeld. Of de eindeloze verwoestingen en ontelbare doden in Gaza. Het gaat maar door, ondanks de protesten in Israël en Gaza tegen hun machthebbers die geen enkel geweld lijken te schuwen. Dit met alle gevolgen van dien voor gegijzelden en machteloze burgers, kinderen voorop. Als het kwaad en het leed voor ons al te veel zijn, hoeveel te meer voor hen die het ondergaan.  

Wat rest ons als alle denken over peace in twee stukken wordt gebroken door polariserende partijen (pieces) die elkaar uitsluiten? Voor de een en tegen de ander. Alsof vrede bestaat dankzij eliminatie van de ander.  Wat rest ons anders dan een schreeuw uit de diepte. Als gebed vol verlangen naar een glimp van Gods Koninkrijk, naar het eerste licht van de nieuwe morgen. In het aangevochten vertrouwen dat bij de Heer genade en bevrijding is, altijd weer (Psalm 130:6,7).  

De hoop op Gods genade en bevrijding houdt pelgrims gaande. Als een rode draad is dit geweven door de notitie over Israël en Palestina, Uw Koninkrijk kome. Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen. Vorig jaar heeft de generale synode deze aanvaard. Pelgrims bidden en dromen van vrede omdat ze iets vernomen hebben van Gods eenheid en heelheid, van zijn genade en bevrijding.  Onderweg delen pelgrims verhalen. Heel verschillende verhalen over vreugde, diep verdriet en perspectief. Verhalen die je niet meer loslaten. Verhalen die uitnodigen om je eigen verhaal van vreugde, wonden en verwachting van Gods Koninkrijk te delen.  

Sinds mijn studententijd theologiseer ik over de verhouding van kerk en Israël en over Israël als volk, land en staat in relatie tot de Palestijnse volk. Hoeveel dit ook te denken geeft, de laatste jaren ben ik het diepst geraakt – en verrijkt! – door de ontmoeting met Joodse en Palestijnse medepelgrims. Door hun hoop en moed ondanks hun wederzijdse bedreiging als volk en land. Als scriba heb ik ervaren hoe verbindend samen pelgrimeren met Joden en Palestijnse christenen is.  

Het zijn verhalen die ik niet snel meer zal vergeten. Zoals die van Daoud Nassar. We bezochten hem op zijn educatieve boerderij Tent of Nations, de olijfwijngaard van zijn familie, op een heuveltop in de buurt van Bethlehem, omringd door nederzettingen van kolonisten. Onze ogen vielen direct op de ‘gedenksteen’ waarop hij zijn motto had geschreven: We refuse to be enemies, we weigeren vijanden te zijn. En dat terwijl het leven op de familieboerderij steeds onmogelijker wordt gemaakt. Als pelgrim deelde hij zijn verhaal: ‘Word geen vijand van de ander. Wees anderen tot zegen. Geloof, kom op voor gerechtigheid. Leef vanuit de waarden van Gods Koninkrijk.’  

Of de indringende oproep die Sarah Bernstein, directeur van het Rossing Center for Education and Dialogue, deed tijdens een ontmoeting aan deze partnerorganisatie van onze kerk: ‘Als je van Israël houdt, kom dan op voor gerechtigheid.  Blijf het goede doen. Leef vanuit de waarden die je dragen, ook als concrete hoop verdampt.’  

Zo ook de recente aansporing van Avi Dabush, directeur van Rabbis for Human Rights, een partnerorganisatie van de Protestantse Kerk, om de afschuwelijke gebeurtenissen van 7 oktober en wat erna in Gaza gebeurt onder ogen zien. ‘Kies door pijn, wanhoop en trauma’s heen voor gerechtigheid en herstel. Blijf je inzetten voor het goede, ook al lijken extreme stemmen de overhand te hebben. Kom op voor samenleven from the river to the sea.’ 

Wat rest ons als we horen en zien van de afschuwelijke trauma’s, het geweld en leed van Joden en Palestijnen? Het kyrië! Als pelgrims hoopvol uitzien naar glimpen van Gods Koninkrijk. Als pelgrims verhalen blijven delen. En ondertussen met Dahlia Shaham de woorden van Psalm 122 meezingen. Het hoopvolle lied van vrede tussen de muren in de vesting, tussen soldaten, tussen broedervolken, families en verschillende partijen en partijschappen (ook in de kerk). En de aansporing van Ashraf Tannous, predikant van Evangelisch-Lutherse gemeente van Bethlehem, ter harte nemen om als pelgrims in ‘the spirit of hope’ verder te gaan. De moed niet op te geven, maar ieder op zijn plek op te komen voor gerechtigheid en shalom, voor eenheid en heelheid.  

Geïnspireerd door het vergezicht van recht en vrede die elkaar begroeten met een kus (Psalm 85:11).  

Wil je de bemoedigende verhalen van Joodse en Palestijnse medepelgrims horen? Bekijk de uitzendingen van Petrus in Israël en Palestina van zaterdag 3 en zaterdag 10 mei.

 lees verder
 
Betekenis van Hemelvaart, wezenzondag en Pinksteren

Verwijzing naar Hemelvaart

‘Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken’, vertelt de evangelist Lucas ons aan het begin van het boek Handelingen (hoofdstuk 1 vers 3). Bij de andere evangelisten lijkt Jezus’ afscheid van zijn leerlingen hier op aarde veel korter na de opstanding plaats te vinden, al is er bij geen van hen sprake van een precieze tijdsaanduiding. Wel van famous last words, zoals in Matteüs: ‘Houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Marcus vermeldt: ‘De Heer werd opgenomen in de hemel en Hij nam plaats aan de rechterhand van God.’ Bij Matteüs en Johannes ontbreekt enige verwijzing naar een hemelvaart.

Hemelvaart: veertig dagen na Jezus’ opstanding

De liturgische traditie van ‘Hemelvaartsdag’ gaat Bijbels gesproken dus terug op het boek Handelingen (1:9-11), en daarbij is de aanduiding ‘veertig dagen’ (na Jezus’ opstanding) zo letterlijk mogelijk genomen: de gedenkdag van de Hemelvaart wordt precies op de veertigste dag van Pasen gevierd, waarbij de paasdag zelf als eerste dag geteld wordt.

Veertig dagen: volledig doorleefd

Hier zit echter iets meer achter dan eenvoudigweg het principe van een datumprikker. Veertig dagen staat namelijk Bijbels én liturgisch voor een volledig doorlopen periode, net zoals veertig jaar. Na veertig dagen (of jaar) is iets volledig doorleefd. Na een maand plus tien dagen is bijna anderhalve maancyclus gepasseerd en krijgt men in de gaten dat hetzelfde zich gaat herhalen. Of na anderhalve generatie (veertig jaar) zijn er meerdere levensstadia doorlopen en herinnert nagenoeg niemand zich meer hoe het ervoor was. 

In die zin lijkt Lucas hier de aanduiding ‘veertig dagen’ te gebruiken: de nieuwe werkelijkheid van de Heer die was opgestaan, had tijd nodig om zich in de beleving van de leerlingen te settelen. Precies zo kunnen we liturgisch gesproken het paasfeest niet in een weekend of week afdoen: we vieren wekenlang feest, totdat de verrassing van de paasochtend langzaam een ingedaald besef wordt – en dat ieder jaar weer.

Vijftig dagen na Pasen

De naam van Pinksteren is ontleend aan het Griekse woord voor ‘vijftig’. In het Engels zien we dat bijvoorbeeld letterlijk terug: ‘Pentecost’. Het is de vijftigste dag van Pasen, waarbij de paasdag zelf weer als eerste dag geteld wordt. In de joodse traditie wordt op de vijftigste dag van Pesach het wekenfeest (Sjavoeot)Verder lezenDe joodse wortels van Pinksteren gevierd, een oogstfeest waarop gevierd wordt dat God de Thora aan zijn volk gaf. Pinksteren, waarop de heilige Geest wordt uitgestort, ontleent zijn datum hier direct aan. Pinksteren is het laatste grote feest in het liturgische jaar. Daarna breekt de lange ‘groene’ tijd aan, tot aan Advent, het begin van het volgende liturgische jaar.

Twee keer Veertigdagentijd

Zoomen we even uit op de jaarkalender, dan zien we ten eerste dat we vóór Pasen een Veertigdagentijd hebben (van Aswoensdag tot Pasen), en erna eveneens (van Pasen tot en met Hemelvaart). Kijken we iets preciezer, en tellen we de zondagen in de Veertigdagentijd voor Pasen mee, dan komen we tot tweemaal vijftig dagen: 47 tot Pasen, de ‘drie dagen van Pasen’, en vijftig erna. Hoewel dit niet helemaal een wiskundige waarheid is, zoals ook de opstanding ‘op de derde dag’ eigenlijk al na amper anderhalve dag was, en omdat het verschil maakt dat je de eerste steeds meetelt, komen we zo toch tot een honderddagentijd in het liturgische jaar. En die fungeert als één groot aureool-in-de-tijd rond de Paasdag als centrum en als kern van het geloof.

Wat is wezenzondag

De tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren bevatten één zondag, die in de traditie ‘Wezenzondag’ heet (ontleend aan Johannes 14:18 ‘Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.’). De leerlingen zijn verweesd achtergelaten toen Jezus ten hemel voer en de heilige Geest nog niet was uitgestort. Op die zondag staat het uitzien naar de komst van de Geest centraal. Want zonder de Geest zullen wij niet bij machte blijken het geloof vol te houden. Het besef dat we het geloof niet helemaal zelf kunnen maken, maar hulp van boven nodig hebben, is belangrijk en uniek voor deze zondag.

Hemelvaartsdag en Wezenzondag combineren

Voor veel mensen betekent ‘Hemelvaart’ een lang, vrij weekend. Diensten op Hemelvaartsdag zijn vaak niet de meest drukbezochte van het jaar. Veel kerken combineren de dienst – of een korter liturgisch moment zoals een ochtendgebed – met een buitenactiviteit als dauwtrappen of fietsen voor het goede doel. 

Sommige gemeenten kiezen ervoor geen viering te hebben op die donderdag, en de viering van Hemelvaart te verplaatsen naar de zondag erna. Maar dat is dus uitgerekend Wezenzondag, die immers eveneens een heel onmisbaar eigen geluid heeft. 

In zo’n geval is het raadzaam toch beide aspecten in de dienst te laten doorklinken: de Hemelvaart van Christus, zijn ‘troonsbestijging’ aan de rechterhand van God, én het besef dat wij niet kunnen geloven zonder de Geest en voortdurend in verwachting van de Geest leven. Je kunt het accent liturgisch op een van beide leggen in lezing en verkondiging, maar daarbij kan het andere meeklinken in een lied of in de gebedsteksten. Zo kan de dienst op Wezenzondag met een Hemelvaartslied beginnen en een drempelgebed dat eraan refereert, bijvoorbeeld dat de verheerlijkte Christus aanspreekt. Dan zit je meteen midden in de thematiek.

Zie ook de themapagina 'Hemelvaart & Pinksteren' met o.a. liturgische suggesties:

Hemelvaart & Pinksteren

 lees verder
 
Samen bidden voor Gods Koninkrijk: Protestantse Kerk ondersteunt 'Thy Kingdom Come'

"‘Uw Koninkrijk kome’ raakt aan het hart van waar geloven om draait: leven in verbondenheid met God én met elkaar," zegt René de Reuver, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. "Bidden voor de mensen om ons heen, voor onze buurt, voor ons land – dat is geen vrijblijvend ritueel, maar een daad van hoop en vertrouwen. Wat ik mooi vind aan dit initiatief van de IZB is de eenvoud en tegelijk de kracht ervan: christenen uit allerlei kerken, die samen bidden dat Gods Koninkrijk zichtbaar wordt. Niet alleen ver weg, maar juist ook in ons eigen leven, onze straat, onze stad. Dat raakt me, omdat ik geloof dat gebed de wereld kan veranderen – en onszelf misschien nog wel het meest."

Op de website van Uw Koninkrijk Kome zijn praktische materialen beschikbaar voor gemeenten en individuen, zoals gebedskaarten, podcasts en inspiratie voor jong en oud. 

 lees verder
 
Samen de schouders eronder voor een nieuw kerkdak in Benschop 

Al ruim 800 jaar markeert de toren van de Grote of Sint-Nicolaaskerk in Benschop de polders van de Lopikerwaard in het groene hart van Nederland. De monumentale kerk wordt elke zondag twee keer gebruikt door de hervormde gemeente, die circa 1.000 leden telt. “We zijn trots op ons kerkgebouw”, zegt Kees van Woudenbergh, voorzitter van het college van kerkrentmeesters. “Het gaat al zoveel generaties mee, omdat het altijd goed is onderhouden. Dat is essentieel om zo’n gebouw in goede staat te houden.” 

Op de foto: kerkenraadsvoorzitter Kees van Woudenbergh

Grondige voorbereiding 

Bij een periodieke inspectie, inmiddels zo’n tien jaar geleden, constateerde Monumentenzorg dat de leistenen op het kerkdak hun beste tijd hadden gehad. “De inspecteurs gaven aan dat de leien binnen tien jaar vervangen moesten worden om lekkages, houtrot en structurele schade aan de kerk te voorkomen”, vertelt Van Woudenbergh. “We wisten dus dat er werk aan de winkel was.” Vanaf dat moment reserveerde het college van kerkrentmeesters jaarlijks geld in de begroting. “Daarmee hadden we een solide financiële basis, maar het was wel duidelijk dat er extra financiële middelen nodig waren om deze restauratie te bekostigen. ” 

Vijf jaar geleden maakte het college een precieze kostenindicatie. Via Monumentenzorg werd de zogenaamde SIM-subsidie (Subsidie Instandhouding Monumenten) aangevraagd en toegekend, waarna een bestek werd gemaakt en een aannemer geselecteerd. Een bouwcommissie, bestaande uit gemeenteleden met bouwkundige expertise, werd samengesteld om het college van kerkrentmeesters bij te staan. Van Woudenbergh: “Het is fijn om bij zo’n grote restauratie ondersteuning te krijgen. De mensen in de bouwcommissie denken mee in alle keuzes die gemaakt moeten worden.” 

Keuze van materialen 

Bij de restauratie worden niet alleen de leien vervangen, maar ook het lood- en waar nodig het voegwerk. Het vinden van een geschikte leisteen voor het eeuwenoude dak bleek een uitdaging. “Het advies was om te kiezen voor Duitse leisteen, maar de groeve bleek gesloten”, vervolgt Van Woudenbergh. “Uiteindelijk kozen we voor Assulo-leien uit Spanje, goedgekeurd door Monumentenzorg.” Een leienexpert keurde vooraf de gehele partij om de kwaliteit te waarborgen. 

Verduurzaming 

Naast de SIM-subsidie werd een beroep gedaan op het Parelfonds, een cultuurfonds van de provincie Utrecht dat een percentage van de restauratiekosten financiert. Een voorwaarde voor subsidie vanuit dit fonds is dat er verduurzamingsmaatregelen worden getroffen. Daarom koos de gemeente voor het plaatsen van 27 zonnepanelen op het aangrenzende verenigingsgebouw Maranatha. “Jaarlijks wekken die 11.000 kWh op, genoeg om het stroomverbruik van de kerk te compenseren”, vertelt Van Woudenbergh. Daarnaast wordt een deel van het kerkdak geïsoleerd, wat bijdraagt aan energie-efficiëntie en lagere verwarmingskosten. 

Gebouwensubsidie van de Solidariteitskas 

Ook de Solidariteitskas van de Protestantse Kerk droeg bij aan de restauratie. Bureau Steunverlening ontving in 2024 een aanvraag voor een zogenaamde ‘gebouwensubsidie’. Gemeentelid Arjen Hoogenboom, voormalig lid van het college van kerkrentmeesters, vulde de subsidieaanvraag in. “We wisten al dat deze subsidiemogelijkheid er was, omdat we voorbde restauratie van ons Bätz-orgel in 2011 ook een bijdrage ontvingen”, vertelt Hoogenboom. “Je moet er even voor gaan zitten, maar op de website van de Protestantse Kerk staat duidelijk aangegeven hoe het werkt.” Dankzij de toekenning van de solidariteitsbijdrage kon een deel van de dakrestauratie worden gefinancierd. 

Op de foto: initiatiefnemers Actie Kerkdak

Samen in actie 

Het grootste deel van de restauratiekosten werd gedekt door eerder gereserveerd geld en diverse subsidies, maar er was nog meer nodig. “We vroegen onze gemeenteleden om samen de laatste ruim 100.000 euro bij elkaar te brengen”, vervolgt Van Woudenbergh. Tijdens de jaarlijkse gemeentedag in oktober 2024 werd de actie ‘afgetrapt’: onder de naam ‘Het dak eraf voor het kerkdak’ organiseerden enthousiaste gemeenteleden een Amerikaanse veiling. “Er werden allerlei diensten geveild, van een zelfgebakken cake tot een diner voor zes aan huis en een ballonvaart. In totaal bracht dit die avond al ruim 10.000 euro op. Een prachtig eerste begin!” De acties gaan nog het hele jaar door via een ‘dienstenboekje’, waarin gemeenteleden hun diensten en producten aanbieden. “Elke week komt er geld binnen”, zegt Van Woudenbergh. “Er zijn gemeenteleden die bedienen op een feestje, een jongere die auto’s wast, mensen die thuis een aanschuifdiner of kaas- en wijnproeverij organiseren, onze predikant die een huiskamerconcert geeft, en nog veel meer. Ook hebben we veel giften ontvangen van gemeenteleden waar geen dienst tegenover stond, en we kregen zelfs donaties van mensen buiten onze gemeente. Iedereen draagt zijn of haar steentje bij.” 

Belang van goed onderhoud 

Begin november 2024 startte de restauratie en werd de hele kerk in de steigers gezet. Naar verwachting duurt het een half jaar voordat het werk klaar is. Eerst wordt de zuidkant van de kerk aangepakt, daarna is de noordkant aan de beurt. Leidekken is een precieze klus en gaat stukje voor stukje. “Iedere lei wordt door de dakdekker ter plekke op maat gemaakt en bevestigd”, weet Van Woudenbergh.  

Als het dak klaar is en alle leien zijn vervangen, is het kerkgebouw weer in uitstekende staat. Ook het interieur kan nog jaren mee. “In de jaren vijftig van de vorige eeuw is de kerk grondig gerestaureerd,” besluit Van Woudenbergh. “Dat is iets waar we de vorige generatie nog dankbaar voor zijn. Nu zorgen wij er op onze beurt voor dat het gebouw behouden blijft voor toekomstige generaties.” 

Solidariteitskas: van gemeenten, voor gemeenten 

Iedere protestantse gemeente die financiële steun nodig heeft of een vernieuwend plan wil uitvoeren, kan subsidie aanvragen bij de SolidariteitskasVerder lezenSolidariteitskas. Naast de gebouwensubsidie die de Hervormde Gemeente Benschop ontving, zijn er bijdragen mogelijk voor samenwerkings- en revitaliseringskosten, en voor nieuwbouw of verduurzaming als de gemeente zelf onvoldoende middelen heeft. 

Bron artikel: Kerkbeheer, magazine van de Vereniging Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB)

 lees verder
 
Liefhebben als opdracht: praktische inzichten

Dit online-artikel is een samenvatting van een uitgebreide versie (pdf) die enkele kernpunten belicht uit het denken over liefhebben en dienen als grondslag voor kerkelijke gemeenschappen. 

Liefhebben is een werkwoord

Liefhebben is een werk-woord in de volle zin van het woord. Het komt niet vanzelf, er is werk aan de winkel. Jezus' oproep om zelfs vijanden lief te hebben (Matteüs 5:44) haalt alle romantiek uit het begrip. Liefhebben valt niet samen met lief vinden; het is veel radicaler. Ware liefde zoekt het welzijn en de bloei van de ander, ook als die ander echt anders is.

Filosoof Nicholas Wolterstorff verbindt liefhebben met recht doen. Liefde heeft niet alleen oog voor de individuele mens, maar ook voor de context waarin mensen leven. Daarmee heeft liefhebben ook een politiek-maatschappelijke dimensie en gaat het verder dan liefdadigheid.

Dienstplicht voor iedereen

In Marcus 10:43 zegt Jezus: "Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn." Van het Griekse woord dat hier gebruikt wordt voor ‘dienaar’, komt ons woord 'diaken'. Elke gelovige is geroepen tot diaconie, tot dienst. Diaconie is dus niet zozeer een afgebakend domein als wel een grondtrek van de kerk. De dienstplicht geldt voor elke gelovige en zal binnen de kerk dan ook nooit worden afgeschaft.

Liefde en dienst zijn principieel geen middel voor iets anders. Ze zijn goed in zichzelf, ook als ze ogenschijnlijk niets opleveren. Dat maakt ze kwetsbaar in een samenleving waar doelgerichtheid en efficiëntie vaak hoger scoren.

Valkuilen en uitdagingen

Bij het vormgeven van liefhebben en dienen doen zich verschillende valkuilen voor:

  1. De eigen agenda gaat vooropGedreven kerkelijke werkers kunnen zo gefocust zijn op hun eigen plannen dat ze niet meer echt zien wat mensen werkelijk nodig hebben. Het is belangrijk voortdurend te blijven luisteren naar de verlangens van de mensen die men tegenkomt.
  2. Er is een exclusieve focus op 'de zwakken'Hoewel aandacht voor kwetsbare mensen essentieel is, zijn liefde en dienst niet beperkt tot deze groep. Ook richting 'de sterken' in de samenleving ligt een uitdaging. Durft de kerk daar dienstbaar aanwezig te zijn?
  3. Er is gebrek aan wederkerigheidVaak staat de gelovige aan de gevende kant en de hulpbehoevende aan de ontvangende kant. Deze eenzijdigheid miskent dat liefhebben en dienen altijd een oefening in wederkerigheid is. In Lucas 10 worden de uitgezonden leerlingen eerst geoefend in ontvankelijkheid - ze moeten leren gast te zijn voordat ze gastvrij kunnen zijn.
  4. 'Doen voor' gaat boven 'zijn met'Voorganger Samuel Wells benadrukt dat de centrale spelregel van het Koninkrijk niet 'doen voor' is, maar 'zijn met'. Jezus is vooral Immanuel, God mét ons. Alle momenten van 'doen voor' ontspringen aan en worden gekleurd door dit 'zijn met'.
  5. Er is onvermogen om met tragiek om te gaanDe presentietheorie van Andries Baart leert ons aanwezig te zijn, ook als we niets kunnen oplossen. Dit vraagt oefening, zeker voor wie gewend is in oplossingen te denken.
  6. Het team is geen oefenplekWat in het eigen team niet lukt, lukt vaak ook niet richting anderen. Het team moet een oefenplek zijn voor liefhebben en dienen, inclusief het erkennen van gezonde grenzen. Roeping gaat nooit over gezonde grenzen heen.

Liefhebben en dienen als maatwerk

Liefhebben en dienen vragen steeds weer om maatwerk. Wat in de ene situatie werkelijke dienst is, hoeft dat in een andere situatie niet te zijn. Ze moeten als het ware steeds opnieuw 'tevoorschijn geluisterd' worden. Kerkelijke gemeenschappen staan voor de uitdaging dit steeds weer opnieuw vorm te geven.

 

Meer weten over 'liefhebben en dienen'?

 lees verder
 
Werken met een jaarthema: de voordelen en tips

Voordelen van een jaarthema 

De focus van een jaarthema helpt om structuur aan te brengen in een tijd waarin we overspoeld worden met informatie en keuzes. De voordelen op een rij:  

  1. Samenhang en verdiepingEen jaarthema helpt om samenhang te brengen in het aanbod van je gemeente. Gesprekskringen, diaconale en missionaire activiteiten – alles kan verbonden worden aan hetzelfde centrale thema. Dat zorgt voor herkenbaarheid en verdieping: gemeenteleden worden uitgenodigd om gedurende het jaar steeds een laag dieper te gaan in het geloof, telkens vanuit een ander perspectief maar met hetzelfde vertrekpunt.
  2. Richting en inspiratieHet plannen en voorbereiden wordt met een jaarthema als inhoudelijk uitgangspunt eenvoudiger. Commissies en werkgroepen kunnen met een duidelijke focus vooruitwerken. Waar losse diensten of activiteiten vaak één aspect belichten, biedt een jaarthema de mogelijkheid om een onderwerp vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Dat geeft richting, ruimte en inspiratie. 
  3. Creativiteit binnen kadersJuist omdat het thema al vastligt, ontstaat er ruimte om creatief te zijn binnen die kaders. Hoe breng je het thema tot leven met activiteiten, muziek, beelden, verhalen of projecten? Hoe betrek je verschillende generaties en doelgroepen? Een jaarthema daagt uit om vernieuwend te zijn, zonder dat je hoeft te verdwalen in de mogelijkheden. Daarnaast stimuleert het de samenwerking tussen verschillende groepen binnen en buiten de gemeente.
  4. Betrokkenheid van gemeenteledenEen jaarthema biedt herkenning en continuïteit, wat helpt bij het verwerken en toepassen van de boodschap. Omdat iedereen vanuit hetzelfde thema werkt, kunnen verschillende leeftijds- en doelgroepen op hun eigen manier meedoen. Mensen met uiteenlopende talenten – creatief, praktisch, muzikaal, organisatorisch – kunnen allemaal bijdragen. Zo wordt het echt iets van de hele gemeente.
  5. Verbinding met andere gemeentenDoor als lokale gemeente mee te doen met het landelijke jaarthema, word je onderdeel van een groter geheel. Je weet: we zijn niet alleen. Andere kerken zijn met hetzelfde bezig, op hun eigen manier. Dat werkt bemoedigend en verbindend. Bovendien kun je gebruikmaken van materialen die al zijn ontwikkeld – van preekschetsen tot werkvormen – zodat je niet alles zelf hoeft te bedenken.
  6. Een kapstok voor communicatieEen jaarthema geeft je een duidelijke lijn voor je communicatie. In nieuwsbrieven, op de website of via sociale media kun je steeds teruggrijpen op hetzelfde centrale verhaal. Dat maakt je boodschap sterker en consistenter – en makkelijker te volgen voor de mensen in en rond je gemeente.

Tips bij het werken met een jaarthema 

  • Zorg dat je het jaarthema passend maakt voor de behoeften en context van je gemeente. Laat je inspireren door de materialen die er door de dienstenorganisatie worden aangeboden, maar neem ze niet klakkeloos over. Maak keuzes en aanpassingen op basis van de dynamiek in jouw gemeente. Zo creëer je betrokkenheid en betekenisvolle activiteiten. 
  • Bied het jaarthema voor alle doelgroepen in de kerk aan, zo zorg je voor onderlinge verbondenheid. Dit zie je ook bij de materialen die de dienstenorganisatie aanbiedt. 
  • Blijf gefocust op de inhoud en betekenis van de inhoud van het jaarthema en zoek daar passende activiteiten bij. Blijf ook alert op de uitwerking van het thema gedurende het seizoen. Blijven de activiteiten van betekenis voor de gemeente? Houd de bedoeling van het jaarthema voor ogen en stuur bij waar nodig.  
  • Geniet van wat het thema voor beweging brengt. Deel dit met andere gemeenten of de dienstenorganisatie via tips@protestantsekerk.nl

Bekijk de materialen van komend seizoen

 lees verder
 
Ds. Pim Verhoef: “De kerk mag wel wat meer profetisch worden”  

  • studie sociale geografie en economie aan de VU, daarna – naast een docentschap – theologie gestudeerd in Utrecht. Als predikant eerst in dienst van de IZB, vervolgens gemeentepredikant in Giessen-Oudekerk, daarna Nijkerk, en sinds een half jaar weer in Giessen-Oudekerk 
  • voelt zich ‘bewogen bonds’. “Als de IZB een stroming zou zijn, zou ik zeggen dat ik die aanhang.” 

Hoe ervaart u uw roeping? 

“Dat is actueel. Ik zat prima in Nijkerk, waar ik trouwens 14 jaar geleden ook door roeping gekomen ben. Maar nu kwam het erg op me af. Giessen-Oudekerk was al zes jaar vacant, af en toe ging ik er nog voor. Ruim een jaar geleden deed ik er een dienst en preekte over de tekst ‘jij moet ze te eten geven’. Ik dacht: dit treft mij zelf, dat ben ik. Maar teruggaan naar deze gemeente, dat moest ik niet willen, vond ik. Toch liet het me niet los, het was een soort overtuiging. Ik kon allerlei plussen en minnen bedenken, maar ondertussen was dit iets wat groeide. In de beroepingsprocedure ben ik het geworden, in september was mijn intrededienst.” 

Wat hebt u nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Een open deur. Dat mensen je willen ontmoeten. Dat ze openstaan voor je woord. Dat er een deur opengaat naar boven, dat je ervaart dat God door je heen werkt. Een open deur, allerlei kanten op. Ook naar mezelf.” 

Hoe zorgt u ervoor dat u niet opbrandt? 

“Behalve opgeladen blijven door ‘de Ander’ is het voor mij belangrijk om goed voor mezelf te zorgen. Ontspanning inbouwen, en dat kan heel simpel zijn: de hond uitlaten of even naar de bakker gaan. Even uit de bubbel van mijn werk stappen. En lezen, de natuur in, gezelligheid opzoeken. Ik heb ook de zegen van een team van mensen om me heen, er zijn hier meer predikanten en een kerkelijk werker.” 

Welk onderdeel van uw werk doet u het liefst? 

“Ik vind heel veel erg leuk om te doen. Ik geef graag les op de openbare school, ik preek heel graag, en omgaan met jongeren en ouderen vind ik prachtig. Maar mijn hart gaat het meest uit naar het bezoekwerk. En dan in het bijzonder het begeleiden van mensen in crisissituaties: het moeilijkste maar ook het mooiste wat er is. Als ik terugfiets van een gesprek denk ik vaak: hier ben ik dominee voor geworden.” 

Welke scholing heeft u voor het laatst gevolgd? 

“Ik heb meerdere keren een studiekring gevolgd rond boeken van Wim Dekker van de IZB. Je komt dan een keer of vijf à zes bij elkaar om een goed theologisch werk te lezen. Ik houd daar erg van en steek er veel van op.” 

Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor onze medemens en de schepping? 

“Waar niet, zou ik haast zeggen. Het profetische karakter van de kerk mag wel wat aangewakkerd worden. Waar zijn we in de samenleving mee bezig? Wat doen we allemaal wat ten koste gaat van anderen of van iets? Het is schokkend wat mensen tegenwoordig durven zeggen en doen. Het is wel moeilijk om daar op een goede manier iets van te zeggen, daar past ons bescheidenheid. Maar we moeten elkaar wel scherp houden, en de tekenen van de tijd zien. Ik probeer dat zelf te doen vanaf de kansel, bijvoorbeeld in mijn serie preken over het bijbelboek Openbaring.”  

Welk boek, welke film of welke podcast raadt u collega’s aan? 

“Er is heel veel goed materiaal, heel actueel ook en toegankelijk voor veel mensen. Ik luister graag naar documentaires op de radio en lees graag theologische boeken. En verder vind ik ‘Eerst dit’ erg fijn, een dagelijkse bijbelpodcast van EO en IZB. Maar om eerlijk te zijn neem ik er zelf te weinig tijd voor, het is geen dagelijkse kost.” 

Is er een bijbeltekst die met u meegaat? 

“Ik houd erg van Psalm 62 met woorden als redding, rust, burcht en schuilplaats. Ik gebruik die ook vaak en graag in het pastoraat, er zitten heel troostende woorden in.” 

Wat hoopt u voor de toekomst van de kerk? 

“Dat we bij de Heer blijven. Ik houd mijn hart wel een beetje vast: het is griezelig hoe de kerk verlaten wordt, hoe er een soort Godsverduistering ontstaat in het leven van mensen. Dat betekent iets voor de kerk maar ook voor de samenleving.” 

 lees verder
 
Download gratis: bloemschikking 'Feest van de Hoop' voor Pinksteren

Met Pinksteren vieren we dat Gods goede nieuws de wereld over ging en toegankelijk werd in alle talen. Nog steeds trekken mensen uit alle landen en van alle leeftijden zich op aan die eeuwenoude boodschap van hoop. Daarom is Pinksteren een feest van hoop!

Symbolische bloemschikking

Voor deze feestelijke viering is een symbolische bloemschikking gemaakt die het thema helemaal laat spreken. Deze kun je zelf ook maken. Hiervoor is een handige werkbeschrijving, die je via deze link kunt downloaden.

Samen met de prachtige bloemen in allerlei kleuren staat de groene boog symbool voor de hoop, vol verwachting voor de toekomst. In de regenboogkleuren wordt Gods belofte zichtbaar, waarbij de rode Gloriosa de boog in vuur en vlam lijkt te zetten. De aanwezigheid van de Heilige Geest is verbeeld met de Scabiosa bloem (paarse duifkruid).

Download de werkbeschrijving

 

 lees verder
 
Nodig buitenlandse theologiestudenten uit in je kerkdienst

Aankomend predikanten uit 11 landen

In het najaar hopen 11 internationale theologiestudenten naar Amsterdam te komen om deel te nemen aan het Bridging Gapsprogramma, een interculturele uitwisseling onder theologiestudenten. Een groep met diverse nationaliteiten en kerkelijke achtergronden volgt samen een programma en maken kennis met kerken in Nederland. Dit jaar doen 11 theologiestudenten uit Brazilië, Colombia, Ethiopië, Guatamala, Indonesië, Myanmar, Zuid-Afrika, Hongkong en Rwanda mee. Ze hopen van september tot en met november onderzoek te doen, colleges te volgen en verschillende excursies te ondernemen in Nederland.

Hoe werkt het precies?

Ook nu maken bezoeken aan Nederlandse kerkelijke gemeenten onderdeel uit van het programma. Voor zowel studenten als kerken is dit een hoogtepunt van het verblijf! De studenten kunnen iets delen over kerk-zijn in hun thuisland, bijvoorbeeld in de vorm van een gebed of presentatie in je kerkdienst of tijdens een gemeenteavond, en als gemeente kun je iets delen over kerk-zijn hier. De studenten bezoeken doorgaans in tweetallen verschillende gemeenten. 

Houd rekening met het volgende:

  • Geef je op voor een specifiek weekend: 20/21 september, 4/5 oktober, 19/19 oktober of 8/9 november.
  • De studenten reizen in tweetallen, zodat ze gezelschap hebben aan elkaar.
  • De studenten reizen vanaf Amsterdam. Haal hen van een station als je plaats lastig met de trein te bereiken is.
  • Als uitnodigende gemeente betaal je hun reiskosten.
  • Is jouw gemeente ver weg van Amsterdam, overweeg dan om hen een heel weekend uit te nodigen.
  • Laat studenten meerdere gemeenteleden ontmoeten buiten de kerkdienst om.
  • Zorg dat er voldoende Engelssprekende mensen aanwezig zijn.
  • Laat studenten iets zien van je woonplaats.

Aanmelding en meer informatie

Je kunt je gemeente hiervoor aanmelden tot uiterlijk 7 juni 2025. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Eline van der Kaaden, coördinator van het Bridging Gaps programma: bridging.gaps@vu.nl.

Geef door:

  • Welk weekend je studenten uitnodigt.
  • Of je voorkeur hebt voor studenten uit een bepaald land.
  • Of je een bijdrage van de studenten verwacht, zoals een gebed, een overdenking en/of een presentatie.

Het Bridging Gapsprogramma is onderdeel van het Centrum voor Contextuele Bijbelinterpretatie; een samenwerking van faculteit Religie en Theologie van de VU, en de Protestantse Theologische Universiteit. Het programma wordt ondersteund door o.a. Kerk in Actie en de VUvereniging.

Aanmelden

 lees verder
 
De rol van de lector in de eredienst
 lees verder
 
Kerken spelen rol van betekenis in het Midden-Oosten

Kerken in het Midden-Oosten staan onder druk, maar spelen een onmisbare rol in het bieden van noodhulp, bestaanszekerheid en het werken aan vredesopbouw. Kerk in Actie wil deze kerken steunen en daarom is de campagne “Versterk de kerk - bouwen aan vrede in het Midden-Oosten” gestart, nadat Kerk in Actie eerder al meedeed aan de Giro555-actie voor slachtoffers in het Midden-Oosten.  

Voor het programma Petrus bezoekt De Groot projecten die werken aan dialoog en vredesopbouw en die praktische hulp geven aan mensen in kwetsbare posities. In een tweeluik zijn zowel Joodse als Palestijnse initiatieven in Haifa en Beit Jala te zien. Daarnaast is er een kennismaking met de Evangelisch-Lutherse kerk in Bethlehem.De uitzendingen waren te zien op zaterdag 3 en zaterdag 10 mei om 17.10 uur op NPO 2. 

De Protestantse Kerk in Nederland wil graag bijdragen aan het bevorderen van recht en gerechtigheid, samenwerkingen versterken en (blijven) bidden voor de vrede van Jeruzalem. In november 2024 aanvaardde de generale synode een nieuwe nota over relaties met Joden en Palestijnse christenen.

 lees verder
 
Studentenpastoraat & Subsidie

Zinvolle presentie te midden van 0,8 miljoen wo- en hbo studenten en 0,5 miljoen mbostudenten is een wezenlijk onderdeel van de roeping van de Protestantse Kerk inNederland. Daarom ondersteunt zij de studentenpastoraten en nieuwestudenteninitiatieven middels een projectsubsidie.

Wat en voor wie?

De subsidie betreft een bijdrage in de salariskosten (70%) van de studentenpastor. DeProtestantse Kerk biedt deze ondersteuning vanuit de Solidariteitskas, beheerd door deCommissie Steunverlening. Er wordt onderscheid gemaakt in aanvragen met eenlooptijd van vijf jaar (waarvoor de indieningstermijn voor de periode 2026-2031inmiddels is verstreken) en aanvragen met een kortere looptijd van 1 tot maximaal 3 jaar.

Inbedding, draagvlak en profielen

Projectmatig werken vraagt om een goed lokaal draagvlak. Een beeld geven van deinbedding van het studentenpastoraat is dan ook een belangrijk onderdeel van deaanvraag. Op welke manier zijn de onderwijsinstellingen betrokken? Met welkeplaatselijke studenteninitiatieven is er contact? Op welke wijze is de samenwerking meteen plaatselijke gemeente van de Protestantse Kerk en eventuele andere kerkenvormgegeven? Ontwikkeling van studentenpastoraat in de dynamische studentenwereldvraagt ook om de bedding van een profiel. Hoe profileren de studentenpastoraten zich?

Hoe werkt het?

Voor het aanvragen van subsidie voor korter lopende projecten gelden naast de staandecriteria voor de vijfjarige projecten ook aanvullende criteria. Deze zijn op dit momentechter nog niet bekend. Wil je een aanvraag doen voor een korter lopend project? Leester voorbereiding alvast de Gids Studentenpastoraat en de subsidievoorwaarden.

Gids Studentenpastoraat Subsidievoorwaarden studentenpastoraat Aanvraagformulier subsidie studentenpastoraat

 

Neem gerust contact op met studentenpastoraat@protestantsekerk.nl.

 lees verder
 
Bevrijding kamp Dachau ook voor Nederland van betekenis

Klaas Touwen raakte bekend met de geschiedenis van kamp Dachau sinds hij predikant van de Nederlandse gemeente in München is. Dachau ligt in de regio. “Er hebben 200.000 mensen gevangen gezeten, van wie 40.000 zijn uitgehongerd of vermoord. Onder die 200.000 waren bijna 2000 Nederlandse mannen en ruim 200 Nederlandse vrouwen. Van die 2000 mannen waren 24 protestants predikant en velen rooms-katholiek priester, onder wie de heilige Titus Brandsma.” In Dachau werden in het bijzonder geestelijken opgesloten. Er was een overeenkomst met het Vaticaan dat priesters in de concentratiekampen erediensten mochten houden. Als je zo veel mogelijk geestelijken bij elkaar zette, hoefde dat niet in elk kamp geregeld te worden.  

Herinneringscultuur

Touwen is sinds twee jaar predikant voor de Nederlandse gemeente in München, elke maand is hij een weeklang in Duitsland. De bevrijding van kamp Dachau – op 29 april 1945 – wordt herdacht op de eerste zondag na deze bevrijdingsdag, dit jaar op 4 mei. Bij de oecumenische gebedsviering in Klooster Karmel Heilig Blut, grenzend aan het kamp, spreekt Touwen een Nederlands gebed uit. Een zondag later wordt stilgestaan bij de bevrijding van Europa en bij de eerstesteenlegging van de Versöhnungskirche, dit jaar 60 geleden. Die kerk is gebouwd op Nederlands initiatief. Ds. Marieke Fernhout is door de Protestantse Kerk in Nederland afgevaardigd om daarbij te zijn. Het is voor het eerst dat de Nederlandse kerk zich laat vertegenwoordigen. “Dat betekent heel veel,” zegt Touwen. “De predikant van Dachau had tranen in de ogen toen ik het hem vertelde. Duitsland heeft een sterke herinneringscultuur en dat is mooi, maar het is ook een belangrijk deel van ónze geschiedenis. Als Nederlandse gemeente in München houden we nu een paar keer per jaar een kerkdienst in de Versöhnungskirche op het kamp.”

Waakzaam

Touwen pleit ervoor dat ook de Nederlandse kerken op 4 mei aandacht geven aan 80 jaar bevrijding kamp Dachau. “Het is heel belangrijk om het bewustzijn van wat er gebeurd is door te geven. In Duitsland is de kerk waakzaam nu het rechts-radicalisme opkomt. Ze waarschuwt er ook voor. Bij de laatste verkiezingen hing in kerken een spandoek: ‘Uitsluiting is onmenselijk.’ In Duitsland heeft de kerk geleerd dat ze zich moet uitspreken. Daar kunnen wij wat van leren.” 

Het is belangrijk dat op zo'n manier te doen dat duidelijk is waar je het over hebt, zegt Touwen. “Niet in negatieve zin: ‘Deze ontwikkelingen zijn zorgwekkend’, maar door je in positieve zin uit te spreken vanuit de waarden die je hoogacht. Bijvoorbeeld: ‘Joden, christenen en moslims zijn allemaal kinderen van Abraham.’ Wij kunnen putten uit de bronnen van het geloof.”

Drie fundamenten

Het verhaal van de Nederlanders in Dachau is ook maatschappelijk van belang, vindt Touwen. “Als we als Nederlandse gemeente een kerkdienst op het kamp houden, komen er mensen van buiten. Als migrantenkerk in het buitenland zijn we ons bewust van de betekenis van de cultuur en de taal, die zijn gelijkwaardig aan religie. Die drie fundamenten van de migrantenkerk houd ik scherp voor ogen en daar handel ik naar. Ik zie ook wat dat betekent en hoe dat werkt. Dat drijft mij om in Dachau aanwezig te zijn. Of om bijvoorbeeld op 5 mei in de residentie van de generaal-consul de Nederlandse Bevrijdingsdag te organiseren.”

 lees verder